Op Internationale Vrouwendag vieren we de strijd voor vrouwenrechten en gelijkheid. Maar als we kijken naar wie er wél en wie er níet wordt gesteund, valt op dat deze solidariteit soms selectief is. Vooral vrouwen in Palestina lijken buiten de boot te vallen. Waarom? En wat zegt dat over het feminisme van vandaag?
Het Onzichtbare Lijden van Palestijnse Vrouwen
In Palestina, en vooral in Gaza, leven vrouwen onder extreme omstandigheden. De Israëlische bezetting van Palestina weegt zwaar op de autonomie van Palestijnse vrouwen. Vrouwen trekken zich steeds vaker terug uit het openbare leven, bang om slachtoffer te worden van (seksuele) intimidatie aan controleposten van het Israëlische leger of uit vrees voor aanvallen door extremistische kolonisten. De bezetting en blokkades zorgen ervoor dat basisvoorzieningen zoals voedsel, schoon drinkwater en medische zorg nauwelijks beschikbaar zijn. Dit raakt vrouwen op een vernietigende manier. Zwangere vrouwen kunnen vaak niet naar een ziekenhuis en moeten zonder verdoving bevallen, met levensgevaarlijke complicaties als gevolg. Moeders graven met hun blote handen in het puin, op zoek naar hun kinderen, levend of dood. Menstruatie wordt een dagelijkse strijd, niet alleen door het gebrek aan maandverband en schone wc’s, maar ook door de totale afwezigheid van privacy. En in Israëlische gevangenissen zitten talloze Palestijnse vrouwen vast, blootgesteld aan mishandeling, isolatie en soms seksueel geweld.
Deze structurele onderdrukking wordt bevestigd door onafhankelijke VN-experts, die waarschuwen voor ernstige mensenrechtenschendingen tegen Palestijnse vrouwen in Gaza en de Westelijke Jordaanoever. Zij uiten hun zorgen over geloofwaardige meldingen van doelgerichte executies en systematische verkrachtingen door Israëlische strijdkrachten. Volgens de VN-rapporteurs worden vrouwen willekeurig vastgezet, mishandeld en onderworpen aan onmenselijke en vernederende behandeling. Sommigen krijgen geen toegang tot basisbehoeften zoals maandverband, voedsel en medicijnen. Anderen zouden in kooien zijn vastgehouden, blootgesteld aan kou en regen, zonder eten.
Daarnaast melden de VN-experts dat vrouwelijke Palestijnse gevangenen slachtoffer zijn van seksuele aanranding en verkrachting, of daarmee worden bedreigd. Hoewel de exacte omvang van deze misstanden nog niet volledig is vastgesteld, roepen de rapporteurs op tot een onafhankelijk onderzoek en eisen zij dat Israël hieraan meewerkt. De getuigenissen versterken het beeld van Palestijnse vrouwen als de meest vergeten slachtoffers van dit conflict, terwijl westerse feministische solidariteit grotendeels uitblijft.
Toch blijft het opvallend stil binnen veel westerse feministische kringen. Waar felle kritiek klinkt op vrouwenonderdrukking in landen als Iran en Afghanistan, lijkt de onderdrukking van Palestijnse vrouwen nauwelijks een onderwerp van discussie. Hoe kan het dat feminisme, een beweging die zich zegt in te zetten voor álle vrouwen, juist deze vrouwen zo vaak vergeet?
Waarom Zwijgt Het Westerse Feminisme?
Veel westerse feministen bekijken vrouwenrechten door een westerse bril en helpen vrouwen binnen hun eigen culturele referentiekader. Vrouwen met een hoofddoek worden vaak gezien als slachtoffers die ‘gered’ moeten worden van hun ‘achtergestelde cultuur’. Maar Palestijnse vrouwen vragen niet om bevrijding van hun cultuur – ze vragen om het einde van een bezetting.
Dit past niet in het traditionele ‘reddersnarratief’ van het Westen. En dus worden Palestijnse vrouwen genegeerd, of erger nog, gezien als onderdeel van ‘het probleem’. Ze worden niet erkend als individuen met rechten en dromen, maar gereduceerd tot ‘de vrouw van’ of ‘de moeder van een toekomstige terrorist’.
Daarnaast wordt feminisme in het Westen soms ingezet als een politiek instrument om islamofobie te verhullen. Europese landen die de hoofddoek verbieden onder het mom van ‘emancipatie’ laten ondertussen vluchtelingenvrouwen aan de grens sterven. Dit dubbele gezicht van het feminisme – strijden voor sommige vrouwen terwijl anderen genegeerd of gemarginaliseerd worden – is hypocriet.
Een Eerlijker Feminisme: Iedereen Moet Meetellen
Als feminisme écht over gelijkheid en rechtvaardigheid gaat, dan kan het zich niet beperken tot de vrouwen voor wie het comfortabel is om op te komen. Solidariteit betekent dat we ons niet alleen inzetten voor de vrouwen die binnen het westerse wereldbeeld passen, maar ook voor degenen die systematisch worden genegeerd. Het betekent strijden voor vrouwen in Palestina, Sudan en andere onderdrukte gebieden, waar patriarchale structuren en politieke onderdrukking hand in hand gaan. Het houdt in dat we erkennen hoe racisme en islamofobie het feminisme van binnenuit aantasten, waardoor bepaalde vrouwen minder snel steun krijgen dan anderen. En het vereist dat we begrijpen dat niet elke vrouw ‘gered’ wil worden, maar vooral vrij wil zijn – op haar eigen voorwaarden, binnen haar eigen context. Een feminisme dat bepaalde vrouwen uitsluit, is geen feminisme. Echte solidariteit kent geen grenzen.
We zijn pas vrij als we allemaal vrij zijn – mét al onze verschillen. Het is tijd om onze stem te verheffen voor álle vrouwen.