Geert Wilders is al 25 jaar een vaste speler in de Nederlandse politiek. Een constante factor, zou je denken. Maar wie goed kijkt, ziet vooral een spoor van puin en verwarring. Wilders bouwt niets op, hij breekt vooral af. Toch krijgt hij telkens weer het etiket van een sluwe strateeg opgeplakt. Dat is niet alleen misplaatst, het is ronduit gevaarlijk.
De nalatenschap van chaos
Wie zijn politieke loopbaan onder de loep neemt, ziet een patroon van chaos en geruzie. Zijn partij, de PVV, is geen echte partij, maar een eenmansshow. Wilders is het enige lid en bepaalt alles zelf. Dat werkt misschien voor wat media-aandacht, maar voor degelijk bestuur is het funest.
Dat bleek bijvoorbeeld in 2012, toen de PVV kortstondig meeregeerde in Limburg. Binnen een jaar was het alweer voorbij. Wilders liet zijn gedeputeerden spartelen, gaf geen richting, en stuurde slechts wat vage sms’jes. Zelf bleef hij op veilige afstand. Het vuile werk laat hij liever aan anderen over, terwijl hij zelf de handen in onschuld wast.
Zo laat hij steeds anderen zijn rommel opruimen. Provinciale bestuurders, gemeenteraadsleden of coalitiepartners in Den Haag: als het spannend wordt, verdwijnt Wilders van het toneel. Het patroon herhaalt zich keer op keer.
Politiek als mediashow
Bestuur of beleid interesseert hem nauwelijks. Wilders is uit op media-momenten, op het opblazen van conflicten om zijn eigen populariteit op te vijzelen. Dat zie je telkens terug: hij grijpt steeds weer naar provocaties en schandalen als de peilingen niet in zijn voordeel zijn.
In 2004 stapte hij uit de VVD en positioneerde zich direct als de ‘man tegen de islam’, waarmee hij de media-aandacht naar zich toetrok en zijn eigen beweging lanceerde. In 2008 kwam hij, terwijl zijn populariteit tanende was, met de omstreden film Fitna, die wereldwijd voor ophef zorgde maar geen enkel beleidsvoorstel bevatte. In 2014 riep hij tijdens een partijbijeenkomst ‘minder, minder, minder’ over Marokkanen, een uitspraak die hem internationaal in de schijnwerpers zette maar Nederland diep verdeelde.
Dezelfde tactiek volgde hij in 2021, toen hij fel uithaalde naar het coronabeleid van het kabinet-Rutte, maar zelf geen enkele oplossing aandroeg voor de crisis. En in 2024, toen de PVV weer wegzakte in de peilingen, kondigde hij de onmenselijke ‘asielstop’ aan: geen serieus plan, maar wel een klap in het gezicht van mensen die vluchten voor oorlog en geweld.
Telkens hetzelfde liedje: zodra hij de grip op het beeld dreigt kwijt te raken, verzint hij een nieuwe rel. Niet om echte problemen op te lossen – zoals de wooncrisis, de zorg of armoede – maar om zijn eigen agenda van verdeeldheid te dienen. De gevolgen daarvan worden nooit door hem gedragen; hij laat anderen de chaos opruimen.
De prijs die we betalen
De gevolgen voor Nederland zijn groot. Zijn chaospolitiek heeft geleid tot een kabinet-Schoof dat nauwelijks wetten door het parlement kreeg. Ministers waren drukker met ruziën dan met besturen. Rechts Nederland dacht eindelijk te kunnen regeren, maar kreeg een premier zonder richting en een PVV zonder plan.
Ook in de lokale politiek zie je het terug. De PVV doet in veel gemeenten niet eens mee omdat er geen kandidaten zijn. En als ze wel meedoen, haken veel raadsleden snel af. Opleiden of besturen interesseert Wilders niet – het gaat hem om de headlines, niet om de inhoud.
En terwijl het land kampt met woningnood en zorgproblemen, kiest Wilders vaak voor de makkelijke weg: Twitter. Op dat platform kan hij oneliners de wereld in slingeren, zonder dat hij verantwoording hoeft af te leggen of een debat hoeft aan te gaan. Twitter geeft hem het perfecte podium voor snelle hits en grote woorden, zonder lastige vragen of nuance.
Het fabeltje van de briljante strateeg
Toch blijven sommigen geloven dat Wilders een briljante strateeg is. Dat zijn chaos een diep uitgedacht plan zou zijn. Maar wie eerlijk kijkt, ziet iets anders: er is geen plan, alleen improvisatie. Wilders volgt de peilingen, bedenkt een rel, en laat anderen daarna het puin ruimen. Zo riep hij in 2010 nog dat hij ‘constructief’ wilde onderhandelen met Rutte, maar trok hij zich op het laatste moment terug en liet hij het kabinet vallen. In 2012 gedoogde hij het kabinet-Rutte I, om dat vervolgens weer eigenhandig te laten struikelen. En in 2024 had hij geen enkele concrete oplossing voor de wooncrisis of de energietransitie, alleen de roep om een asielstop die juridisch en praktisch onhaalbaar bleek.
Hij sluit geen bondgenootschappen, zoekt geen compromissen. Dat is misschien handig als je in de oppositie zit en alles ‘de schuld van de ander’ kunt noemen. Maar zodra hij zelf aan de macht komt – zoals in Limburg of in het kabinet-Schoof – valt het kaartenhuis in elkaar. Dan blijkt dat er geen visie is, geen mensen om een coalitie te dragen, en geen plan om de boel bij elkaar te houden. Wat overblijft, is alleen de mediashow en een spoor van teleurstellingen.
De kracht van het slachtofferschap
Het wrange is dat hij toch telkens weer zijn verhaal weet te verkopen. Hij zegt dat hij wordt tegengewerkt, en mensen geloven het. Daarmee ondermijnt hij het vertrouwen in de politiek. Hij doet alsof hij geen macht heeft, terwijl hij ondertussen zijn eigen onvermogen toedekt.
Zo laat hij mensen geloven dat de politiek altijd faalt, dat er geen oplossingen zijn. Iedere keer dat hij dat beeld herhaalt, nestelt het zich dieper in de hoofden van mensen: dat bestuurders niet te vertrouwen zijn, dat compromissen per definitie zwakte zijn. Het voedt het idee dat de politiek slechts een toneelstuk is, waarin niemand zich echt inzet voor het algemeen belang.
Op lange termijn is dat desastreus. Want als mensen eenmaal geloven dat de politiek enkel mislukt, verliezen ze hun bereidheid om samen te werken, om elkaar tegemoet te komen. Ze sluiten zich op in eigen bubbels en radicalere geluiden vinden makkelijker gehoor. Zo verwordt politiek tot een permanent slagveld van wantrouwen en cynisme, waarin samenwerking steeds moeilijker wordt – en juist die samenwerking is onmisbaar om problemen op te lossen.
Tijd om het sprookje door te prikken
Voor wie gelooft in een samenleving waarin mensen niet tegen elkaar worden uitgespeeld, is er maar één weg: de mythe ontmaskeren. Steeds opnieuw vragen: wat heeft hij echt bereikt? Wat blijft er over als de camera’s uitgaan en het lawaai verstomt?
Wilders laat een spoor van mislukkingen en verdeeldheid achter. Geen strategie, geen visie – alleen genoeg verwarring om zelf in beeld te blijven. Dat moeten we niet langer verwarren met leiderschap.
In een tijd waarin mensen snakken naar echte oplossingen voor betaalbaar wonen, een eerlijk inkomen en een duurzame toekomst, moeten we dit sprookje doorprikken. Het fabeltje van de briljante strateeg is niets meer dan een rookgordijn voor een man die weigert verantwoordelijkheid te nemen. Het wordt tijd dat we dat hardop zeggen.
Symboliek zonder macht
Een opvallend aspect van het asieldebat is dat het grotendeels gaat over beleid waar Den Haag nauwelijks nog zeggenschap over heeft. Zoals migratierecht-expert Mark Klaassen stelt, is zo’n 95 procent van het asielbeleid vastgelegd op Europees niveau. Toch blijven Nederlandse politici, en Wilders in het bijzonder, zware taal uitslaan over maatregelen die juridisch simpelweg niet uitvoerbaar zijn. Plannen als een ‘asielstop’ of het afschaffen van permanente verblijfsvergunningen zijn grotendeels symbolisch: ze klinken stoer, maar botsen met Europees recht of stranden in de uitvoering. Politici discussiëren dus over knoppen waar ze zelf niet meer aan mogen draaien, wat het wantrouwen richting politiek verder voedt. Burgers krijgen beloften voorgeschoteld die nooit waargemaakt worden – een recept voor teleurstelling, frustratie en cynisme.
www.nrc.nl/nieuws/nederland-voert-asieldebat-over-eu-beleid
De megfoon van het modern populisme
In een tijd waarin de PVV geen partijbureau, ledenstructuur of klassiek partijprogramma kent, fungeert X als Wilders’ persoonlijke spreekbuis en strategisch wapen. Uit de analyse van ruim 21.000 berichten blijkt hoe zijn politieke koers, standpunten en provocaties grotendeels via dit platform worden uitgevent. Of het nu gaat om het opblazen van het kabinet, het aanjagen van maatschappelijke onrust of het framen van tegenstanders – Wilders kiest steevast voor het digitale podium boven het parlementaire debat. Hij gebruikt X niet om verantwoording af te leggen, maar om te dicteren. Daarmee vervaagt het onderscheid tussen partij en persoon, en tussen politiek en propaganda. Dat deze tweets vervolgens het nieuws en het debat domineren, versterkt zijn greep op de beeldvorming – zonder dat hij zich hoeft te verantwoorden aan journalisten of collega-politici. Het is politiek zonder rem, en met één zender: Wilders zelf.