In een samenleving die zichzelf rechtvaardig en welvarend noemt, zou zorg vanzelfsprekend moeten zijn. Toch laat straatarts Michelle van Tongerloo in Komt een land bij de dokter een ander Nederland zien: Een land waarin mensen zonder adres of papieren buiten de structuren van zorg en hulpverlening vallen. Haar verhaal is zowel een aanklacht tegen een falend zorgsysteem als een pleidooi voor menselijkheid en structurele verandering.
Een Arts Tussen Bureaucratische Scherven
Michelle van Tongerloo is geen doorsnee huisarts. Ze werkt met mensen zonder adres, verzekering of enige vorm van zekerheid. Haar werk speelt zich af op de breuklijnen van een samenleving waarin bureaucratie de menselijke noodzaak vaak overschaduwt. Een schrijnend voorbeeld is Emely, een moeder van twee die van loket naar loket wordt gestuurd om iets basaals als een postadres te regelen. Voor mensen zoals zij – de “economisch daklozen” – is overleven een voltijdse opdracht.
De Zelfredzaamheid-Matrix: Hulp of Hindernis?
De Zelfredzaamheid-Matrix, ontwikkeld om de mate van onafhankelijkheid van mensen in kaart te brengen, is verworden tot een bureaucratisch wapen dat uitsluit in plaats van helpt. Dit instrument evalueert mensen op hun vaardigheden, sociale netwerken en financiële middelen, en lijkt op het eerste gezicht objectief. Maar de realiteit is schrijnend: een nacht op de bank van een vriend? Een pluspunt. Zelf boodschappen doen? Nog een pluspunt. De uitkomst? Geen hulp, want u bent volgens het systeem “zelfredzaam genoeg.”
Deze matrix weerspiegelt een diepgewortelde ideologie: de overtuiging dat mensen zichzelf moeten redden, met minimale overheidssteun. Het legt de verantwoordelijkheid voor overleven bij het individu, terwijl structurele problemen – zoals woningnood en ontoegankelijke zorg – buiten beeld blijven.
“Het systeem eist dat je telkens opnieuw je waardigheid inlevert. Steeds weer moet je je verhaal doen, terwijl ze je situatie al kennen.”
Van Tongerloo laat zien hoe dit instrument fungeert als een bureaucratische muur. Mensen zoals Emely, zonder vaste woonplek, worden gedwongen keer op keer hun verhaal te doen aan medewerkers die hun situatie terugbrengen tot een score. Deze cijfers bepalen hun lot, maar doen niets om de kernproblemen op te lossen. Ze reduceren de mens tot een administratieve optelsom, terwijl de echte hulp uitblijft.
Buiten de Lijntjes Kleuren
Als straatarts is Van Tongerloo vaak gedwongen om buiten het systeem te werken. Ze organiseert crowdfundingacties, regelt tijdelijke hotelkamers en bemiddelt bij scholen. Deze initiatieven zijn niet zonder risico. Haar ervaringen zijn een constante confrontatie met een systeem dat lijkt te zijn ontworpen om de meest kwetsbaren buiten te sluiten.
“Buiten de lijntjes kleuren is gevaarlijk, maar binnen de lijntjes blijven betekent dat ik mijn patiënten niet kan helpen.”
Van Tongerloo’s eigen ervaring illustreert dit pijnlijk. Ze werd ontslagen nadat ze kritiek uitte op het beleid van de gemeente – een moment dat haar strijdlust alleen maar versterkte. “Buiten de lijntjes kleuren is gevaarlijk,” zegt ze, “maar het alternatief is wegkijken.”
De Systematische Uitholling van de Verzorgingsstaat
Van Tongerloo’s boek biedt een ontluisterend beeld van hoe de Nederlandse verzorgingsstaat systematisch wordt uitgehold. In de afgelopen decennia zijn publieke voorzieningen steeds meer onderworpen aan marktwerking. Zorginstellingen moeten winst maken, sociale vangnetten worden omgevormd tot ‘prikkels’ die werk moeten stimuleren, en gemeenten moeten bezuinigen, vaak over de ruggen van de meest kwetsbaren.
De Zelfredzaamheid-Matrix is slechts een symptoom van deze bredere trend. Het idee dat mensen zelfredzaam moeten zijn, sluit naadloos aan bij een neoliberale agenda waarin hulp geen recht meer is, maar een gunst die men moet verdienen. Bezuinigingen op sociale zekerheid en zorg hebben geleid tot een situatie waarin steeds meer mensen tussen wal en schip vallen.
“We behandelen symptomen, maar we negeren de oorzaken. Dat is geen zorg, dat is crisismanagement.”
Van Tongerloo beschrijft deze ontwikkeling treffend als “pleisters plakken op de open wonden van het beleid.” Steeds meer hulpverleners – van artsen tot maatschappelijk werkers – worden gedwongen te opereren binnen systemen die hen beperken. Ze kunnen hooguit symptomen bestrijden, terwijl de oorzaken onaangeroerd blijven. Dit proces maakt het systeem steeds onmenselijker: efficiëntie boven empathie, controle boven compassie.
De Bed-Bad-Brood-Mythe
De sluiting van de Landelijke Vreemdelingen Voorzieningen (LVV), beter bekend als de bed-bad-broodregeling, is een schrijnend voorbeeld van hoe de meest kwetsbaren de dupe worden van beleid. Deze regeling bood basale hulp aan ongedocumenteerden, een laatste strohalm voor hen die nergens anders heen konden. Maar zelfs dit summiere vangnet wordt nu afgebouwd. Rotterdam heeft als eerste grote stad de regeling volledig afgeschaft.
Hamid, een Algerijnse man die al decennia in Nederland woont, verloor zijn toegang tot opvang toen de regeling werd afgeschaft. Zonder verblijfsvergunning en zonder toegang tot medische zorg is hij overgeleverd aan de straat. “Ik ben niet meer dan een nummer in hun systeem,” zegt hij. Zijn verhaal toont hoe een bureaucratisch besluit niet alleen mensen in de kou zet, maar ook levens vernietigt. Voor mensen zoals Hamid betekent dit niet alleen het verlies van een dak boven hun hoofd, maar ook van de basale medische zorg die voor iedereen toegankelijk zou moeten zijn.
Rotterdam, ooit geprezen om zijn pragmatische benadering van kwetsbare groepen, kiest nu voor een onverschillig beleid dat eerder problemen verergert dan oplost. Het afbouwen van de LVV laat niet alleen mensen in de kou staan, maar zet ook een zorgwekkend precedent voor andere steden.
De Onmenselijkheid van Fabers Argumentatie
Minister Marjolein Faber (PVV) voegt met haar beleid en uitspraken een nieuwe dimensie toe aan de verschraling van het recht op zorg en opvang. Haar betoog dat de bed-bad-broodregeling moet worden afgeschaft om ongedocumenteerden te “stimuleren” terug te keren naar hun land van herkomst, ontkent niet alleen de realiteit, maar laat ook een schrijnend gebrek aan empathie zien.
Voor veel ongedocumenteerden is terugkeer geen optie. Hun landen van herkomst weigeren hen op te nemen, of ze hebben geen netwerk of middelen om opnieuw te beginnen. De consequentie? Niet integratie of vertrek, maar een leven op straat – zonder medische zorg, zonder veiligheid, zonder hoop. Het idee dat dakloosheid en ontbering een effectief beleid zouden vormen, is niet alleen cynisch, maar ook destructief. Het produceert geen oplossingen, alleen menselijk lijden.
Dit gebrek aan empathie werd recent opnieuw zichtbaar toen Faber een opvanglocatie in Apeldoorn afwees, omdat deze volgens haar “niet sober genoeg” was. Het plan bood eenpersoonskamers binnen gedeelde woningen, waarin bewoners samen kookten en sanitair deelden – een opzet die privacy én integratie zou bevorderen. Toch oordeelde Faber dat één persoon per slaapkamer een “luxe” was. Gemeenten zoals Apeldoorn, die proberen opvang te bieden binnen realistische kaders, worden hierdoor tegengewerkt door een minister die haar spelregels halverwege verandert. Zoals burgemeester Mark Boumans opmerkte: “Met het oog op privacy en leefbaarheid vind ik een eigen slaapkamer goed verdedigbaar.”
Faber’s suggestie dat artsen zouden moeten overwegen of het “niet eens tijd wordt dat iemand teruggaat naar huis” gaat nog een stap verder. Het vraagt van medici om hun rol als zorgverleners te verruilen voor die van poortwachters in een systeem dat uitsluiting bevordert. Van Tongerloo’s scherpe reactie – “Moet ik als arts de Flixbus bellen?” – legt de absurditeit en onmenselijkheid van dit voorstel genadeloos bloot.
“De medische eed verplicht me om iedereen te helpen. Dit beleid vraagt me om die eed te breken.”
De medische beroepsgroep wordt hiermee in een moreel conflict geplaatst. Enerzijds gebonden aan de eed om iedereen te helpen, anderzijds geconfronteerd met een beleid dat mensen veroordeelt tot een uitzichtloos bestaan. Dit beleid is niet alleen inefficiënt, maar ook fundamenteel in strijd met de menselijke waardigheid.
Het Medicijn: Menselijkheid
Van Tongerloo’s boek biedt meer dan een scherpe diagnose van een falend zorgsysteem. Het wijst ook richting oplossingen, al zijn deze radicaal in een tijd waarin marktwerking en efficiëntie allesbepalend lijken. Haar conclusie is onontkoombaar: zorg is een verdienmodel geworden, en kwetsbare mensen passen niet in de spreadsheets van beleidsmakers. Dit systeem is niet gericht op genezing, maar op controle en winstmaximalisatie.
Van Tongerloo pleit voor een herwaardering van zorg als een fundamenteel recht, niet als een privilege. Dit vraagt om meer dan kleine aanpassingen. Het vereist een structurele herziening van de prioriteiten in onze samenleving: van winst naar welzijn, van uitsluiting naar solidariteit.
Met haar stichting Lekker Geven laat Van Tongerloo zien hoe directe hulp een verschil kan maken. Mensen zoals Emely en Hamid worden met deze initiatieven tijdelijk ondersteund. Maar zij benadrukt dat dit niet meer dan een pleister is op een open wond. Zonder politieke wil en een diepgaande herwaardering van solidariteit blijven structurele oplossingen uit. “Menselijkheid moet weer de basis worden,” stelt ze.
“Menselijkheid is geen luxe; het is een basisvoorwaarde voor een rechtvaardige samenleving.”
Het herdefiniëren van zorg vraagt om moed: om buiten de lijntjes te kleuren, om systemen ter discussie te stellen en om de focus te verschuiven van beleid naar mensen. Alleen zo kunnen we een samenleving creëren waarin niemand door de mazen van het vangnet glipt.
Een Spiegel voor Nederland
Komt een land bij de dokter is niet alleen een boek over zorg. Het is een spiegel voor Nederland. Het laat zien hoe de gaten in het sociale vangnet groter worden, hoe mensen verdwalen in een bureaucratisch doolhof en hoe solidariteit steeds meer een luxe lijkt te worden. Maar het is ook een oproep aan ons allemaal om niet weg te kijken. Want zoals Van Tongerloo zelf zegt: “Wij springen in de gaten die de overheid laat vallen.”
De vraag is niet alleen hoe lang we dit accepteren, maar ook: wat kun jij doen om verandering te brengen?
Wat Kunnen We Doen?
Als samenleving hebben we de keuze om anders te handelen. Door ons te informeren, ons uit te spreken tegen beleid dat mensen uitsluit, en door organisaties zoals de Pauluskerk en Lekker Geven te steunen, kunnen we bijdragen aan een meer rechtvaardige wereld. En misschien, als we allemaal buiten de lijntjes durven kleuren, kunnen we het systeem veranderen.
Boek: Komt een land bij de dokter
Michelle van Tongerloo biedt een indringend en kritisch perspectief op de staat van de Nederlandse zorg en de strijd van kwetsbare groepen. Dit boek is een must-read voor iedereen die geeft om solidariteit, empathie en structurele verandering.
Advertenties: Door op een van de advertenties te klikken, help je ons enorm—het kost jou niets, maar maakt een groot verschil voor ons!