Gevel van een brutalistisch woongebouw met bakstenen en betonnen balkons, symbool van sociale woningbouw
Brutalistische bouwstijlen tonen de ambitie van een tijd waarin collectieve woonkwaliteit centraal stond.

Van utopie naar afbraak: de geschiedenis van volkshuisvesting

4 minutes, 29 seconds Read

Wonen is een recht. Punt. Maar als we naar de geschiedenis van de volkshuisvesting kijken, vooral in landen als het Verenigd Koninkrijk, dan lijkt dat recht steeds vaker ingeruild voor een marktproduct, een koopwaar, een investering. Hoe kon een project dat begon als een sociale belofte – om mensen uit de sloppenwijken te halen – verworden tot een landschap van stigmatisering, verval en sociale uitsluiting? En waarom wordt de architectuur van die periode – met name het brutalisme – vaak onterecht als de schuldige aangewezen?

De opkomst van de volkswoningbouw: hoop na oorlog en ellende

In de nasleep van de industriële revolutie ontstonden in steden als Londen, Manchester en Liverpool sloppenwijken die we vandaag zouden omschrijven als mensonterend. Overbevolkt, vervuild, ziekmakend. Eén op de vier kinderen in de beruchte Old Nichol slum haalde zijn eerste verjaardag niet. De reactie van de overheid? Slopen, en iets nieuws opbouwen: de Boundary Estate was het eerste grootschalige sociale woningbouwproject van het VK.

Architect Owen Fleming geloofde in schoonheid als publieke waarde – en dat zie je terug. Geen grauwe dozen, maar gebogen straten, pleinen, ornamenten. De ironie? De huurprijzen waren zó hoog dat de oorspronkelijke bewoners er niet konden blijven wonen. Klassieke gentrificatie avant la lettre.

‘Homes for Heroes’ en de gloriedagen van sociale woningbouw

Na de Eerste Wereldoorlog beloofde de Britse staat aan terugkerende soldaten degelijke woningen. In die periode ontstonden tuindorpen en voorsteden met ruime huizen, tuintjes, stromend water, toiletten – wat voorheen enkel de middenklasse kende. Het was een sociale revolutie.

Ook Nederland kende deze beweging: de Woningwet van 1901, de opkomst van woningcorporaties, het ideaal van de “volkswoning” als drager van beschaving en gelijkheid. Amsterdam bouwde tuindorpen als Oostzaan, Nieuwendam, en later de Bijlmer – bedoeld als vooruitstrevend, modern en inclusief.

Brutalisme: een esthetiek van eerlijkheid

En dan komt het brutalisme – die betonnen reuzen, vaak verguisd, maar fundamenteel eerlijk in hun vorm. Rauw beton, zichtbare constructies, geen poespas. Het was geen gebrek aan verbeelding, maar een weigering om te verhullen. Architecten als Le Corbusier en Alison & Peter Smithson geloofden in woningen als systemen voor gemeenschappelijkheid, ontworpen voor de mens, niet voor het prestige van de elite.

Brutalisme is gebouwd op idealen, niet op winstmaximalisatie. De Robin Hood Estate, de Trellick Tower – ze zijn met liefde ontworpen, maar door bezuinigingen, gebrek aan onderhoud en stigmatisering kregen ze een negatieve reputatie. De architectuur werd zondebok gemaakt voor structureel falen van beleid.

In Nederland gold hetzelfde. De Bijlmer was bij oplevering een architectonisch meesterwerk – ruime flats, lucht, licht, gescheiden verkeersstromen. Maar toen de middenklasse wegbleef en de overheid sociale problemen concentreerde in de wijk zonder bijbehorende sociale infrastructuur, werd ook hier het gebouw de schuldige.

Thatcher en de ideologische aanval op volkshuisvesting

Met de verkiezing van Margaret Thatcher in 1979 begon een systematische afbraak van de verzorgingsstaat. De “Right to Buy” wetgeving gaf huurders het recht om hun sociale woning met korting te kopen. Op papier klonk het als emancipatie. In de praktijk was het een neoliberale gifpil: goed onderhouden woningen werden massaal geprivatiseerd, maar de opbrengsten werden niet herinvesteerd in nieuwe sociale woningbouw.

Binnen tien jaar waren meer dan 1,5 miljoen woningen verkocht. De beste woningen – met tuin, in degelijke buurten – verdwenen uit het publieke domein. Wat overbleef waren de minder gewilde flats, waar de overheid vervolgens de meest kwetsbaren huisvestte. Zo ontstond de residualisatie van de sociale huursector: een sector voor mensen met lage inkomens, werkloosheid, of complexe problemen. En zoals het zo vaak gaat, werd die kwetsbaarheid later geïnterpreteerd als ‘eigen schuld’.

Het gevolg: criminalisering van hele wijken. Niet omdat de gebouwen slecht waren, maar omdat de sociale samenstelling doelbewust werd gemarginaliseerd. De overheid creëerde probleemwijken en wees vervolgens naar de bewoners als het probleem.

De rol van architectuur – en waarom we brutalisme moeten herwaarderen

We moeten het durven zeggen: het probleem was nooit het beton. Het probleem was het politieke beleid. Veel van de brutalistische wijken functioneerden aanvankelijk uitstekend – met gemeenschapszin, voorzieningen en betrokkenheid. Wat hen fataal werd was verwaarlozing, demonisering en uitverkoop aan projectontwikkelaars.

Brutalisme is geen mislukking, het is een getuigenis van een tijd waarin we nog durfden te dromen van een eerlijke stad. Het was een poging om voor iedereen een thuis te maken – inclusief ruimte, licht, collectiviteit. Juist dat maakt het vandaag zo relevant.

In plaats van het te slopen, zouden we deze gebouwen moeten renoveren met respect voor hun oorspronkelijke idealen. Niet vervangen door nepklassieke villa’s voor de gegoede klasse, maar opknappen, verduurzamen, en teruggeven aan mensen die het nodig hebben.

Volkshuisvesting is een keuze – en geen natuurwet

Wat het verhaal van de Britse, maar ook Nederlandse volkshuisvesting ons laat zien, is dat wonen een politieke keuze is. We kunnen ervoor kiezen om woningbouw te zien als een publieke taak – zoals in de naoorlogse periode – of als een markt. De afgelopen decennia koos het neoliberalisme voor dat laatste. Met desastreuze gevolgen: woningnood, dakloosheid, gentrificatie, sociale uitsluiting.

Maar die koers is niet onvermijdelijk.

We moeten terug naar een samenleving waarin wonen geen privilege is, maar een collectieve belofte. Dat betekent herinvesteren in sociale woningbouw, stoppen met het uitverkopen van grond en woningen aan beleggers, en het herwaarderen van de sociale én esthetische waarde van volkshuisvesting – inclusief het brutalisme.

Aanbevolen voor jou