Portret van Leonard E. Read met binaire code als achtergrond, symbool voor zijn invloed op marktdenken en digitale economie
Leonard E. Read, apostel van de vrije markt, met digitale symboliek die zijn actuele relevantie benadrukt.

Apostel van de Vrije Markt – Het gedachtegoed van Leonard E. Read

5 minutes, 12 seconds Read

In het huidige politieke klimaat worden begrippen als vrijheid, marktwerking en eigen verantwoordelijkheid vaak door partijen als de VVD omarmd als vanzelfsprekend positief. Toch is het nuttig om terug te gaan naar een van de grondleggers van dit denken, Leonard E. Read. Zijn ideeën over de vrije markt bieden een lens om te begrijpen waar dit geloof in minimale staatsmacht vandaan komt – en waar het tekortschiet.

De naam Leonard E. Read klinkt voor velen misschien wat archaïsch, maar zijn invloed is allesbehalve verdwenen. Als oprichter van de Foundation for Economic Education (FEE) en schrijver van het iconische I, Pencil stond hij aan de wieg van een intellectuele golf die na de Tweede Wereldoorlog klassiek-liberale en libertaire ideeën nieuw leven inblies. Zijn boodschap was even eenvoudig als messcherp: hoe minder overheid, hoe beter. Alleen de vrije markt zou in staat zijn om op vreedzame wijze samenwerking en vooruitgang te garanderen.

Die belofte klinkt bevrijdend, bijna utopisch. Maar onder de oppervlakte schuilt een wereldbeeld dat de bestaande ongelijkheden negeert en wegpoetst en uiteindelijk vooral als ideologische ammunitie diende voor conservatieve en neoliberale agenda’s.

Blijf op de hoogte van radicale stemmen en kritische publicaties – volg vrheid.nl op Substack.

Van ondernemer tot vrijemarktmissionaris

Read (1898–1983) begon niet als filosoof, maar als zakenman. Na de Tweede Wereldoorlog raakte hij al snel gefrustreerd over Roosevelt’s New Deal, die hij afdeed als “moreel failliet”. Vanaf dat moment ontwikkelde hij zich tot vurige verdediger van het laissez-faire-kapitalisme, geïnspireerd door zowel religieuze overtuiging als klassiek-liberale denkers.

In 1946 richtte hij samen met journalist Henry Hazlitt de FEE op, gefinancierd door private fondsen als de Volker Fund. Vanuit die stichting werd decennialang een onafgebroken stroom aan essays, lezingen en het tijdschrift The Freeman de wereld in gestuurd. Reads netwerk groeide uit tot een knooppunt waar namen als Ludwig von Mises, Friedrich Hayek en Ayn Rand samenkwamen. Met hen legde hij de intellectuele basis voor wat later zou uitgroeien tot het moderne libertarisme én neoliberalisme.

Filosofie: “Anything That’s Peaceful”

Reads credo was glashelder: alles mag, zolang het vreedzaam is. Voor hem waren privé-eigendom en vrijwillige ruil de enige legitieme fundamenten van een samenleving. Overheidsingrijpen zag hij altijd als dwang – en dus immoreel. Of het nu ging om gezondheidszorg, onderwijs of armoedebestrijding, zijn antwoord bleef hetzelfde: de staat moet verdwijnen.

Zijn bekendste essay, I, Pencil (1958), verbeeldt dit idee op bijna poëtische wijze. Een potlood vertelt in de ik-vorm hoe het tot stand komt via talloze onzichtbare bijdragen van mensen over de hele wereld. Geen enkele centrale autoriteit coördineerde dit proces, en dat was precies Reads punt: de vrije markt schept wonderlijke samenwerking, louter via spontane orde. Milton Friedman, een invloedrijke econoom uit de 20e eeuw, prees dit essay later als hét voorbeeld van Adam Smiths idee van de “onzichtbare hand” – de gedachte dat markten vanzelf orde en samenwerking scheppen zonder centrale sturing.

De schaduwzijde van een marktutopie

Maar Reads lofzang kent een fundamentele blinde vlek. Zijn hele filosofie rust op de aanname dat mensen werkelijk vrij en gelijk zijn in hun keuzes. En dat is eenvoudigweg niet waar. Wie arm wordt geboren, onderhandelt nooit op gelijke voet met iemand die al rijkdom, opleiding en connecties bezit. Vrijwillige ruil klinkt neutraal, maar voor velen is het simpelweg de keuze tussen een slechte deal of geen deal.

Daarbij verzwijgt I, Pencil een cruciaal gegeven: zonder door de staat gefinancierde infrastructuur, onderwijs en wetgeving zou zelfs het meest eenvoudige potlood nooit geproduceerd zijn. De markt mag dan zelfstandig lijken, in werkelijkheid draait zij op een fundament van collectieve voorzieningen. Dat geldt ook vandaag: het internet, vaak geprezen als toonbeeld van spontane innovatie, ontstond uit publieke investeringen zoals het door de Amerikaanse overheid gefinancierde NSFNET. Ook hedendaagse breedbandprojecten in Europa worden met staatsmiddelen ondersteund om afgelegen regio’s te verbinden. En regelgeving zoals de GDPR laat zien dat zelfs de digitale economie niet zonder collectieve spelregels kan functioneren.

Nog pijnlijker is hoe Reads taal in de praktijk werd ingezet. In de jaren vijftig werden “schoolkeuze” en “vrijheid van associatie” gebruikt om raciale segregatie te rechtvaardigen. De retoriek van vrijheid bleek gemakkelijk te hergebruiken als dekmantel voor ongelijkheid.

Van Read naar neoliberalisme en Silicon Valley

Read zag zichzelf als missionaris van de vrije markt. En zijn boodschap vond gehoor. Decennia later vertaalden Reagan en Thatcher dezelfde gedachte in slogans als “There is no alternative”. Deregulering, privatisering en belastingverlaging werden wereldwijd tot beleidsdogma verheven.

Vandaag duiken zijn ideeën opnieuw op, zij het in een modern jasje. Silicon Valley-ondernemers prijzen de markt als bron van innovatie. Cryptobedrijven zien blockchain als wapen tegen staatsmacht. En durfinvesteerders als Marc Andreessen herhalen Reads geloof in de markt als ultieme coördinator van menselijke activiteit.

De werkelijkheid laat echter een ander beeld zien. Veertig jaar neoliberaal beleid hebben geleid tot groeiende ongelijkheid, onzeker werk en een steeds nijpender ecologische crisis. Zoals Joseph Stiglitz scherp opmerkte: de neoliberale revolutie heeft spectaculair gefaald. Terwijl de rijkste 1% hun vermogen in ongekend tempo vergroot, zakt een groot deel van de wereldbevolking verder weg in armoede.

Hedendaagse lessen

Reads ideeën blijven actueel, niet omdat ze ooit echt werkten, maar omdat ze nog steeds invloed uitoefenen op machtige belangen. Zijn erfenis roept vragen op die vandaag urgenter zijn dan ooit:

  • Kan vrijheid bestaan zonder sociale gelijkheid?
  • Wie profiteert werkelijk van een markt zonder regels?
  • En hoe voorkomen we dat technologische innovatie ongelijkheid en vernietiging verdiept, in plaats van oplost?

Het antwoord lijkt voor de hand te liggen: ware vrijheid vraagt meer dan de afwezigheid van staatsmacht. Ze vereist ook herverdeling, solidariteit en bescherming van de zwaksten. Anders wordt vrijheid niets meer dan een privilege voor de kapitaalkrachtigen.

Het gevaar van simplistische utopieën

Leonard Read was een begenadigd propagandist van de vrije markt. Hij zag in vrijwillige ruil en spontane orde een bijna religieus ideaal. Maar juist door zijn hardnekkige blindheid voor ongelijkheid en collectieve structuren toont zijn werk hoe gevaarlijk zulke simplistische utopieën kunnen zijn.

Voor hedendaagse voorvechters van sociale rechtvaardigheid is Reads erfenis geen curiositeit, maar een waarschuwing. Het geloof in de markt als wondermiddel duikt telkens opnieuw op – in neoliberale politiek, in Silicon Valley, in de cryptowereld – en telkens laat het dezelfde littekens achter.

Echte vrijheid is dus nooit louter “anything that’s peaceful”. Ze is pas werkelijk betekenisvol wanneer ze rust op een fundament van gelijkheid, solidariteit en gedeelde verantwoordelijkheid.

Help ons groeien - deel dit bericht

Aanbevolen voor jou