Een groep arbeiders van achteren gezien, allemaal met petten op

Geld is macht. Macht leidt per definitie tot onderdrukking en uitbuiting

In onze samenleving is het bezit van geld een directe maatstaf voor de hoeveelheid macht die iemand kan uitoefenen. Deze macht wordt niet neutraal of gelijkmatig verdeeld, maar systematisch ingezet om de belangen van de rijken te beschermen en te versterken, vaak ten koste van de armen. Dit is een dynamiek die we door de geschiedenis heen zien terugkeren, van de koloniale tijd tot de hedendaagse economische verhoudingen.

Wanneer de rijken de armen beroven, heet het ‘zakendoen’. Grote bedrijven besparen miljarden door middel van belastingontwijking, terwijl de gewone werkende mens wordt gekort op sociale voorzieningen. Denk bijvoorbeeld aan de economische crisis van 2008: de banken werden gered door de overheid met belastinggeld, terwijl de arbeidersklasse de crisis moest uitzweten in de vorm van bezuinigingen en baanverlies. Wat eufemistisch wordt aangeduid als ‘zaken doen’, is niets anders dan het profiteren van de zwakke plekken in het systeem. Maar wanneer de armen, gedreven door wanhoop en onrecht, terugvechten en opkomen voor hun rechten, wordt dit al snel bestempeld als ‘rellen’ of ‘geweld’. Is het niet ironisch dat degenen die het meest hebben, het minst bijdragen?

Deze ongelijke behandeling is geen toeval, maar het gevolg van een kapitalistisch systeem waarin winstbejag de hoogste prioriteit heeft en menselijke waardigheid ondergeschikt is. Politici en beleidsmakers verdedigen vaak de belangen van de elite, waardoor structurele ongelijkheid in stand wordt gehouden. De werkende klasse draagt de lasten van economische crises, terwijl de rijken worden gered met belastinggeld. Dit toont aan dat de ongelijke behandeling geen anomalie is, maar een structureel kenmerk van het kapitalisme.

Waar het kapitalisme de belangen van de elite beschermt ten koste van de velen, zou een socialistische samenleving streven naar rechtvaardigheid door macht en welvaart eerlijk te verdelen onder het volk.

In een socialistische samenleving zou de welvaart eerlijker worden verdeeld, en zou de machtsdynamiek fundamenteel anders zijn. De macht zou niet in handen liggen van een rijke elite, maar zou gedeeld worden door het volk als geheel. Sociale voorzieningen zoals gezondheidszorg en onderwijs zouden voor iedereen toegankelijk zijn, gefinancierd door rechtvaardige belastingen die de rijken hun eerlijke deel laten betalen. De rijken zouden niet langer in staat zijn om de armen te onderdrukken, en de armen zouden niet langer gedwongen worden om te vechten voor hun basisrechten.

Het kapitalisme werkt door middel van scheve machtsverhoudingen, waarbij de armen voortdurend worden onderdrukt door degenen die de middelen van productie in handen hebben. Elke poging van de armen om hun situatie te verbeteren, wordt bestempeld als een bedreiging voor de status quo en met harde hand onderdrukt. Dit zien we bijvoorbeeld terug in de manier waarop vakbonden worden aangepakt, of hoe protesten vaak met disproportioneel politiegeweld worden neergeslagen.

Keer op keer worden de armen het zwijgen opgelegd, terwijl de rijken ongestoord hun gang gaan. Geld is het bloed dat door de aderen van het kapitalisme stroomt, terwijl macht de zuurstof is die de elites in leven houdt. Maar deze dynamiek is niet onvermijdelijk; het is het resultaat van bewuste keuzes en structuren die worden onderhouden door degenen die er baat bij hebben.

De tijd is gekomen om de macht van het kapitaal te breken en solidariteit op te bouwen. Alleen door samen te vechten voor een rechtvaardiger systeem kunnen we de cirkel van onderdrukking doorbreken en een samenleving opbouwen waarin iedereen, ongeacht hun economische achtergrond, dezelfde rechten en kansen heeft. Het is tijd om de macht terug te nemen en een einde te maken aan deze ongelijkheid.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *