Close-up van een punker met een opengesperde mond en de tekst “EAT THE RICH” op zijn tong, als visueel statement tegen economische ongelijkheid en elite-macht.
Een rauwe uiting van woede en systeemkritiek: “EAT THE RICH” op de tong van een punker, als contragewicht voor een wereld waarin rijkdom de regels bepaalt.

Filosofie op straatniveau

8 minutes, 50 seconds Read

Astra Taylor is schrijver, filmmaker en activist — en een van de belangrijkste kritische stemmen van deze tijd. Ze stelt niet alleen moeilijke vragen, maar durft ook de fundamenten van onze samenleving ter discussie te stellen. Wat is echte democratie? Waarom moeten mensen hun leven lang schulden afbetalen? En waarom voelen we ons steeds machtelozer en van elkaar losgescheurd in een wereld die steeds harder wordt?

Taylor stelt deze vragen niet vanuit een ivoren toren. Ze spreekt met mensen, maakt films, organiseert protestacties, en schrijft boeken die aanzetten tot denken én handelen. In haar recente werk schuift ze één idee nadrukkelijk naar voren als antwoord op de crisis van onze tijd: solidariteit1.

Democratie is meer dan stemmen

In haar boek Democracy May Not Exist, But We’ll Miss It When It’s Gone stelt Astra Taylor een ongemakkelijke maar essentiële vraag: leven we eigenlijk wel in een echte democratie? Ze betoogt dat democratie veel meer is dan één keer in de vier jaar naar de stembus gaan. Echte democratie is geen gebeurtenis, maar een proces — iets wat je samen maakt, elke dag opnieuw. Het gaat niet alleen om het uitbrengen van een stem, maar om de vraag: wie heeft werkelijk invloed? Wie bepaalt de regels van het spel?

En daar wringt het. Want in de praktijk ligt de macht vaak niet bij het volk, maar bij grote bedrijven, lobbygroepen en een kleine, rijke elite. Terwijl het systeem zich presenteert als democratisch, worden cruciale beslissingen genomen door mensen die nooit verkozen zijn en zich nergens voor hoeven te verantwoorden. Verkiezingen bestaan nog, maar spelen zich af binnen grenzen die al lang zijn afgebakend door economische belangen en onzichtbare netwerken van macht.

Neem Elon Musk. Niemand heeft op hem gestemd, maar toch oefent hij directe invloed uit op publieke infrastructuur, informatievoorziening en zelfs geopolitieke conflicten. Hij beslist in zijn eentje over toegang tot satellietinternet in oorlogsgebieden, koopt een wereldwijd communicatieplatform op, en hervormt het — zogenaamd in naam van “vrije meningsuiting” — tot een podium voor haatzaaierij, racisme en complottheorieën. Zijn rijkdom geeft hem de mogelijkheid om democratische processen te omzeilen en zelfs te herschrijven, zonder publieke controle. Dat is geen uitzondering, maar de logica van een systeem waarin geld belangrijker is dan inspraak, en waarin wie genoeg bezit, de regels niet hoeft te volgen.

Volgens Taylor leven we daarom niet in een echte democratie, maar in een façade waarin het ritueel van stemmen nog bestaat, maar de inhoud uitgehold is. Wat ontbreekt, is een politiek van verbondenheid en gedeelde verantwoordelijkheid. Zonder sociale samenhang — zonder het besef dat onze levens met elkaar verweven zijn — valt democratie uiteen in losse individuen, gericht op eigenbelang, wantrouwen en concurrentie. In die leegte neemt technocratie het over van politiek, en wordt het collectieve verlangen naar zeggenschap verdrongen door de cynische logica van “er is geen alternatief”.

Taylor stelt daar iets radicaals tegenover. Democratie moet niet gerepareerd worden aan de top, maar opgebouwd van onderaf. In buurten, gemeenschappen, werkplaatsen en netwerken waar mensen samen besluiten nemen over wat hen aangaat. Zonder tussenpersonen, zonder machtspiramides, maar met directe betrokkenheid, gedeelde verantwoordelijkheid en de ruimte om het anders te doen dan “hoe het hoort”. Echte democratie is niet wat we delegëren, maar wat we collectief oefenen. Het is geen ideaal dat van boven komt, maar een praktijk die van onder groeit.

Schuld als systeem van onderdrukking

Een ander centraal thema in Taylor’s werk is schuld — niet alleen als financieel probleem, maar als sociaal wapen. Samen met anderen richtte ze de Debt Collective op: een actiegroep die schuldenaren niet alleen verdedigt, maar verenigt. Hun boodschap is eenvoudig maar radicaal: schulden zijn niet het gevolg van individueel falen, maar van een systeem dat mensen structureel in afhankelijkheid duwt. Wie zich schaamt, zwijgt. Wie zich organiseert, bevrijdt.

In de Verenigde Staten lenen mensen zich diep in de schulden om te studeren, zorg te krijgen of simpelweg te overleven. Maar ook in Nederland heeft schuld een politieke lading gekregen. Jongeren die opgroeiden met het leenstelsel dragen tienduizenden euro’s mee voordat ze überhaupt zijn begonnen. Mensen die hun zorgpremie of energierekening niet op tijd betalen, worden via boetesystemen in een schuldspiraal geduwd. En de toeslagenaffaire laat pijnlijk zien hoe de staat schulden niet alleen creëert, maar gebruikt om mensen te disciplineren en verdacht te maken — met verwoestende gevolgen voor levens en gezinnen.

Taylor stelt dat we schuld niet moeten zien als een “fout” in het systeem, maar als een functioneel onderdeel ervan. Schulden isoleren mensen van elkaar. Ze maken mensen afhankelijk van instituties die hen controleren, disciplineren en vaak criminaliseren. In plaats van solidariteit groeit schaamte. In plaats van verzet ontstaat zelfverwijt.

Maar overal ontstaan ook vormen van verzet buiten de officiële kanalen. Mensen starten zelf hulpfondsen, ruilnetwerken, voedselcoöperaties en solidariteitskassen. Niet als liefdadigheid, maar als politiek gebaar: om wederzijdse hulp2 te organiseren, onafhankelijk van een staat die eerder straft dan ondersteunt. Deze vormen van zelforganisatie — collectief, direct en horizontaal — zijn volgens Taylor geen noodoplossingen, maar kiemen van een andere toekomst. Een waarin mensen zelf bepalen wat ze nodig hebben, en voor wie ze willen zorgen. Een waarin basisbehoeften geen schuldvraag meer zijn, maar collectieve verantwoordelijkheid.

Filosofie op straat

In haar documentaire Examined Life laat Astra Taylor zien dat denken geen elitaire bezigheid hoeft te zijn. In plaats van theorie te presenteren vanuit leerstoelen en universiteitszalen, voert ze gesprekken met filosofen als Judith Butler, Cornel West en Slavoj Žižek — niet aan een bureau, maar op straat, in parken, winkelcentra en zelfs op een vuilstortplaats. Ze verplaatst het denken naar de publieke ruimte, letterlijk en figuurlijk.

Dat is geen stijlkeuze, maar een politiek gebaar. Taylor maakt duidelijk dat filosofie pas betekenis krijgt als ze vertrekt vanuit het dagelijkse leven. Niet abstract of afstandelijk, maar geworteld in ervaring, in strijd, in contact. Ze doorbreekt het idee dat kennis alleen bestaat in boeken of diploma’s. In plaats daarvan erkent ze dat iedereen denkt — en dat er wijsheid schuilt in de alledaagse praktijk van mensen die hun bestaan vormgeven te midden van ongelijkheid, uitsluiting of verzet.

Examined Life laat zien dat kennis niet top-down wordt overgedragen, maar ontstaat in ontmoeting. Tussen mensen die samen hardop denken, zoeken, twijfelen en botsen. Het is een pleidooi voor collectieve intelligentie, waarin geen plek is voor de intellectuele hiërarchie die zoveel traditionele vormen van onderwijs en filosofie kenmerkt. Denken, bij Taylor, is geen individuele prestatie — het is een gedeelde oefening in begrijpen hoe de wereld werkt, en hoe ze anders kan.

Deze vorm van ‘straatfilosofie’ sluit nauw aan bij haar bredere overtuiging: dat ideeën niet geïsoleerd mogen worden van het leven waarvoor ze bedoeld zijn. Theorie is pas waardevol als ze zich laat mengen met de praktijk, met de chaos van het bestaan, en met de stem van mensen die vaak worden genegeerd. Kennis is, in die zin, iets dat we samen opbouwen — niet iets dat aan ons wordt uitgelegd.

Verandering groeit van onderop

Wat Taylor misschien wel het duidelijkst maakt: echte verandering komt niet van boven. Niet van sterke leiders of briljante denkers die de richting bepalen, maar van mensen die zich organiseren — samen, gelijkwaardig, zonder te wachten op toestemming. Verandering groeit van onderop, uit directe relaties tussen mensen die weigeren nog langer mee te draaien in een systeem dat hen uitput, verdeelt en uitsluit.

Ze gelooft in solidariteit als iets wat je doet, niet alleen wat je voelt. In het opbouwen van alternatieve structuren waarin mensen samenwerken op basis van vertrouwen, gedeelde verantwoordelijkheid en wederzijdse zorg. Dat kan klein beginnen: een buurtinitiatief, een collectieve keuken, een onderwijsproject zonder rangorde of een actiecomité dat weigert concessies te doen aan ‘wat politiek haalbaar is’. Maar juist in die kleinschaligheid schuilt een radicaal potentieel.

Taylor’s visie op verandering is geen afwachtende — ze pleit niet voor hervormingen ‘in de marge’, maar voor het bouwen aan de samenleving die we willen, hier en nu, in het klein én in het collectief. Niet als een utopie in de verte, maar als een oefening in het heden. In de manier waarop we organiseren, delen, besluiten en zorgen, leggen we de fundamenten voor een andere wereld. Geen blauwdruk van bovenaf, maar een sociale praktijk die zich ontvouwt in de handen van wie durft te beginnen.

Zo wordt solidariteit niet alleen een doel, maar ook het middel. Niet de beloning na de revolutie, maar de voorwaarde ervoor.

Waarom Astra Taylor ertoe doet

Astra Taylor laat zien dat denken geen luxe is, en dat actie niet alleen is weggelegd voor beroepsactivisten. Ze bewijst dat ideeën ertoe doen — zolang ze verbonden blijven met de wereld waarin mensen leven, werken, zorgen en strijden. Ze maakt filosofie tastbaar en politiek voelbaar. Haar werk legt bloot hoe macht werkt, wie daarvan profiteert, en hoe we die macht gezamenlijk kunnen terugveroveren.

In een tijd waarin velen zich machteloos voelen, geïsoleerd en overgeleverd aan systemen waar ze geen grip op hebben, stelt Taylor iets fundamenteels tegenover dat gevoel van uitzichtloosheid: solidariteit. Niet als abstract begrip, maar als een dagelijkse praktijk. Niet als iets dat vanzelf ontstaat, maar als iets dat je samen opbouwt. Je bent niet machteloos, zegt ze. Je bent alleen. Maar dat kun je veranderen.

Voor wie die verandering wil begrijpen én vormgeven, zijn de volgende werken van Taylor een uitstekend vertrekpunt:

  • 📘 Boek – Democracy May Not Exist, But We’ll Miss It When It’s Gone Een scherpe analyse van de paradoxen van onze tijd: waarom democratie zo wordt geprezen, maar zelden echt wordt geleefd. Taylor onderzoekt wat er ontbreekt — en wat we opnieuw kunnen opbouwen.
  • 🎥 Film – Examined Life Filosofie buiten de muren van de academie. In korte, toegankelijke gesprekken met denkers als Judith Butler en Slavoj Žižek onderzoekt Taylor hoe ideeën kunnen bewegen door het publieke leven. Denken met je voeten op straat.
  • ✊ Organisatie – Debt Collective Een unie van schuldenaars die schuld politiseert als systeemprobleem. Samen zetten ze de aanval in op het schuldenregime — niet door individueel verzet, maar door collectieve actie en wederzijdse steun.

Wie zich wil verdiepen in Taylor’s werk vindt op YouTube interviews, lezingen en de officiële trailer van Examined Life, waarin haar aanpak en engagement direct zichtbaar worden. Deze bronnen vormen geen eindpunt, maar een begin: een uitnodiging om mee te denken, mee te doen en mee te bouwen aan een wereld waarin macht niet van boven komt, maar van onderop groeit.

Want zoals Taylor keer op keer duidelijk maakt: een andere wereld is niet alleen nodig — ze is al in de maak. Maar alleen als we durven kiezen voor solidariteit als richting, als methode, en als dagelijkse praktijk.



  1. Solidariteit wordt hier begrepen als meer dan empathie of liefdadigheid. Het gaat om een wederkerige praktijk die uitgaat van gelijkwaardigheid, niet van hiërarchie. In deze benadering is solidariteit geen hulp ‘van bovenaf’, maar samenwerking tussen mensen die hun belangen en toekomst aan elkaar verbinden. Ze is gebaseerd op het idee dat vrijheid niet individueel bereikt wordt, maar collectief — door elkaar te steunen in strijd, zorg en opbouw. Dit betekent ook dat solidariteit niet afhankelijk is van gedeelde identiteit, maar van gedeelde inzet: jij bent belangrijk voor mijn vrijheid, en ik voor die van jou. Het is een ethiek van directe verantwoordelijkheid en horizontale relaties, gericht op het versterken van autonomie, niet het vervangen ervan door controle. ↩︎
  2. Wederzijdse hulp is een praktijk van collectieve ondersteuning waarin mensen vrijwillig zorg, middelen of arbeid delen — niet uit plicht of liefdadigheid, maar vanuit een gedeeld belang. Het draait om het opbouwen van veerkracht buiten formele structuren om, en het vervangen van afhankelijkheid door wederzijdse versterking. In tegenstelling tot hiërarchische hulpverlening is wederzijdse hulp horizontaal georganiseerd en gebaseerd op vertrouwen, gelijkwaardigheid en het besef dat zorg een gedeelde verantwoordelijkheid is. ↩︎

Aanbevolen voor jou