Terwijl de wereld toekijkt, vechten honderdduizenden Turken voor iets dat veel regeringen al te gemakkelijk lijken te vergeten: echte democratie. Hun moed verdient méér dan een schouderophalen en lege woorden. Want in Turkije voltrekt zich een drama dat ons allemaal aangaat: de langzame, maar doelbewuste vernietiging van democratische instituties door president Recep Tayyip Erdoğan.
Turkije: bondgenoot, maar tegen welke prijs?
Dat de Verenigde Staten en Europa bereid zijn samen te werken met regimes die niet aan hun eigen democratische standaarden voldoen, is niets nieuws. Soms is pragmatiek nodig in een wereld vol geopolitieke spanningen. Maar het blijft een ongemakkelijke waarheid: door te zwijgen over repressie, geven democratieën hun eigen principes uit handen.
En Erdoğan maakt daar schaamteloos gebruik van. Al meer dan twintig jaar wurgt hij langzaam maar zeker de Turkse democratie. Hij veranderde de grondwet om zijn macht uit te breiden, knevelde rechters, onderdrukte de vrije pers en liet tegenstanders opsluiten. De recente arrestatie van Ekrem İmamoğlu, de populaire burgemeester van Istanbul en Erdogans voornaamste uitdager, markeert een nieuw dieptepunt.
Dat Erdoğan deze positie zo schaamteloos kan uitbuiten, is mede te danken aan Europa zelf. In 2016 sloot de Europese Unie, met actieve steun van onder meer de Nederlandse regering-Rutte, een vluchtelingendeal met Turkije. In ruil voor miljarden euro’s beloofde Erdoğan om vluchtelingen tegen te houden aan de Europese grenzen. Deze afspraak zette Europa in een afhankelijke positie: kritiek op Erdoğan’s steeds openlijkere autoritarisme werd ingeruild voor kortetermijnstabiliteit.
Sindsdien heeft Erdoğan Europa effectief gegijzeld. Iedere keer dat Europese leiders hun mond opendoen over mensenrechten of democratische principes, hangt Erdoğan de dreiging boven de markt: “Wil je opnieuw miljoenen vluchtelingen?” Het gevolg is dat Europa, uit angst, zwijgt terwijl in Turkije de fundamenten van de republiek worden gesloopt. De prijs voor deze pragmatische ‘deal’ blijkt uiteindelijk veel hoger dan geld: het is de geloofwaardigheid van de Europese democratie zelf.
De arrestatie van hoop
İmamoğlu is niet zomaar een tegenstander. Als lid van de Republikeinse Volkspartij (CHP) – de partij die ooit door Atatürk zelf werd opgericht – vertegenwoordigt hij een seculiere, democratische visie op Turkije. Zijn overwinning in 2019 op Erdoğan’s kandidaat in Istanbul was een belangrijk signaal: een groot deel van de bevolking verlangt naar verandering.
Dat Erdoğan vervolgens die verkiezing liet annuleren en İmamoğlu bij de herverkiezing nóg overtuigender zag winnen, toont hoe wanhopig de president vasthoudt aan de macht. Zijn aanhouding van İmamoğlu – op twijfelachtige gronden, samen met bijna honderd medewerkers – is een bladzijde rechtstreeks uit het handboek van autocraten.
De laffe stilte van het Westen
Hoe reageerde de wereld? Met stilzwijgen, zachte woorden, wegkijken. De voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, noemde de arrestatie “zorgwekkend”. Zorgwekkend? Wanneer democratische fundamenten worden gesloopt, zijn bezorgde zuchtjes onvoldoende. Ze zijn zelfs medeplichtig.
De Verenigde Staten en Europa blijven hun bondgenoot Turkije vasthouden, uit angst voor instabiliteit in de regio, vluchtelingenstromen en militaire belangen. Turkije heeft immers het op één na grootste leger binnen de NAVO. Maar door Erdoğan’s autocratische neigingen te negeren, ondermijnen zij hun eigen waarden én creëren zij precies de instabiliteit die ze vrezen.
Erdoğan’s ware gezicht
Erdoğan kwam ooit aan de macht als hervormer. Hij breidde burgerrechten uit, bracht het leger onder civiel gezag en stimuleerde economische groei. Maar zoals zoveel machthebbers die te lang blijven zitten, veranderde hij in een karikatuur van zichzelf: paranoïde, rancuneus en wanhopig gehecht aan zijn positie. Zijn transformatie lijkt sterk op die van andere ‘gekozen autocraten’, zoals Vladimir Poetin.
De arrestatie van İmamoğlu laat zien dat Erdoğan vastbesloten is president voor het leven te blijven. Misschien probeert hij binnenkort zelfs opnieuw de grondwet te veranderen om verkiezingsregels te omzeilen.
De rol van het Westen
Het Westen kan en moet meer doen. Turkije is kwetsbaar voor internationale druk: Duitsland is niet alleen de grootste handelspartner van Turkije, maar ook jarenlang een belangrijke leverancier van wapens en militaire technologie geweest. Zelfs terwijl Erdoğan de democratie ondermijnde, gingen de leveringen door.
Een schrijnend voorbeeld: Duitse Leopard 2-tanks werden door Turkse troepen ingezet bij militaire operaties in Noord-Syrië, onder andere tegen Koerdische gemeenschappen. Deze tanks, oorspronkelijk bedoeld voor defensie, werden gebruikt voor offensieve aanvallen — inclusief operaties waarbij burgers het slachtoffer werden. Duitsland wist dit, maar beperkte zijn wapenexport pas gedeeltelijk na internationale protesten in 2019. Zelfs daarna bleven leveringen van onderdelen en onderhoudscontracten gewoon doorgaan, weggemoffeld onder het excuus van “bestaande verplichtingen”.
Door deze handel maakt Duitsland zich direct medeverantwoordelijk voor Erdoğan’s binnenlandse repressie en buitenlandse agressie. De Europese economische samenwerking met Turkije is zo niet slechts een pragmatische verstandhouding, maar een vorm van actieve enabling van autoritaire macht.
Zolang Europese landen economische belangen — of angst voor vluchtelingenstromen — boven mensenrechten stellen, krijgt Erdoğan vrij spel om Turkije verder richting autocratie en islamistisch extremisme te sturen.
De Europese Unie, met Duitsland als zwaargewicht, moet ondubbelzinnig duidelijk maken: geen wapens meer voor een regime dat zijn eigen bevolking onderdrukt en buurlanden destabiliseert. Geen excuses meer over ‘defensieve goederen’. Geen handel zonder harde garanties voor democratische hervormingen.
Daarnaast moeten landen gezamenlijk sancties treffen tegen Turkse functionarissen die betrokken zijn bij politieke repressie. Niet uit rancune, maar uit solidariteit met de miljoenen Turken die strijden voor vrijheid, rechtsstaat en menselijke waardigheid.
Zolang de moedige Turkse burgers bereid zijn hun vrijheid te verdedigen op straat, kunnen wij ons geen laf pragmatisme permitteren. Solidariteit vereist keuzes — ook als die economisch pijn doen.
De kracht van solidariteit
Na de arrestatie van İmamoğlu kwamen honderdduizenden mensen de straat op – ondanks het risico op arrestatie, geweld en langdurige gevangenisstraffen. Die moed verdient méér dan diplomatiek gemompel. Het verdient actieve solidariteit.
Want laten we eerlijk zijn: als democratie ergens instort, verzwakt het overal. Als Erdoğan zonder serieuze consequenties een dictator kan worden, zullen andere machthebbers volgen. Stilte is geen neutraliteit; stilte is partij kiezen voor onderdrukking.
Hun strijd is ook de onze
Wat er nu in Turkije gebeurt, is een waarschuwing. Democratie is geen vanzelfsprekendheid. Het is een dagelijkse strijd, gevoerd door mensen die hun leven riskeren om iets beters op te bouwen. Onze solidariteit met hen mag niet beperkt blijven tot lege woorden. Het is tijd dat de wereld – en zeker Europa – kiest voor de kant van de vrijheid.
Repressie op 1 mei toont Erdoğan’s angst voor de arbeidersklasse
Alsof de arrestatie van İmamoğlu nog niet genoeg bewijs was van Erdoğan’s afkeer van democratie, maakte 1 mei pijnlijk duidelijk hoe ver zijn regering bereid is te gaan om de georganiseerde arbeidersklasse het zwijgen op te leggen. In Istanbul werd het openbaar vervoer grotendeels stilgelegd — geen metro’s, geen bussen, geen veerboten — om te voorkomen dat mensen de straat op konden voor de jaarlijkse 1 mei-demonstraties.
Meer dan honderd mensen werden gearresteerd omdat ze van plan zouden zijn geweest te protesteren op het Taksimplein, een historisch symbool van de arbeidersbeweging. En dat terwijl het Turkse Grondwettelijk Hof vorig jaar nog oordeelde dat het verbod op demonstraties daar ongrondwettelijk is. Maar Erdoğan trekt zich niets aan van rechtspraak als het hem niet uitkomt.
De arrestaties begonnen al vóór 1 mei. In aanloop naar de dag vielen agenten woningen binnen in onder andere Istanbul, Ankara en Izmir. Meer dan 150 leden van linkse partijen, vakbonden en jongerenorganisaties werden in de vroege ochtenduren opgepakt. Hun ‘misdaad’? Zich voorbereiden op een demonstratie die grondwettelijk beschermd zou moeten zijn.
De boodschap is helder: iedere poging om sociale onvrede collectief te uiten, wordt behandeld als een bedreiging voor de staat. En terecht, zou je bijna zeggen — want het is precies de georganiseerde arbeidersklasse die het potentieel heeft om het autoritaire project van Erdoğan te breken. De massale opkomst bij protesten na İmamoğlu’s arrestatie liet dat al zien.
Maar ook binnen de oppositie is de angst voor radicale democratisering groot. De CHP en hun bondgenoten in de vakbonden kozen tijdens 1 mei opnieuw voor terughoudendheid. Toen Taksim werd afgesloten, weken ze uit naar andere wijken zoals Kadıköy, in plaats van het grondwettelijke recht op protest te verdedigen. Daarmee lieten ze de voorhoede van de arbeidersbeweging — jonge mensen, radicale werkers, studenten — geïsoleerd tegenover de oproerpolitie. Het is een terugkerend patroon: de gevestigde oppositie probeert volkswoede in te kapselen, af te leiden, en uiteindelijk te neutraliseren.
Wat we zien, is dat de strijd tegen Erdoğan niet alleen een gevecht is tegen één man of één partij, maar tegen een systeem dat gebaseerd is op angst, ongelijkheid en onderdrukking. Het is ook een strijd tegen de lafheid van een ‘oppositie’ die liever verkiezingen organiseert dan confrontaties aangaat, zelfs als het regime die verkiezingen zelf ondermijnt.
Toch is er hoop. De duizenden mensen die ondanks alles de straat op gingen, tonen dat het vuur van verzet nog altijd brandt in Turkije. Wat nodig is, is een onafhankelijke arbeidersbeweging, geworteld in internationale solidariteit, die niet bang is om recht tegenover het staatsapparaat te gaan staan — en die weigert haar strijd uit te besteden aan partijen die zelf deel uitmaken van de gevestigde orde.
De strijd om Taksim is méér dan een strijd om een plein. Het is een strijd om wie de toekomst van Turkije bepaalt: een repressieve elite of het georganiseerde volk.