Portret van Errico Malatesta met op de achtergrond arbeiders in actie
Errico Malatesta zag al in 1922 dat Mussolini’s fascisme geen revolutie was maar oude macht in uniform.

Malatesta’s waarschuwing

6 minutes, 27 seconds Read

Fascisme wordt vaak herinnerd in beelden: marsen, uniformen, vlaggen, en massabijeenkomsten. Maar achter deze theatrale façade lag een politieke strategie die diep verankerd was in angst, opportunisme en machtsbehoud. Het vroege interbellum in Italië was een laboratorium voor deze nieuwe vorm van autoritair bestuur, en de reacties van tijdgenoten zijn minstens zo interessant als de gebeurtenissen zelf. Een van de scherpste stemmen in dit debat was die van Errico Malatesta, een anarchist die al decennia lang de illusies van parlement en staat bekritiseerde. Zijn oordeel over Mussolini en het opkomende fascisme was niet alleen een analyse van het heden, maar ook een waarschuwing met reikwijdte tot onze tijd.

Errico Malatesta (1853–1932) was een Italiaanse anarchist, anarcho-syndicalist, publicist en activist die vrijwel zijn hele leven in conflict stond met de autoriteiten. Hij werd meermaals gearresteerd en verbannen vanwege zijn betrokkenheid bij opstanden en zijn radicale pamfletten, en leefde grote delen van zijn leven in ballingschap, onder meer in Londen, Argentinië en andere delen van Zuid-Amerika. Malatesta combineerde theoretisch schrijven met praktische organisatie van arbeiders en vakbonden. Zijn anarcho-syndicalistische visie legde de nadruk op directe actie door vakbonden en arbeiderscollectieven, in tegenstelling tot marxistische stromingen die meer vertrouwden op partijpolitiek en staatsmacht. Hij geloofde niet in parlementaire hervormingen maar in directe actie en internationale solidariteit. Zijn scherpe stijl, zijn compromisloze houding en zijn decennialange strijd tegen monarchie, militarisme en later ook fascisme maakten hem tot een van de invloedrijkste stemmen binnen het Europese anarchisme.

Zijn strijd en ervaring met repressie maakten hem bijzonder gevoelig voor autoritaire tendensen. Daarom keek hij met argusogen naar de gebeurtenissen die zich in oktober 1922 voltrokken, toen Benito Mussolini met zijn zwarthemden naar Rome marcheerde en de macht greep. Voor veel tijdgenoten was dit een gebeurtenis die nieuwsgierigheid of zelfs bewondering opriep. Maar Malatesta zag onmiddellijk wat er gaande was. Zijn pamflet Mussolini in Power (1922) was geen koele analyse, maar een felle aanklacht. Voor hem was het fascisme geen revolutie, maar een criminele restauratie: de staat, gehuld in nieuwe symbolen, bleef dezelfde.

Blijf op de hoogte van radicale stemmen en kritische publicaties – volg vrheid.nl op Substack.

Wat Malatesta toen schreef, klinkt bijna een eeuw later huiveringwekkend actueel. Zijn tekst functioneert als spiegel en waarschuwing tegen het terugkeren van autoritaire patronen. Historici als Robert O. Paxton (The Anatomy of Fascism, 2004) en Emilio Gentile (The Origins of Fascist Ideology, 2005) hebben sindsdien bevestigd wat Malatesta intuïtief doorzag: fascisme wortelt niet in radicale vernieuwing, maar in de angst van elites en hun bereidheid om geweld te legitimeren.

Fascisme als misdaad in maatpak

Voor Malatesta was de machtsgreep van Mussolini geen revolutionaire doorbraak, maar een “comédie sanglante”: een bloedige farce. Hij schetste Mussolini als een “parade-Napoleon” – een man die zich groot hield, maar in werkelijkheid slechts de rol van politiehond van de bourgeoisie vervulde.

Deze interpretatie sluit aan bij Umberto Eco (1932–2016). Eco was een Italiaanse schrijver en semioticus. Zijn essay Ur-Fascism uit 1995 wordt vaak geciteerd als een scherpe en toegankelijke analyse van de blijvende kenmerken van fascistische ideologieën. Daarin beschreef hij fascisme als een reeks symbolen en poses die bovenal machtsbehoud dienen. Malatesta zag dat al in 1922: achter de bombast van marsen en uniformen ging de oude kern schuil – repressie, versterkt en versnel.

De ware architecten: bourgeoisie en elite

Cruciaal in Malatesta’s analyse was de ontmaskering van Mussolini als pion van de bezittende klasse. De bourgeoisie, aldus Malatesta, gebruikte de fascistische milities om de groeiende arbeidersbeweging neer te slaan. De staat leverde hiervoor niet alleen stille steun, maar ook materiële middelen: wapens, logistiek en straffeloosheid voor geweld.

Dit beeld wordt bevestigd door historici als Zeev Sternhell (Neither Right nor Left, 1986) en Enzo Traverso (Fire and Blood, 2016), die benadrukken dat fascisme niet los gezien kan worden van de coalitie tussen reactionaire elites en gewelddadige straatorganisaties. Mussolini was, in Malatesta’s woorden, niet meer dan een instrument in een bredere machtsstrategie.

Die steun van de elite was volgens Malatesta geen bijkomstigheid maar de kern. En precies die kern verklaart ook de zwakke positie waarin de arbeiders zich terugvonden.

Arbeiders in de val van legaliteit

Het meest schrijnende vond Malatesta de houding van de arbeidersklasse. Velen bleven vertrouwen op de “illusie van legaliteit”: het geloof dat parlement en wet hen zouden beschermen. Hun leiders riepen op tot kalmte en lijdzaamheid – wat in de praktijk neerkwam op passieve overgave.

Malatesta waarschuwde dat deze houding desastreus was: “Zij werden overvallen in hun bezit, hun persoon en hun waardigheid.” Dit sluit aan bij Antonio Gramsci’s analyse van dezelfde periode, die benadrukte dat de arbeidersbeweging door legalisme en interne verdeeldheid haar kracht verloor (Prison Notebooks, postuum). De bourgeoisie gaf haar milities wapens. Arbeidersleiders riepen ondertussen op tot discipline en geduld. Dat onevenwicht werkte fataal uit.

Dit falen van arbeidersleiders vloeide volgens Malatesta direct voort uit het geloof in parlementaire strategieën. Hierop richtte hij zijn scherpste pijlen.

Linkse illusies en parlementaire valkuilen

Malatesta was minstens zo hard voor links als voor Mussolini zelf. Vanuit zijn anarcho-syndicalistische overtuiging zag hij dat arbeiders alleen door zelforganisatie en directe actie vooruit konden komen, niet via parlementaire beloften. Hij beschouwde het geloof in parlementaire strategieën als zelfbedrog: zodra socialisten werkelijk een bedreiging vormden, zou de elite geweld gebruiken om hen uit te schakelen.

Hiermee anticipeerde hij op wat Paxton later het “strategisch opportunisme” van fascisme noemde: het vermogen om democratische instituties te gebruiken zolang het nuttig was, en ze te vernietigen zodra ze gevaarlijk werden. Malatesta’s conclusie was radicaal: samenwerking met fascisten of vertrouwen op instituties die door elites worden gecontroleerd, leidt onvermijdelijk tot nederlaag.

Een polemische stijl als wapen

Wat Mussolini in Power zo krachtig maakt, is niet alleen de analyse, maar ook de stijl. Malatesta schreef sarcastisch, fel, soms bijna spottend. Hij noemde Mussolini een arrogante padrone en parlementsleden “stomme, luie dienaren”. Deze polemische toon doet denken aan Karl Kraus’ bijtende kritiek op totalitarisme in dezelfde periode.

En toch was het niet alleen sarcasme. Malatesta wilde niet enkel ontmaskeren, maar ook mobiliseren. Zijn tekst bevat oproepen om geloof, enthousiasme en verzet levend te houden. Het pamflet was tegelijk diagnose en strijdkreet.

Zijn polemiek moet daarom niet louter gelezen worden als retorische overdrijving, maar als strategie om een beweging wakker te schudden en te activeren.

Waarom het nu nog telt

Lees Malatesta vandaag, en de parallellen springen in het oog. Historici als Paxton, Gentile en Eco hebben fascisme beschreven als een mechanisme waarbij elites steun zoeken bij autoritaire bewegingen in tijden van crisis. Dat mechanisme is ook in onze tijd zichtbaar. Migranten, demonstranten en minderheden worden aangewezen als zondebok; wie waarschuwt voor extreemrechts wordt weggezet als alarmist.

Traverso heeft recent betoogd (The New Faces of Fascism, 2019) dat hedendaagse autoritaire stromingen niet identiek zijn aan het interbellumfascisme, maar dat de onderliggende logica – de angst van elites, de legitimering van geweld, de illusie van democratische bescherming – dezelfde blijft. Dat maakt Malatesta’s analyse zo akelig actueel.

En juist omdat zijn biografie één lange worsteling met macht en onderdrukking was, klinkt zijn stem niet alleen als een historische analyse maar ook als een persoonlijke waarschuwing voor de toekomst.

Een stem die blijft branden

Errico Malatesta schreef in 1922, toen het fascisme nog moest bewijzen hoe dodelijk het zou worden. En toch doorzag hij het mechanisme meteen. Het was geen revolutie, geen vernieuwing – slechts oude macht in nieuwe pakken.

Zijn oproep blijft relevant: vertrouw niet blind op parlementen of elites die autoritarisme faciliteren. Vanuit zijn anarcho-syndicalistische perspectief betekende dit vooral dat de kracht bij arbeiders zelf moest liggen, in hun organisaties en hun bereidheid tot directe actie. Organiseer verzet vanuit solidariteit en rechtvaardigheid.

Daarmee sluit Malatesta aan bij een traditie die zowel historisch als hedendaags betekenisvol is: de overtuiging dat de verdediging van vrijheid niet kan worden uitbesteed aan instituties alleen. Zoals hij het zelf al zei – wie te lang vertrouwt op de instituties van de macht, wordt vroeg of laat ontwapend. En overvallen.

Help ons groeien - deel dit bericht

Aanbevolen voor jou