The Alarm ontstond in 1884 in Chicago als radicale arbeiderskrant. Het blad gaf stem aan anarcho-syndicalisten, pleitte voor directe actie en werd na de Haymarket-affaire het symbool van strijd, repressie en persvrijheid binnen de arbeidersbeweging.
Vrouwen in de Spaanse Burgeroorlog (1936–1939) namen hun vrijheid in eigen hand: zij vochten, organiseerden en bouwden nieuwe vormen van collectieve macht, waarmee ze de fundamenten van emancipatie en solidariteit ingrijpend herdefinieerden.
Errico Malatesta doorzag in 1922 dat Mussolini’s fascisme geen revolutie was, maar een bondgenootschap tussen elites en geweld. Zijn waarschuwingen tegen autoritarisme en parlementaire illusies blijven ook vandaag onheilspellend relevant.
Rudolf Rocker (1873–1958) was anarchist, schrijver en organisator die arbeiders wereldwijd inspireerde. Zijn leven toont hoe solidariteit, zelforganisatie en cultuur een krachtig alternatief vormen tegenover staat, nationalisme en ongelijkheid.
Charismatisch advocaat, dichter en activist Pietro Gori verwerkte idealen van vrijheid, solidariteit en gerechtigheid in zijn lezingen, liederen en pleidooien — zijn stem resoneerde onder arbeiders in Europa en Amerika, zelfs tijdens ballingschap.
Arbeiders in Argentinië organiseerden zich tegen politiek geweld en exploitatie, dwars door repressie en dictaturen. De FORA evolueerde van gefragmenteerde coöperaties tot een krachtige federatie die bleef vechten voor zelforganisatie en solidariteit van onderop.
César Andreu Iglesias onthult in Los derrotados de menselijke strijd tegen kolonialisme, armoede en politieke verdeeldheid in Puerto Rico. Met Sidney Mintz als vertaler krijgt het verhaal extra diepgang over waardigheid, sociale strijd en de erfenis van koloniale overheersing.
In 1964 werd vakbondsactiviste Kowsilla vermoord door een stakingsbreker in Guyana, een daad van koloniale onderdrukking en verdeel-en-heerspolitiek. De Britse autoriteiten manipuleerden verkiezingen en versterkten etnische spanningen om arbeidersstrijd te ondermijnen, wat leidde tot dodelijk geweld en massale ontwrichting.
In november 1918 trilde Amsterdam op zijn grondvesten door revolutionaire onrust. Terwijl Troelstra’s oproep tot revolutie faalde, stond de arbeidersklasse klaar voor verandering. Armoede, ongelijkheid en hoop dreven de stad naar een kruispunt van hervorming of revolutie.
Steun aan de nazi’s kwam vooral uit de economische en sociale onzekerheid van de kleinburgerij. Hun gevoelens van bedreiging legden de basis voor fascistische mobilisatie, terwijl georganiseerde arbeiders deze ideologie grotendeels verwierpen.