Symptoom van een dieper probleem – Het afgelopen weekend, op 27 juni, is het gebouw van de Turkse vereniging in Veendam beklad met neo-nazistische leuzen. Ook de naastgelegen moskee bleef niet gespaard van deze afschuwelijke daad. Deze gebeurtenis kan niet worden afgedaan als een incident. Het is een symptoom van een klimaat waarin racisme en islamofobie steeds verder worden genormaliseerd.
Veendam is niet uniek in dit opzicht. In heel Nederland zien we hoe extreemrechts terrein wint, niet alleen op straat, maar ook aan de stembus. Bij de recente Europese verkiezingen behaalde de PVV van Geert Wilders 17 procent van de stemmen in Veendam en werd daarmee de tweede partij. Dit is meer dan een verkiezingsuitslag; het is een spiegel die de groeiende verdeeldheid en angst in onze samenleving weerspiegelt.
De normalisatie van haat
Het succes van partijen zoals de PVV is niet toevallig. Hun retoriek – een constante stroom van vijandigheid jegens migranten en moslims – schept een sfeer waarin dergelijke aanvallen geen uitzonderingen meer zijn, maar een logisch gevolg van het politieke discours. Wanneer een politicus op nationale televisie kan spreken over “de tsunami van islamisering” zonder consequenties, biedt dat impliciet groen licht aan extremisten om deze woorden in daden om te zetten.
De bekladding van de Turkse vereniging en de moskee in Veendam is dus geen losstaand voorval, maar een waarschuwing. Het laat zien hoe diep de wortels van haat en onverdraagzaamheid inmiddels in onze samenleving reiken. Dit gebeurt niet in een vacuüm: het is het resultaat van jarenlange desinformatie, stigmatisering en politieke strategieën die erop gericht zijn om angst en verdeeldheid te zaaien.
Waarom dit niet genegeerd mag worden
Het is verleidelijk om deze gebeurtenis af te doen als een geïsoleerd incident van een paar “rotte appels”. Maar dat zou een vergissing zijn. Iedere keer dat we een dergelijke daad minimaliseren of wegwuiven, versterken we de structuren die dit mogelijk maken. Het is belangrijk om deze aanval niet alleen te veroordelen, maar ook de bredere context te benoemen: de institutionele en culturele factoren die extreemrechts extremisme voeden.
Daarnaast moeten we kritisch kijken naar de rol van de media. Hoe vaak zien we dat incidenten zoals deze worden gereduceerd tot korte nieuwsberichten, zonder diepgaande analyse van de achterliggende oorzaken? Dit gebrek aan context werkt desensibilisering in de hand en laat de werkelijke impact van deze haatdragende daden onderbelicht.
Wat nu?
De verantwoordelijkheid om dit te bestrijden ligt bij ons allemaal. Politici, media, maatschappelijke organisaties en burgers moeten samenkomen om te bouwen aan een inclusieve samenleving. Dit betekent niet alleen dat we aanvallen zoals die in Veendam krachtig veroordelen, maar ook dat we actie ondernemen om de structurele oorzaken aan te pakken.
• Politieke verantwoording: Het is tijd om politieke partijen verantwoordelijk te houden voor het klimaat dat zij creëren. Politieke leiders die haatzaaien of angst zaaien voor politiek gewin moeten worden aangesproken en gestopt.
• Gemeenschapsopbouw: Lokale gemeenschappen moeten investeren in dialoog en samenwerking tussen verschillende groepen. Het versterken van sociale cohesie is een krachtig wapen tegen extremisme.
• Onderwijs: Racisme en discriminatie beginnen vaak bij onwetendheid. Onderwijsprogramma’s die focussen op diversiteit en kritisch denken zijn cruciaal om toekomstige generaties weerbaarder te maken tegen haatzaaierij.
Een oproep tot solidariteit
De moslimgemeenschap en de Turkse gemeenschap in Veendam verdienen onze solidariteit – niet alleen in woorden, maar ook in daden. Laten we ons uitspreken tegen deze aanval en samen bouwen aan een Nederland waarin niemand bang hoeft te zijn om zichzelf te zijn.
Dit is geen tijd voor passiviteit of nuance. Dit is een moment om op te staan en duidelijk te maken dat haat geen plaats heeft in onze samenleving. Veendam is misschien het toneel van deze aanval, maar de strijd tegen extreemrechts extremisme is een verantwoordelijkheid van ons allemaal.