In het collectieve bewustzijn verschijnt de staat vaak als vanzelfsprekend. Een neutrale beheerder van het algemeen belang, een rationeel antwoord op de chaos van het ‘natuurlijke’ mensenleven. Dat is de mythe die ons van jongs af aan wordt ingeprent. Maar wat als die mythe geen remedie is tegen chaos, maar juist haar meest geavanceerde vorm?
Peter Gelderloos stelt in Worshiping Power een fundamentele vraag: hoe zijn we de staat gaan zien als iets noodzakelijks, zelfs natuurlijks? Zijn antwoord is ongemakkelijk en juist daarom van belang: de staat is niet het product van vooruitgang, maar van onderwerping.
De staat is geen neutraal instrument, maar een historisch project van dominantie.
Elke theorie die de staat verklaart als een spontane reactie op toenemende complexiteit — landbouw, infrastructuur, bevolkingsgroei — schiet tekort wanneer we kijken naar de talloze, goed georganiseerde samenlevingen die eeuwenlang zonder staat functioneerden. Horizontale netwerken van samenwerking, solidariteit en gedeelde verantwoordelijkheid bestonden zonder gecentraliseerd gezag, bureaucratie of geweldsmonopolie.
Wat wél universeel lijkt bij het ontstaan van staten? Het patriarcaat. Of beter gezegd: de institutionalisering van hiërarchieën gebaseerd op geslacht, afkomst en spirituele autoriteit. Het is geen toeval dat elke opkomende staat haar fundament vindt in de onderwerping van vrouwen en de normalisering van een ‘natuurlijke’ orde. Tempels, priesterschappen en rituelen vormden de voedingsbodem voor gezag, lang voordat soldaten en belastinginners hun intrede deden.
Kennis is nooit neutraal.
Gelderloos laat zien hoe de academische wereld — uitzonderingen daargelaten — vaak opereert binnen het denkkader van staatsmacht. Onderzoek naar staatsvorming wordt doorgaans gefinancierd door regimes die hun gezag willen vestigen of herstellen in regio’s als Irak, Somalië of Afghanistan. De kernvraag is zelden: Hoe leven we zonder staten?, maar eerder: Hoe herstellen we staatsgezag daar waar het afbrokkelde? Het is een epistemologische valstrik: de staat is niet alleen het object van studie, maar ook de impliciete norm.
De mythe van vooruitgang.
De dominante westerse geschiedschrijving — van ‘barbarij’ naar ‘beschaving’, van ‘stam’ naar ‘staat’, van ‘traditie’ naar ‘moderniteit’ — is doordrenkt van suprematistische logica. Niet alleen eurocentrisch, maar ook doortrokken van het idee van onvermijdelijkheid. Alsof de staat de eindbestemming is van menselijke ontwikkeling, en geen tijdelijke, gewelddadige afwijking.
Maar stel dat we de geschiedenis lezen als een veld vol kruispunten — waarvan vele bewust zijn dichtgegroeid, gewist of genegeerd?
Ecologie, spiritualiteit, verwantschap en crisis als breuklijnen.
Wat Worshiping Power krachtig maakt, is dat het geen allesverklarende theorie biedt, maar een mozaïek van routes waarlangs gezag werd gevestigd. Soms via oorlog, soms via religieuze elites, soms via ecologische rampen die door de machtigen werden aangegrepen om nieuwe gehoorzaamheid af te dwingen.
En telkens opnieuw: een georganiseerde onteigening van macht, weg van de gemeenschap, richting een elite. Via tempels. Via priesters. Via grenzen. Via de ‘nationale identiteit’. De staat ontstond niet om te beschermen — maar om te disciplineren.

Waarom ‘revoluties’ zelden bevrijding brengen.
De geschiedenis telt talloze opstanden, maar weinig echte bevrijding. Hoe komt dat? Omdat de fundamenten — patriarchaat, autoriteit, gehoorzaamheid — vaak overeind blijven, ook als de machthebbers wisselen. De ‘onderdaan’ wordt ‘burger’, maar de logica blijft: gehoorzamen, produceren, opofferen. De staat krijgt het etiket ‘democratisch’, maar blijft een hiërarchisch machtsapparaat. Vervang de koning door een parlement — de politie blijft de politie.
Wat als vrijheid geen stembriefje is, maar een manier van leven?
De diepste vraag die dit boek oproept is niet historisch, maar existentieel: wat betekent het om werkelijk vrij te zijn? Niet als consument of kiezer, maar als mens die zijn leefwereld mede vormgeeft — zonder vertegenwoordiging, zonder opgelegd gezag, zonder de keurslijven van een natiestaat.
Gelderloos schrijft niet vanuit een ivoren toren, maar vanuit de praktijk van verzet. Vanuit de overtuiging dat ware verandering niet komt door nieuwe leiders, maar door het afleren van leiderschap. Door het besef dat we kunnen organiseren, bouwen, beschermen — zónder centrale macht.
Tot slot.
Wanneer we de staat niet langer beschouwen als een vanzelfsprekendheid, maar als een historische anomalie, opent zich een nieuw landschap. Geen utopie, maar een reële mogelijkheid. Gefundeerd op duizenden jaren aan vergeten geschiedenis. Aan samenlevingen die kozen voor horizontale structuren, die weerstand boden aan centralisering, die vrijheid zagen als gedeelde verantwoordelijkheid, niet als competitieve autonomie.
De toekomst hoeft geen herhaling te zijn. Maar dan moeten we wel durven ophouden de staat als vertrekpunt te nemen.
‘Worshipping Power’ rekent af met gebrekkige theorieën over het ontstaan van de eerste staten en biedt een frisse kijk op hoe verwantschap, religie en handel zelforganisatie hebben onderdrukt. Gelderloos’ betrokken benadering van menselijke samenlevingen is vernieuwend, maar blijft begrijpelijk voor een breed publiek. Een krachtig pleidooi tegen een maatschappelijk systeem dat zó alomtegenwoordig is geworden, dat we het bijna niet meer opmerken.
sjakoo.nl/worshiping-power/