Politiek gedreven belastingverlagingen voor miljonairs als de “Big Beautiful Bill” ondermijnen zorg, bestaanszekerheid en vergroten staatsschuld. Culturele afleidingsmanoeuvres verbergen de structurele ongelijkheid. Nederland moet waakzaam blijven en in de verkiezingen kiezen voor solidariteit.
Lodewijk Asschers benoeming bij de FNV wakkert discussie aan over politiek ingrijpen, selectief recht toepassen en de principes van solidariteit en gelijkheid. Zijn verleden als minister roept twijfels op over moreel leiderschap binnen een vakbond in crisis.
Cynisme groeit als reactie op falende instituties, structurele ongelijkheid en politieke manipulatie. Wantrouwen in media, rechtspraak en klimaatbeleid ondermijnt solidariteit. Door collectieve waarden te herwaarderen en inclusieve besluitvorming te bevorderen, kan vertrouwen hersteld worden en maatschappelijke betrokkenheid toenemen.
Marguerite van den Berg stelt de norm van werk als oplossing ter discussie. Ze benadrukt hoe werk ons uitput en pleit voor het herwaarderen van onbetaalde arbeid en collectief verzet tegen een systeem dat afhankelijkheid en vermoeidheid in stand houdt.
Punk gaat verder dan een esthetiek: het is een daad van collectieve solidariteit, radicale eerlijkheid en creatieve autonomie. In een wereld van digitale verstikking biedt punk een alternatieve weg vol kwetsbaarheid en verzet, waarin solidariteit centraal staat.
Senza Tregua’s gewelddadige arbeidersstrijd (1973-1976) toont hoe directe actie, zelforganisatie en arbeidersmacht cruciaal zijn tijdens crises. Deze lessen blijven relevant, zoals blijkt uit hedendaagse bewegingen als The General Strike in de VS, die vergelijkbare doelen nastreven.
In een stad waar maatschappelijke spanningen oplopen, legt structurele onvrede onderdrukte stemmen bloot. Frictie rond Gaza, queerhaat en institutioneel wantrouwen vragen om radicale solidariteit en ruimte voor conflict, niet om onderdrukking of technocratisch beleid.

De opmars van de AfD in Duitsland weerspiegelt een bredere verschuiving richting extreemrechts, met zorgwekkende parallellen met de jaren dertig. Ook in Nederland klinkt vergelijkbare retoriek. “Nooit meer” vereist nu verzet, voordat normalisering omslaat in structureel onrecht.
Een revolutionaire droom veranderde in onderdrukking toen macht en centralisme idealen vervingen. Aan de hand van Alexander Berkman en de crisis binnen de FNV wordt duidelijk hoe bevrijding mislukt als mensen geen zeggenschap meer hebben over hun eigen leven.
De arbeidersklasse stemt op haar onderdrukkers omdat links faalt in het bieden van materiële oplossingen. Nationalisme vervangt klassenbewustzijn, terwijl liberaal moralisme vervreemding vergroot. Alleen hernieuwde solidariteit op basis van economische rechtvaardigheid kan deze kloof overbruggen.