Wat zich in 2014 afspeelt binnen de Europese politiek vormt een treffend voorbeeld van de spanningen en tegenstrijdige belangen die extreemrechtse partijen parten spelen. Hoewel ze zich in hun retoriek vaak eensgezind uitlaten over immigratie en de Europese Unie, blijkt in de praktijk hoe broos deze allianties zijn. Nationale trots, historische vetes en persoonlijke ambities maken samenwerking niet zelden tot een onhaalbare kaart.
PVV en de Poolse Partijen: Geschonden Vertrouwen
Neem de gespannen verhouding tussen de PVV en de Poolse partij KNP van Janusz Korwin-Mikke. Ondanks hun gedeelde politieke kleur weigert de KNP zich te verbinden aan een alliantie met Geert Wilders. De oorzaak? Het omstreden ‘Polenmeldpunt’ van de PVV. Dat initiatief, waarin migranten uit Oost-Europa publiekelijk als overlastgevers werden weggezet, heeft diepe wonden geslagen—vooral in de Poolse gemeenschap. Vertrouwen dat nooit volledig is hersteld, blijkt nu opnieuw een splijtzwam.
Ideologische Botsingen en Persoonlijke Profielen
Naast persoonlijke spanningen spelen ideologische verschillen eveneens een rol. De reputatie van Janusz Korwin-Mikke is op zijn zachtst gezegd controversieel. Zijn seksistische en revisionistische uitspraken—zoals het pleidooi voor het afschaffen van vrouwenstemrecht of zijn relativerende houding ten opzichte van de Holocaust—maken hem tot een paria, zelfs binnen extreemrechtse kringen. Daar komt bij dat sommige partijen, zoals de PVV, uitgesproken pro-Israëlisch zijn en zich herhaaldelijk scharen achter Israëlische narratieven. Dit staat haaks op de standpunten van figuren als Korwin-Mikke, die vaak juist antisemitische of anti-Israëlische retoriek bezigen. In zo’n klimaat wordt samenwerking politiek riskant en ideologisch haast onoverbrugbaar.
Een Gemiste Kans voor de PVV
Dat de PVV er niet in slaagde om voor de deadline van 24 juni 2014 een fractie te vormen in het Europees Parlement, is meer dan alleen een symbolische misser. Een fractie betekent immers meer spreektijd, financiële middelen en politieke invloed. Het niet kunnen realiseren van zo’n samenwerking legt de structurele zwakte bloot van extreemrechts in Europa: een ideologisch front dat keer op keer struikelt over nationale belangen en botsende ego’s.
De Illusie van een Verenigd Front
Deze mislukte poging tot samenwerking is mogelijk slechts het begin van een bredere trend. Terwijl Wilders en geestverwanten pleiten voor een gecoördineerde aanval op Brussel, blijkt dat interne verdeeldheid hen vaak in de weg staat. Voor sommigen is dit hét bewijs dat extreemrechts—hoe luidruchtig ook—te gefragmenteerd is om werkelijk een vuist te maken tegen de gevestigde orde.

Zolang nationale belangen voorrang krijgen op ideologische eensgezindheid, lijkt de droom van een verenigd extreemrechts Europa voorlopig onbereikbaar. Zelfs met gedeelde standpunten blijven deze partijen op cruciale momenten terugvallen op hun eigen agenda.
De Europese Toekomst van Extreemrechts: Verdere Versplintering?
Als deze ontwikkeling zich doorzet, zullen extreemrechtse partijen steeds vaker struikelen over hun eigen verdeeldheid. Dat maakt hen minder effectief, minder gecoördineerd, en uiteindelijk minder bedreigend in het politieke spel van Brussel. De fragmentatie zou wel eens hun grootste zwakte kunnen blijken—een zelfgekozen achilleshiel die hun greep op de macht blijvend belemmert.