Simone de Beauvoir (1908–1986) dwarsboomde gevangen denkpatronen en genderhiërarchieën. Haar meesterwerk De Tweede Sekse wervelde als een interne storm in feministisch denken: vrouwen worden niet geboren maar gevormd door structuren—en dus is vrijheid altijd een keuze, geen geboortegegeven. Haar woorden roepen een wereld op zonder vanzelfsprekende gezagslijnen, waarin elk individu zelf vormgeeft aan identiteit en collectief handelt.
Op een caleidoscopische avond in De Balie wordt haar werk opnieuw tot leven gebracht via voordrachten, scènes en muziek—een avond die echoot met de geest van #MeToo, intersectionaliteit en weerstand tegen exclusieve bewegingen. Het is een samenkomst waarin Beauvoirs gedachtegoed wordt getest aan de actuele normen van hiërarchie en controle.
Beauvoir verkocht wereldwijd miljoenen van De Tweede Sekse, maar haar filosofie viel niet te vangen in verkoopcijfers alleen. In romans, essays en brieven filosofeert ze over solidariteit zonder leiderschap, over ouder worden zonder institutionele beperkingen, en over wat het betekent om afzonderlijk én samen te zijn. Ze toont hoe maatschappelijke structuren als machtsspel werken — en roept op tot hun ontmanteling door individuele autonomie te versterken over opgelegde rollen heen.
Voor deze avond gaan Franca Treur, Simon(e) van Saarloos, Heleen de Bruyne en De Balie-redacteuren Mirthe Frese & Merlijn Geurts in dialoog met Beauvoir’s gedachten over emancipatie, moederschap en zelfbeschikking. Zonder dirigisten of hiërarchische lijnen faciliteren deze schrijvers een vrije ruimte van reflectie en wederzijds stemmen. Ze nodigen uit tot een herinterpretatie van haar ideeën in de geest van wederzijdse ondersteuning, zelforganisatie en gedeelde verantwoordelijkheid.
Beauvoir’s eigen leven weerspiegelde haar filosofie. Geboren zonder bruidsschat in een religieus gezin, stond ze al vroeg op eigen benen. Ze weigerde traditionele verwachtingen, weifelde niet aan conventionele rollen en koos bewust voor intuïtieve autonomie. Tijdens haar studie in Parijs aan de Sorbonne en de École normale supérieure leerde ze Sartre kennen. Hun partnerschap was gebaseerd op wederzijdse vrijheid — seksuele, intellectuele én morele onafhankelijkheid — zonder de ketens van conventionele vormen van samenleven.
Met haar debuut L’Invitée (1938) en vooral De Tweede Sekse (1949) stelde ze tradities ter discussie: zij liet zien dat economie, gezin en sociale verwachtingen vrouwen mechanisch tot rollen reduceren. Ze stelde een model tegenover dat uitgaat van zelfbeschikking, wederzijdse erkenning en constante beweging—een epistemologie van vrijheid in plaats van fixatie.
Beauvoir bouwde voort op en radicaal herinterpreteerde stromingen van feminisme die ook worstelden met gezag en gelijkheid, zoals de denkers Audre Lorde en bell hooks. Haar latere werken — De Mandarijnen (1954), Une mort très douce (1964), Les belles images (1966) en La vieillesse (1970) — blijven resoneren met vragen over autonomie, ouderdom en identiteit. Na Sartres dood schreef ze La Cérémonie des adieux, een laatste testament van een gelijkwaardige relatie die vanzelfsprekend verlangt dat macht niet op voorhand wordt verdeeld.
Deze avond is niet alleen een hommage, maar een uitnodiging: wat zou het betekenen als we Beauvoirs visie radicaler opnemen—niet als theoretisch voetnoot, maar als praktische inspiratie voor samen leven zonder opgelegde autoriteit?