Boze persoon in regenboogshirt schreeuwt in een donkere steeg
Uitdrukking van queer woede tegen pinkwashing en commerciële toe-eigening van Pride

Regenboog als rookgordijn: hoe pinkwashing marketing maakt van emancipatie

3 minutes, 54 seconds Read

Er wringt iets fundamenteels wanneer vrijheid pas gevierd mag worden als ze winst oplevert. Zodra het kapitalisme zich warmloopt voor een zaak, moet je jezelf afvragen: wie wordt hier eigenlijk gevierd — en wie wordt er verkocht? In juli lijken regenboogkleuren onvermijdelijk. Ze duiken op in etalages, op verpakkingen, zelfs op overheidswebsites. Alsof acceptatie simpelweg een kwestie van huisstijl is.

Maar echte emancipatie laat zich niet verpakken. Wat als die zichtbaarheid juist dient om het onrecht weg te moffelen? Zelfs hier, op een kritisch weblog als dit, dreigt de paradox: dat woede verteerbaar wordt gemaakt, dat scherpe taal alsnog eindigt als klikbare content. Maar misschien is het juist daarom nodig om te blijven schrijven — om het narratief te onderbreken voordat het zichzelf herhaalt.

Pride begon niet met confetti en DJ’s, maar met protest. Met opstand tegen politiegeweld, institutionele onderdrukking en sociale uitsluiting. Die radicale oorsprong wordt vandaag zorgvuldig weggemoffeld onder laagjes glanzende merchandise en persberichten die klinken als reclamepraatjes. Pride is omgevormd tot merk — bruikbaar voor multinationals en staten die zichzelf willen wassen in de kleuren van de regenboog. Wat ooit stond voor verzet is verworden tot reclamemoment. Pinkwashing is geen bijzaak meer, maar een uitgekiende strategie van afleiding en façadevorming.

Zichtbaarheid is verzet

Van verzet naar verkoopstrategie

Wat begon als een strijd om bestaansrecht, wordt nu herleid tot een tijdelijke huisstijlwijziging in juni. Merken brengen regenboog-edities uit van sneakers, cola en kauwgom – niet omdat ze ergens voor staan, maar omdat “inclusiviteit” omzet oplevert. Die regenboog beschermt niet, ze maskeert. Geen structurele verandering. Geen verantwoordelijkheid. Geen herverdeling. Alleen symbolen – uitgekleed, gepolijst, en verkocht in maat M t/m XL.

En ondertussen? Waar is de werkende klasse in deze campagnes? Waar zijn de migranten? Waar is de zwarte transvrouw met drie bijbanen? Onzichtbaar. Uitgewist. Want zij brengen geen likes op. Hun bestaansrecht laat zich lastig monetariseren. Hun pijn past niet in een limited edition verpakking met glitterfolie.

De regenboog als PR-middel

Deze commerciële toe-eigening is niet alleen cynisch — ze is gevaarlijk. Ze stelt bedrijven in staat zich progressief te positioneren, terwijl hun praktijken onveranderd oneerlijk blijven. Uitbuiting, belastingontwijking, ecologische schade — ze verdwijnen onder een regenbooglaagje. Wie klaagt, wordt weggezet als zuur of ondankbaar: “Maar kijk toch eens, ze doen toch hun best?”

En het is niet alleen het bedrijfsleven dat de regenboog inzet als façade. Staten spelen hetzelfde spel – en vaak met nóg sinistere bedoelingen. Israël is daar een schrijnend voorbeeld van. Onder het mom van progressiviteit profileert het land zich als “de enige LHBTQIA+-vriendelijke plek in het Midden-Oosten”, een claim die gretig wordt herhaald op internationale conferenties, in diplomatieke campagnes en toeristische brochures. Maar achter deze regenboogretoriek schuilt een harde realiteit: Palestijnse queer-personen worden systematisch gemarginaliseerd, geïntimideerd en soms zelfs gechanteerd door Israëlische inlichtingendiensten, die hun seksuele oriëntatie gebruiken als pressiemiddel om informatie te verkrijgen of medewerking af te dwingen. In bezette gebieden wordt de identiteit van LHBTQIA+-Palestijnen ingezet als wapen — niet ter bescherming, maar als middel van controle. De regenboogvlag, ooit symbool van bevrijding, wordt in deze context herleid tot camouflage voor koloniale overheersing. Wat gepresenteerd wordt als tolerantie, fungeert in werkelijkheid als witwasmiddel voor apartheid en onderdrukking.

In Canada paradeert de politie mee met Pride, terwijl ze tegelijk geweld blijft gebruiken tegen inheemse, zwarte en gender-non-conforme mensen. De stoet is geen protest meer, maar PR. De boodschap: “Kijk ons eens inclusief zijn.” Intussen is de wapenstok nog nat van de vorige arrestatie.

Wat we niet zien in regenbooglicht

In Nederland doet Zeeman mee met regenboog-T-shirts, zonder herverdeling of beleidshervorming. Maar dat is geen uitzondering — dat is het systeem. Kapitalisme leert ons: identiteit is waardevol, zolang je de scherpe randen afveilt. Pride is geen toevalstreffer in hun campagneplanning; het is een logisch gevolg van een economisch model dat zelfs verzet probeert te herleiden tot koopgedrag.

En dus moeten we ons blijven afvragen: wie wint er bij deze commerciële Pride? Wie mag op het podium? En wie moet op de stoep blijven staan? Welke stemmen worden gehoord — en welke systematisch genegeerd?

Queer is de Revolutie. Ruimte voor queer liefde en verzet: verhalen over gekozen families, solidariteit, zorg en rebellie. Liefde als krachtbron en strijdmiddel voor een vrijere wereld.

Pride is geen feestje — het is frontlinie

Het wordt tijd om het verhaal terug te claimen. Emancipatie is geen merch. Solidariteit is geen slogan. Echte rechtvaardigheid vraagt lef, geen logo. Ze breekt met structuren die onderdrukking normaliseren: politie, bedrijven, staten, grenzen.

De strijd voor queer-vrijheid is geen op zichzelf staand thema. Ze is verweven met antiracisme, feminisme, klimaatrechtvaardigheid, klassenstrijd. Geen enkele regenboog mag daar overheen geverfd worden. Zolang winst boven mensenlevens gaat, zolang queer-arbeiders worden uitgebuit, zolang trans vluchtelingen worden gedeporteerd, is Pride geen feest — maar strijd.

Laat je dus niet foppen door de regenboog boven een fastfoodketen. Echte solidariteit is weerbarstig. Ze is radicaal, onhandelbaar, en weigert tevreden te zijn met een T-shirt.

Help ons groeien - deel dit bericht

Aanbevolen voor jou