Prins Diponegoro leidde een revolutionaire strijd tegen Nederlandse overheersing tijdens de Java-oorlog (1825–1830). Zijn islamitische overtuigingen en spirituele leiderschap inspireerden boeren en arbeiders, terwijl zijn nalatenschap een blijvend symbool blijft van verzet, gerechtigheid en antikoloniale bewegingen in Indonesië.
Michail Bakoenin’s toespraak in 1847 benadrukte solidariteit en universele vrijheid tijdens de herdenking van de Poolse Novemberopstand. Zijn oproep tot samenwerking tussen onderdrukte volkeren, waaronder Polen en Rusland, blijft inspireren. De link met Poolse migranten in Amsterdam geeft extra historische diepgang.
De Franse CGT-SR was een revolutionair-syndicalistische vakbond die streed voor directe actie, arbeiderszelfbestuur en internationale solidariteit. Hun activiteiten, geleid door Pierre Besnard, waren een antwoord op kapitalistische uitbuiting, parlementair reformisme en de opkomst van autoritaire bewegingen in de jaren 1930.
Simone Weil, filosoof, activist en mysticus, belicht de impact van ontworteling, arbeid en aandacht in een vervreemde samenleving. Haar compromisloze leven en ideeën vormen een krachtige kritiek op kapitalisme en consumentisme, en inspireren tot rechtvaardigheid en menselijke waardigheid.
Spanje is een laboratorium voor sociale verandering, met inspirerende voorbeelden van coöperaties zoals Mondragon, intentional communities en grassroots-bewegingen. Historische strijd, economische crises en regionale dynamiek hebben een unieke cultuur van solidariteit, samenwerking en duurzame experimenten gevormd die wereldwijd lessen bieden.
Enzo Traverso bekritiseert de manipulatie van Holocaust-herinnering ter rechtvaardiging van Israëlisch geweld in Gaza. Hij belicht de ethische gevolgen hiervan en roept op tot solidariteit, historisch bewustzijn, en een universeel engagement tegen onderdrukking en onrechtvaardigheid.
Trotski wees op de kwetsbaarheid van de middenklasse voor fascistische ideeën tijdens crises. Hun angst voor grote bedrijven én arbeidersbewegingen maakt hen vatbaar voor autoritair leiderschap. Trotski’s analyse blijft relevant voor het begrijpen van moderne populistische en extreemrechtse bewegingen.
Steun aan de nazi’s kwam vooral uit de economische en sociale onzekerheid van de kleinburgerij. Hun gevoelens van bedreiging legden de basis voor fascistische mobilisatie, terwijl georganiseerde arbeiders deze ideologie grotendeels verwierpen.
In 1898 leidde een gewelddadige, racistische coup in Wilmington, NC, tot het einde van zwarte politieke macht. Deze gebeurtenis vormt een duister hoofdstuk dat racisme’s diepgewortelde impact op Amerikaanse democratie en gelijkheid blootlegt.
Albert Hahn, pionier in Nederlandse politieke tekenkunst, gebruikte satire om sociale onrechtvaardigheid en machtsmisbruik aan te kaarten. Zijn nalatenschap leeft voort in hedendaagse tekenaars die strijden voor gelijkheid, milieurechtvaardigheid, en een eerlijke samenleving.