De Britse Labour-leider Keir Starmer lijkt, ondanks zijn label als sociaaldemocraat, eerder het handboek van rechtse politiek te volgen als het aankomt op Palestina en vluchtelingenbeleid. Onder zijn leiding heeft Labour meermaals standpunten ingenomen die nauwelijks te onderscheiden zijn van de Conservatieve Partij.
Een treffend voorbeeld hiervan is zijn kritiek op de uitspraak van een rechter om een Palestijns gezin asiel te verlenen op basis van het recht op gezinsleven volgens het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. In plaats van de uitspraak te omarmen, stelde Starmer dat dit recht “te breed” werd geïnterpreteerd – een opmerkelijke uitspraak voor iemand die ooit mensenrechtenadvocaat was.
Wapenleveringen en weigering van verantwoordelijkheid
Het Britse beleid over Palestina is ronduit schandalig. Het land levert vrolijk wapens aan Israël – wapens die Palestijnse huizen verwoesten en gezinnen ontheemd maken – maar weigert vervolgens de mensen op te vangen die juist voor dat geweld op de vlucht slaan. En dat noemen ze dan ‘rationeel beleid’. Volgens het VK is het land “te vol” voor Palestijnse vluchtelingen, maar voor Oekraïners maken ze met gemak een uitzondering. Dit is geen toeval; dit is racisme dat diep verweven zit in het migratiebeleid. Oekraïense vluchtelingen worden met open armen ontvangen, terwijl Palestijnen en andere mensen van kleur worden genegeerd of afgeschilderd als ‘last’.
Wat betekent dit voor Nederland?
Hoewel het makkelijk is om met de vinger naar het VK te wijzen, is Nederland allesbehalve onschuldig als het gaat om vergelijkbare kwesties. Neem het debat over Palestijnse vluchtelingen in Nederland. We hebben een politieke elite die zich vaak als “neutraal” presenteert in het Israël-Palestina conflict, maar ondertussen blijft investeren in economische en militaire samenwerking met Israël. Denk aan de wapenexporten en samenwerking op hightech en militaire technologie.
Daarnaast is het Nederlandse asielbeleid, net als in het VK, steeds selectiever geworden. Denk aan hoe Syrische vluchtelingen vaak moesten knokken voor een verblijfsvergunning, terwijl Oekraïners zonder veel bureaucratie toegang kregen tot huisvesting, werk en onderwijs. De flexibiliteit die Nederland liet zien voor Oekraïners was lovenswaardig, maar het benadrukt ook de weigering om dezelfde solidariteit te tonen aan vluchtelingen uit Afrika, het Midden-Oosten en Azië. Dit zijn patronen die de Nederlandse politiek dichter bij de Britse dan de progressieve idealen brengen waar we soms prat op gaan.
Hypocrisie en racisme als kern van beleid
Wat misschien nog wel verontrustender is, is hoe partijen die zichzelf traditioneel als links beschouwen steeds vaker rechtse retoriek overnemen. In Nederland zien we dit duidelijk bij de PvdA. Zo bleef de partij opvallend stil tijdens de recente escalaties in Gaza, terwijl duizenden Palestijnen werden gebombardeerd en ontheemd. Deze stilte lijkt ingegeven door angst om stemmen te verliezen of het label ‘extreem links’ opgeplakt te krijgen, vooral nu de politieke middenweg steeds rechtser wordt.
Tegelijkertijd zien we hoe rechtse partijen, zoals de VVD, openlijk steun blijven uitspreken voor Israël. Denk bijvoorbeeld aan de uitspraken van VVD-leider Rutte, die Israël regelmatig “de enige democratie in het Midden-Oosten” noemt, zonder enige aandacht voor de bezetting of de schendingen van mensenrechten. Dit maakt de terughoudendheid van sociaaldemocraten zoals de PvdA des te schrijnender. Toen Tweede Kamerleden van DENK een motie indienden om de wapenexport naar Israël te stoppen, stemde de PvdA tegen, samen met de rechtse partijen. Waar blijft de solidariteit met de Palestijnse zaak als zelfs linkse partijen bang zijn om kleur te bekennen?
Deze houding is geen incident. We zien het bijvoorbeeld ook bij de Haagse houding tegenover vluchtelingen. Toen Nederland in 2021 besloot Afghaanse evacués op te nemen na de val van Kabul, ging dat gepaard met lange wachttijden en bureaucratische obstakels, terwijl Oekraïense vluchtelingen in 2022 met minimale rompslomp toegang kregen tot huisvesting en voorzieningen. Dit soort selectiviteit, waarin raciale en geopolitieke belangen doorslaggevend zijn, wordt niet alleen getolereerd maar actief gereproduceerd – zelfs door partijen die ooit een links alternatief zouden moeten bieden.
Een oproep tot actie
Wat kunnen we doen? Links – zowel in Nederland als in het VK – moet een heldere en moreel consistente lijn trekken. Dat betekent het verdedigen van vluchtelingenrechten, ongeacht afkomst, en het aanpakken van de onderliggende oorzaken van migratie, zoals gewapende conflicten waarin onze regeringen medeplichtig zijn. Voor Nederland betekent dit ook het heroverwegen van economische en militaire banden met Israël en het actief steunen van Palestijnse rechten.
Solidariteit moet niet afhankelijk zijn van iemands huidskleur of nationaliteit. Als we blijven wegkijken, zijn we niet alleen medeplichtig aan de vervolging van Palestijnen, maar verliezen we ook de kernwaarden die links definieert.
Starmer: een lege huls zonder visie
Keir Starmer wordt steeds meer gezien als een marionet van Labour’s rechtse factie, een man zonder duidelijke visie die door zijn eigen team als “nuttige idioot” wordt weggezet. Volgens recente onthullingen uit het boek Get In: The Inside Story of Labour Under Starmer, beschouwt zijn inner circle hem als een tijdelijke vervanger, een HR-manager in plaats van een leider. Het doel? De linkervleugel van de partij vernietigen en uiteindelijk vervangen door iemand zoals de ultra-establishment-linkse Wes Streeting.
Maar hier ligt een fundamenteel probleem: de rechtse factie binnen Labour heeft geen antwoorden op de structurele crises in Groot-Brittannië. Waar New Labour tenminste een project had – het menselijker maken van Thatcherisme via belastinginkomsten uit de City – ontbreekt bij Starmer’s team iedere vorm van richting of doel. Deze leegte vertaalt zich in beleid dat inconsistent is en vatbaar voor druk van gevestigde belangen, zoals de plannen voor Heathrow-uitbreiding en het toestaan van buitenlandse politieke donaties.
Hoe links irrelevant wordt
De kern van het probleem is dat Starmer’s Labour precies weet wat het wil vermijden – de “vreselijke linksen” – maar geen idee heeft waar het voor staat. Terwijl de economische ongelijkheid toeneemt en de levensstandaard daalt, bieden partijen zoals Labour geen alternatief. Deze vacuüm laat ruimte voor extreemrechts, zoals Nigel Farage’s Reform UK, om populistische oplossingen te presenteren, gebaseerd op het aanwijzen van zondebokken zoals migranten en minderheden.
De Labour-linkervleugel moet volgens Guardian-journalist Owen Jones stoppen met fungeren als boksbal van Starmer’s team. Een radicale stap, zoals het verlaten van Labour en het vormen van een alliantie met de Groenen of onafhankelijke linkse parlementsleden, zou een strategische druk van links kunnen genereren. Dit zou Labour dwingen om werkelijk progressieve standpunten in te nemen, in plaats van een slap aftreksel te blijven van Neoliberaal links politiek.
Hoe gaat het hier in Nederland?
De situatie in Labour heeft opvallende parallellen met partijen zoals de PvdA in Nederland. Ook hier zien we hoe de partij zich naar het centrum heeft bewogen, schijnbaar om electoraal aantrekkelijk te blijven, terwijl linkse idealen worden opgeofferd. Net zoals Labour in het VK zich afzet tegen Corbynisme, heeft de PvdA vaak afstand genomen van échte progressieve politiek uit angst om radicaal over te komen.
Dit gebrek aan richting en visie creëert ook in Nederland ruimte voor populistisch rechts. Zonder een stevig en geloofwaardig links alternatief zullen partijen als de BBB, PVV en FvD blijven profiteren van de onvrede onder kiezers.
Net zoals in het VK geldt ook hier: als links niet durft te vechten voor herverdeling van macht en welvaart, zal extreemrechts de nationale agenda blijven bepalen.