Selectieve verontwaardiging: De verdraaide waarheid over de Maccabi-rellen

In haar vlijmscherpe column voor NRC legde Karin Amatmoekrim de gebrekkige berichtgeving rond de recente Maccabi-rellen in Amsterdam bloot. Ze beschrijft hoe Israëlische voetbalsupporters de hoofdstad doorkruisten met openlijke provocaties en racistische uitlatingen. Ze spuugden naar meisjes met hoofddoeken, riepen slogans als “Fuck Palestine,” en verspreidden beledigende leuzen over Palestijnse kinderen. De realiteit dat dit gedrag leidde tot confrontaties wordt in het publieke discours echter verdraaid tot een kwestie van ‘on-Amsterdamse Jodenhaat,’ waarbij de media maar wat graag het beeld in stand houden van onschuldige Israëlische fans die ten prooi vallen aan vermeende racistische aanvallen.

De boodschap van Amatmoekrim raakt aan een groter probleem dat verder reikt dan dit specifieke incident: het systematische falen van de Nederlandse media en politici om de waarheid te weerspiegelen als het gaat om Israëlisch-Palestijnse spanningen. In plaats daarvan is er een bereidheid om kritiek op Israël te versimpelen en al te snel te bestempelen als antisemitisme. En wie blijft deze verdraaide realiteit in stand houden? Politiechef Erik Akerboom, Dick Schoof, en burgemeester Femke Halsema – allen schijnbaar gevangen in het narratief van eenzijdige verontwaardiging.


Advertentie:


De rol van Schoof en de verborgen agenda van Wilders

Dick Schoof, Wilders’ marionet en schaduwpremier, lijkt zich in dienst van een rechts-nationalistische agenda te hebben opgesteld die racisme tegen Palestijnen en Arabische Nederlanders normaliseert, terwijl hij elke vorm van kritiek op Israël onmiddellijk associeert met antisemitisme. Onder invloed van figuren als Geert Wilders, die een obsessieve steun voor Israël combineert met openlijk racistische uitspraken over Arabische en islamitische gemeenschappen, lijken de uitlatingen van Schoof een strategische functie te hebben: het versterken van het idee dat Nederland een onveilig bastion is voor Joodse burgers en dat de dreiging vooral van islamitische jongeren komt.

Dit verhaal ondersteunt Wilders’ politieke agenda van angst en xenofobie. Door de Israëlische hooligans te presenteren als slachtoffers van Jodenhaat, wordt kritiek op Israël onterecht in het antisemitische hokje geplaatst en wordt de aandacht afgeleid van de ware provocateurs – in dit geval, de aanhangers van Maccabi Tel Aviv die openlijk Palestijnse levens en waardigheid aanvielen. Schoof weigert in te gaan op de realiteit die Amatmoekrim beschrijft en legt een rookgordijn van ‘veiligheidsdreiging’ om het daadwerkelijke racisme van deze groep te verhullen.

Halsema’s blindheid en de selectieve verontwaardiging in Amsterdam

Burgemeester Femke Halsema, een zelfverklaard progressief bestuurder, lijkt in deze kwestie een opmerkelijk gebrek aan kritisch inzicht te tonen. Haar blinde acceptatie van het door de politie en NCTV opgezette beeld versterkt de polarisatie en draagt bij aan het stigmatiseren van Amsterdamse jongeren van kleur. Halsema verklaarde eerder dat Amsterdam voor alle bevolkingsgroepen een veilige plek moet zijn, maar als burgemeester tolereert ze openlijke provocaties van racistische groepen, zonder enige poging om de ware situatie te onderzoeken of aan te pakken.

In plaats van op te komen voor de veiligheid van álle Amsterdammers, kiest Halsema ervoor om zich kritiekloos aan te sluiten bij een eenzijdige versie van de gebeurtenissen die de Israëlische provocaties bagatelliseert en de reacties daarop demoniseert. De realiteit, zoals Amatmoekrim treffend beschrijft, is dat er geen enkel bewijs is dat Amsterdamse Joden doelwit waren van het geweld. Het doelwit waren racistische hooligans die zonder enige vorm van respect voor de stad en haar inwoners bewust de spanningen hebben opgezweept.

Media en de verstrengeling van Israëlische politiek en antisemitisme

De media spelen een essentiële rol in het versterken van Netanyahu’s verdraaiing van de werkelijkheid. Door het conflict te framen als een kwestie van antisemitisme, wordt elke kans om de ware aard van het Israëlische beleid en de voortdurende provocaties bloot te leggen, effectief gesmoord. Netanyahu benut deze framing om zijn agressieve beleid in Gaza te verhullen, waarbij hij de aandacht afleidt van wat velen beschouwen als een genocide. Dit biedt hem de ruimte om Israël in de slachtofferrol te positioneren, waardoor het land zich onschendbaar kan opstellen tegenover internationale kritiek.

Aantal Palestijnse Doden in Gaza sinds 7 oktober 2023

0

Antisemitisme is uiteraard een ernstig probleem, maar door alle kritiek op Israëlische acties onder deze noemer te scharen, ontstaat een gevaarlijk simplistische weergave van de situatie. Het voedt zowel de angst binnen Joodse gemeenschappen als de misvatting dat kritiek op de Israëlische staat en haar daden automatisch neerkomt op Jodenhaat. Zo wordt een giftige situatie gecreëerd waarin echte zorgen over antisemitisme worden gebruikt om misstanden in Israël te verhullen. Deze verdraaiing maakt het haast onmogelijk om het geweld en onrecht tegen Palestijnen aan te kaarten zonder beschuldigd te worden van antisemitisme – precies de context waarin Netanyahu en zijn bondgenoten willen opereren om ongestoord hun beleid voort te zetten.

Waar ligt de echte schande?

Amatmoekrim raakt aan een essentieel punt: het ware schandaal is niet het geweld tegen de Maccabi-supporters, maar het feit dat de stad Amsterdam deze groep die de misdaden van een regering toejuicht, met open armen heeft ontvangen. Dezelfde stad die voortdurend beweert een veilige en inclusieve ruimte te zijn, blijkt in praktijk blind voor racisme tegen Palestijnen en Arabieren. Halsema en andere beleidsmakers tonen een schokkende bereidheid om Israëlische provocaties goed te praten en de respons daarop te veroordelen.

Karin Amatmoekrim maakt met haar woorden helder dat het niet de reacties op de provocaties zijn die we zouden moeten veroordelen, maar de provocaties zelf. De werkelijke schande ligt in de onverschilligheid tegenover een ideologie die het doden van Palestijnse kinderen als triomf ziet en daarin ongehinderd kan doorgaan. De stilte van Nederlandse leiders en media bij zulke excessen is geen teken van neutraliteit; het is een zwijgen dat aan de verkeerde kant van de geschiedenis staat.

In plaats van kritiek op Israël of zijn supporters gelijk te stellen aan antisemitisme, zou het de rol van media en beleidsmakers moeten zijn om geweld en onderdrukking ongeacht de dader kritisch te belichten. Alleen dan kan er sprake zijn van echte rechtvaardigheid en solidariteit – principes waar Amatmoekrim in haar column recht door zee voor pleit.

Lees de volledige column van Karin Amatmoekrim in NRC: Het grote gelijk van Israël


Responsive Banner