De razendsnelle steunbetuiging van ’the Donald’ aan de kersverse parlementsvoorzitter Juan Guaidó als nieuwe president van Venezuela roept herinneringen op aan de tijd dat de Amerikaanse geheime dienst coupplegers in Cuba, Chili, Brazilië en Nicaragua faciliteerde bij het omverwerpen van democratisch gekozen linkse regeringen. Ook nu is het doelwit van de opstand een linkse president.
Als reactie op de steun van Amerika verbrak president Maduro alle diplomatieke banden met de VS. Hij geeft de Amerikaanse diplomaten 72 uur de tijd om de Bolivariaanse Republiek te verlaten.
Het klassiek Amerikaanse spierballenvertoon in Latijns-Amerika komt uit de koker van een klassiek Republikeinse politicus, senator Marco Rubio. Na te zijn vernederd door Trump en de daarop volgende verloren presidentscampagne in 2016 heeft hij zich vooral gestort op buitenlands beleid, en opgeworpen als belangrijkste vertegenwoordiger van de latino expat-bourgeoisie in zijn thuisstaat Florida. Rubio verleidde Trump al begin 2017 tot een agressievere houding tegenover Venezuela.
Als een echo uit het verleden sprak Trump in september 2017 in zijn toespraak voor de Verenigde Naties harde woorden over ‘het corrupte regime dat een welvarend land heeft vernietigd door een mislukte ideologie op te leggen die alleen maar armoede en ellende heeft opgeleverd, overal waar die is geprobeerd’.
Voor de Amerikanen is er maar een ding: de grote voorraden olie en andere grondstoffen in Venezuela die na een eventuele verandering van regime zouden kunnen worden ontgonnen door bedrijven met Amerikaanse connecties. En dus werpen de Republikeinen en Trump zich nu op als hoeder van de mensenrechten. Dezelfde zakelijke realpolitik die ertoe leidt dat de moordende prins van Saoedi-Arabië te vriend wordt gehouden, maakt van Maduro een makkelijke vijand.
![]() |
Erwin Blumenfeld |