Baruch Spinoza, de invloedrijke Nederlandse filosoof uit Amsterdam, verkondigde dat God en de natuur één zijn en alles volgens vaste regels gebeurt. Zijn ideeën over ethiek en geluk blijven relevant en inspirerend.
Hannah Arendt analyseerde de dynamiek tussen macht, kwaad en vrijheid. Haar werk blijft relevant in tijden van politieke crisis, waarschuwend voor de gevaren van onverschilligheid en benadrukkend de waarde van actief, publiek handelen.
Simone de Beauvoir doorbrak sociale structuren die vrouwen tot ‘de ander’ maakten en pleitte voor autonomie, solidariteit en gelijkwaardigheid. Haar praktijk en filosofie zijn relevant voor hedendaagse discussies over feministische autonomie en collectieve vrijheid.
Peter Kropotkin en Bob Marley delen een krachtige visie op mentale bevrijding en rechtvaardigheid: Kropotkin pleitte eind 19e eeuw voor geestelijke vrijheid en wederzijdse hulp, Marley bracht zelfemancipatie via muziek en de Rastafari-traditie tot leven.
Marx en Engels zien vrijheid als een historisch proces dat actieve maatschappelijke verandering vereist. Ze benadrukken het belang van praktische actie, zelfinzicht, en het opheffen van vervreemding om ware vrijheid te bereiken.