Roberto Martina (61) heeft een leven geleid dat zowel persoonlijke als maatschappelijke strijd combineert. Geboren op Curaçao en naar Nederland verhuisd in zijn twintiger jaren, vond hij hier vrijheid, maar ook confrontatie. “Dit land is mooi,” zegt hij, “maar er is genoeg ruimte voor verbetering. Met name in hoe we omgaan met ons koloniale- en slavernijverleden.”
Als onderwijzer werd hij een belangrijk rolmodel voor jonge jongens, en als LHBTQ+-activist zet hij zich onvermoeibaar in voor een inclusieve samenleving. Hij ziet platforms zoals vrheid.nl als essentieel: “Samenwerking en solidariteit zijn onze kracht. Alleen door collectieve inspanning kunnen we echte verandering realiseren.” In dit interview deelt hij zijn inzichten over intersectionele strijd, zijn persoonlijke reis, en de hoop op een rechtvaardiger toekomst.
Advertentie:
Interviewer: Roberto, bedankt dat je tijd voor ons maakt. Laten we bij het begin beginnen. Wat zijn je meest levendige herinneringen aan je jeugd op Curaçao?
Roberto Martina: Mijn jeugd… die was prachtig en complex tegelijk. Curaçao is een klein eiland, weet je, en als jongen voelde ik dat elke dag. Iedereen kende elkaar. Ik was nooit zomaar Roberto, ik was altijd “yu di Jonchi di banda bau” — de zoon van Jonchi van de wijk beneden de heuvel. Het gaf een gevoel van gemeenschap, maar ook dat je altijd bekeken werd. Dat maakte het lastig om mezelf te zijn.
Wat ik me ook goed herinner, zijn de lora’s, die prachtige groene parkieten die zo typisch zijn voor Curaçao. Ik zag ze vaak in de buurt van ons huis. Die vogels staan voor mij symbool voor vrijheid, iets waar ik als jongen altijd naar verlangde, al wist ik niet precies waarom.
Interviewer: Je zegt dat je naar vrijheid verlangde. Had dat te maken met je seksualiteit?
Roberto Martina: Absoluut. Ik was als tiener diep in de kast. Curaçao was toen – en misschien nu nog steeds – een plek waar je vooral niet moest afwijken. Ik voelde de druk van familie, kerk, school… Ik hield mijn gevoelens voor mezelf, uit angst voor afwijzing. Pas toen ik in Nederland kwam, voelde ik ruimte om echt te ontdekken wie ik was.
Interviewer: Wat bracht je naar Nederland?
Roberto Martina: Een mix van nieuwsgierigheid en de drang om te ontsnappen. In mijn twintiger jaren wilde ik weg van de benauwdheid van het eiland en een plek vinden waar ik kon ademen. Nederland leek de obvious keuze, omdat ons onderwijssysteem daar volledig op gericht was. Op school leerden we over de Nederlandse rivieren en provincies, maar niets over ons eigen koloniale verleden. Dat maakte Nederland tot een soort mysterieus beloofd land.
Maar toen ik hier kwam, merkte ik snel dat de Nederlanders zichzelf graag zien als tolerant en niet-racistisch. Dat is hun zelfbeeld, maar de werkelijkheid is anders. Ze willen hun white privilege vaak niet erkennen. Toch vond ik in Nederland ook iets bijzonders. De eerste keer dat ik uitging in de gay scene voelde ik dat er meer mensen waren zoals ik. Dat was bevrijdend.
Interviewer: Je hebt jarenlang in het onderwijs gewerkt. Wat betekende dat voor jou?
Roberto Martina: Onderwijs gaf me een kans om iets terug te geven. Het systeem was Nederlands, maar de kinderen waren net zoals ik: ze worstelden soms met hun plek in een wereld die hen niet altijd erkende. Als een van de weinige mannelijke leraren merkte ik dat ik een rolmodel werd, vooral voor jonge jongens. Het was geen rol die ik bewust zocht, maar eentje die ik met trots oppakte.
Interviewer: En wat dreef je om je in te zetten voor LHBTQ+-rechten?
Roberto Martina: Mijn eigen ervaringen, natuurlijk. Maar ook het besef dat queer zijn en zwart zijn in Nederland een dubbele strijd is. Toen ik begon met activisme, zag ik dat veel LHBTQ+-organisaties vooral gericht waren op witte mensen. Er was weinig aandacht voor hoe queerfobie en racisme elkaar versterken. Dat wilde ik veranderen. Het was nodig om te laten zien dat onze strijd intersectioneel moet zijn.
Interviewer: Hoe zie je de huidige strijd voor inclusiviteit?
Roberto Martina: We zijn verder gekomen, maar er is nog een lange weg te gaan. Mensen praten nu over intersectionaliteit, en dat is winst. Maar woorden zijn goedkoop. Wat ik vaak zie, is dat mensen bang zijn om echt hun privileges te delen. Verandering doet pijn, dat is nu eenmaal zo. En Nederland heeft moeite met die pijn, omdat het zichzelf als progressief ziet. Maar als je progressief bent, moet je ook durven kijken naar je eigen schaduwkant.
Interviewer: Heb je tot slot een boodschap voor de volgende generatie activisten?
Roberto Martina: Ja, twee dingen. Eén: blijf vragen stellen, zelfs als dat ongemakkelijk is. Vooral aan jezelf. En twee: vier je identiteit. Of je nu queer bent, zwart, of wat dan ook, jouw identiteit is je kracht. Laat niemand je wijsmaken dat je minder waard bent. Je hebt recht op je plek in deze wereld. En als ze je die plek niet geven, neem hem dan.
Hoewel dit interview is geïnspireerd door echte verhalen en historische gebeurtenissen, bevat het fictieve elementen. Het doel is om bewustwording te creëren rond structurele onrechtvaardigheden die talloze mensen beïnvloeden. Roberto Martina staat symbool voor veerkracht, intersectionele solidariteit en de voortdurende strijd tegen racisme, kolonialisme en queerfobie – waarden die cruciaal zijn in onze gezamenlijke inspanningen voor een inclusievere en rechtvaardigere samenleving.
Advertenties: Door op een van de advertenties te klikken, help je ons enorm—het kost jou niets, maar maakt een groot verschil voor ons!