De afgelopen week stond in het teken van twee vrouwen die ieder op hun manier een vuist maakten tegen de oprukkende autoritaire politiek in Nederland: Femke Halsema en Judith Uitermark. Terwijl PVV-leider Geert Wilders opnieuw haatzaaiende tweets de wereld instuurde en rechts-nationalisten hun kans grepen om de burgemeester van Amsterdam aan te vallen, zagen we een zeldzaam moment van solidariteit in de politiek.
Uitermark, de NSC-minister van Binnenlandse Zaken, stond pal achter Halsema en stuurde een krachtige boodschap de wereld in: tot hier, en niet verder. Dit is precies het soort verzet dat we nodig hebben tegen de sluipende normalisering van haat en uitsluiting.
Haat mag niet de norm worden
Het is geen geheim dat Geert Wilders al jaren bezig is om het politieke landschap van Nederland te vergiftigen met zijn racistische en xenofobe retoriek. Of het nu gaat om zijn beruchte ‘minder Marokkanen’-uitspraken of zijn oproepen om Amsterdamse demonstranten het land uit te zetten—zijn agenda is er één van uitsluiting, haat en angst. De rechtsstaat en de democratie zijn in zijn ogen slechts obstakels om zijn eigen, verstikkende visie van Nederland door te drukken. Het feit dat de VVD een coalitie heeft gevormd met een partij die dergelijke standpunten uitdraagt, is een klap in het gezicht van iedereen die strijdt voor een samenleving waarin ruimte is voor diversiteit en gelijkwaardigheid.
Advertentie:
Burgemeester Femke Halsema heeft de moed om deze giftige retoriek publiekelijk af te wijzen. Terwijl JA21 en andere rechtse partijen schreeuwden dat de pro-Palestijnse demonstratie op de Dam ‘een wetteloze puinhoop’ was, bleef Halsema kalm. Ze liet zich niet verleiden tot het demoniseren van de demonstranten, maar verdedigde hun recht om te protesteren, zelfs in tijden van spanning en controverse. Halsema’s houding laat zien dat zij begrijpt waar het echt om draait: een vrije en democratische samenleving waarin ruimte is voor verschil van mening, zonder dat minderheden worden aangevallen en gedemoniseerd.
Solidariteit als wapen tegen de opmars van rechts
Het was echter de houding van Judith Uitermark die deze week het meest opviel. Terwijl Wilders vanuit de oppositiebanken roept om de koppen van progressieve politici en hen steevast wegzet als verraders, toonde Uitermark dat er nog steeds politici zijn die weigeren te buigen voor zijn intimidatie. De oproep van de PVV om Halsema uit haar functie te zetten, werd door Uitermark keihard van tafel geveegd. “Mijn antwoord is ‘nee’, geen haar op mijn hoofd die eraan denkt,” zei ze zonder omhaal. Uitermark’s verzet is niet alleen een persoonlijke afwijzing van Wilders, maar een belangrijke boodschap aan iedereen die hoopt op een links alternatief voor de huidige politieke chaos: er is nog ruimte voor solidariteit, voor politieke moed, en voor een ander Nederland.
“Dit is niet het moment om te buigen voor intimidatie en politieke chantage. Het is het moment om een grens te trekken en te laten zien dat principes boven machtspelletjes staan. Dat deed Uitermark, en dat geeft hoop.”
Uitermark maakt duidelijk dat we niet moeten zwichten voor de dreigementen en politieke chantage van Wilders, die al langer probeert de NSC te gijzelen door te dreigen met nieuwe verkiezingen. Wilders speelt in op de angst van gevestigde partijen om verder zetels te verliezen en dwingt hen zo om zijn asielbeleid over te nemen. Dit is de politiek van de sterke man: creëer chaos, zaai verdeeldheid, en stel jezelf vervolgens voor als de enige oplossing. Maar Uitermark kiest een ander pad. Ze lijkt vastbesloten om Wilders in zijn plaats te zetten en de basisprincipes van de democratie te verdedigen, in plaats van ze in te ruilen voor politieke stabiliteit.
Eva Jinek en de rol van de media in de strijd om de democratie
Toch moeten we kritisch blijven over de rol van de media in deze strijd. Eva Jinek had de kans om in haar interview met Halsema een inhoudelijke discussie te voeren over het belang van demonstratievrijheid en de groeiende dreiging van extreemrechts. In plaats daarvan koos ze ervoor om Halsema aan te vallen op enkele incidenten tijdens de demonstratie, zonder in te gaan op de bredere ideologische strijd die hier gaande is. Zo hielp ze mee aan de normalisering van rechtse kritiek, terwijl Wilders achter de schermen rustig verder werkt aan zijn strategie van ontwrichting. Jinek’s optreden was een gemiste kans om journalistiek te gebruiken als middel voor sociale rechtvaardigheid.
Antisemitisme en racisme: Twee kanten van dezelfde medaille
In de hele discussie rond de pro-Palestijnse betoging blijft iets fundamenteels vaak onbesproken: de schaduwzijde van zulke protesten. Flyers met verheerlijking van geweld en antisemitische uitspraken laten zien dat ook binnen de linkse beweging waakzaamheid nodig is. Het is onze verantwoordelijkheid om niet weg te kijken wanneer antisemitisme de kop opsteekt, net zoals we elke vorm van racisme moeten bestrijden. Dat betekent echter niet dat we de hele beweging moeten afschrijven. Het betekent juist dat we moeten blijven strijden voor een inclusieve samenleving, waarin solidariteit niet stopt bij grenzen van religie of afkomst.
“Solidariteit betekent niet dat we blind zijn voor fouten binnen onze eigen beweging. Het betekent juist dat we de moed hebben om alle vormen van haat te veroordelen, zonder daarbij onze idealen van gelijkwaardigheid en rechtvaardigheid los te laten.”
Halsema heeft gelijk: wie beweert op te komen voor de rechtsstaat, kan niet tegelijkertijd oproepen tot de deportatie van politieke tegenstanders of hele bevolkingsgroepen demoniseren. Wilders helpt de democratische rechtsstaat om zeep, en zijn coalitiepartners kijken weg of spelen mee. Het is tijd om een duidelijk signaal te geven dat Nederland niet zal buigen voor de politiek van haat en verdeeldheid.
Tot hier, en niet verder: Tijd voor verzet
Als linkse bewegingen en progressieve stemmen moeten we erkennen dat dit een cruciaal moment is. Het gaat niet alleen om de toekomst van individuele politici zoals Halsema of Uitermark, maar om de kernwaarden van onze samenleving. We moeten ons blijven verzetten tegen de pogingen van Wilders en zijn medestanders om de sociale verworvenheden van Nederland af te breken. Dat betekent niet alleen solidariteit met Halsema, maar ook een actief verzet tegen racisme, antisemitisme en alle vormen van haatzaaierij.
Deze strijd vraagt om politieke moed en duidelijkheid. We kunnen het ons niet veroorloven om terug te deinzen voor de dreigementen van extreemrechts, of om te doen alsof een paar zetels in de peilingen belangrijker zijn dan de principes van gelijkheid en vrijheid. De keuze is aan ons: accepteren we dat haat de norm wordt, of kiezen we voor een samenleving waarin plaats is voor iedereen, ongeacht afkomst, religie of politieke overtuiging? Tot hier – en niet verder.