Katie Halper is een Joodse journaliste en presentatrice uit de Verenigde Staten, bekend om haar scherpe politieke analyses en onafhankelijke toon. In haar werk keert zij zich vaak tegen gevestigde machtsstructuren en tegen de vanzelfsprekendheid waarmee overheden geweld rechtvaardigen. Halper schrijft en spreekt vanuit een houding die wantrouwig staat tegenover autoriteit, partijdiscipline en nationale mythen, en die juist de stemmen van onderdrukten en dissidenten centraal stelt. Dit maakt haar perspectief uitgesproken ongemakkelijk voor machthebbers: zij weigert de grenzen te respecteren die door staten, instituties of conventies worden opgelegd, en stelt daar een radicale vorm van solidariteit en menselijke waardigheid tegenover.
De vergelijking tussen de Holocaust en hedendaagse conflicten behoort tot de meest beladen en controversiële retorische strategieën in het publieke debat. Katie Halper stelt echter dat deze vergelijking, hoe pijnlijk ook, onvermijdelijk is wanneer men kijkt naar de huidige realiteit in Israël en de Palestijnse gebieden. Haar analyse is geworteld in zowel persoonlijke ervaring – haar familie leed onder de Holocaust – als in hedendaagse getuigenissen van Israëlische soldaten, burgers en critici. Door parallellen te trekken tussen het nazi-tijdperk en de Israëlische politiek, legt Halper een ongemakkelijke maar urgente vraag op tafel: kan men spreken van een nieuwe vorm van genocide?
De herhaling van patronen: van getto’s tot concentratiekampen
Halper benadrukt dat de zichtbare realiteit in Gaza en de Westelijke Jordaanoever onmiskenbare echo’s oproept van nazi-praktijken. Zij wijst op getto’s, systematische uithongering en kampen waar Palestijnen worden opgesloten. In tegenstelling tot de nazi’s, die hun misdaden trachtten te verbergen, kiest het Israëlische leger er volgens Halper voor om deze handelingen openlijk vast te leggen en zelfs te vieren. Deze normalisering van geweld, inclusief het gebruik van nazi-retoriek door Israëlische soldaten zelf, versterkt haar stelling dat de vergelijking niet slechts symbolisch, maar letterlijk van toepassing is.
De paradox van antisemitisme en zelfreflectie
Een opmerkelijk punt in Halpers betoog betreft de officiële definitie van antisemitisme van de International Holocaust Remembrance Alliance, die het gelijkstellen van Israël aan nazi-Duitsland als antisemitisch bestempelt. Ironisch genoeg, merkt zij op, maken Israëlische soldaten zélf dergelijke vergelijkingen. Dit roept de vraag op of, volgens deze logica, Israëli’s zichzelf van antisemitisme beschuldigen. Daarmee legt Halper de inconsistentie bloot in hoe antisemitisme als wapen in het debat wordt ingezet.
Maatschappelijke steun en publieke viering
Een belangrijk verschil dat Halper benadrukt, is de houding van de samenleving. Waar nazi-Duitsland zijn genocide grotendeels probeerde te verbergen, gebeurt in Israël alles openlijk. Niet alleen circuleren beelden en verslagen van geweld op sociale media, ook blijkt uit opiniepeilingen dat een meerderheid van de bevolking het beleid steunt of zelfs te mild vindt. De publieke feesten waar geweld en etnische zuivering worden verheerlijkt, vormen volgens Halper een duistere spiegel van de dansvloeren in het Derde Rijk.
Seksueel geweld en morele verdraaiing
Een ander pijnlijk aspect dat Halper naar voren brengt, is seksueel geweld. Terwijl het Westen hardnekkig onbevestigde verhalen verspreidde over verkrachtingen door Hamas, bestaat er gedocumenteerd bewijs van seksueel geweld door Israëlische soldaten tegen Palestijnen. De maatschappelijke reactie hierop – niet verontwaardiging over de verkrachtingen zelf, maar protest tegen de bestraffing van de daders – benadrukt volgens Halper hoe diep de morele erosie is doorgedrongen.
Kolonialisme en expansionisme
Halper plaatst de huidige situatie ook in historisch perspectief. Het zionistische project, stelt zij, was vanaf het begin kolonialistisch van aard en gebaseerd op etnische zuivering om een kunstmatige Joodse meerderheid te vestigen. Ze wijst daarbij op uitspraken van zionistische leiders als Ben-Gurion, die expliciet de kolonisatie van Palestina belangrijker achtten dan het redden van Joodse levens elders. In dit licht bezien vormt het huidige streven naar een “Groot-Israël” slechts een voortzetting van een ideologische lijn die vanaf het begin op verdrijving en expansie gericht was.
“Nooit meer” als universeel principe
Halper sluit haar betoog af met een persoonlijke noot. Als iemand die zowel erfgenaam is van Holocaustslachtoffers als journalist die hedendaags geweld documenteert, voelt zij zich verplicht te spreken. De parallellen tussen de Holocaust en de huidige situatie in Palestina zijn volgens haar te evident om te negeren. Het motto “Never again” kan slechts betekenisvol zijn als het universeel wordt toegepast: het is een oproep om élke genocide te voorkomen, ongeacht wie de daders zijn. In Halpers woorden: “Nooit meer is nu.”