The Alarm ontstond in 1884 in Chicago als radicale arbeiderskrant. Het blad gaf stem aan anarcho-syndicalisten, pleitte voor directe actie en werd na de Haymarket-affaire het symbool van strijd, repressie en persvrijheid binnen de arbeidersbeweging.
De Spaanse Burgeroorlog was niet enkel een strijd tegen Franco, maar ook een poging tot sociale bevrijding. Anarchisten, arbeiders en vrouwen bouwden collectieven, vochten voor vrijheid en lieten een blijvende erfenis van hoop en verzet achter.
Vrouwen in de Spaanse Burgeroorlog (1936–1939) namen hun vrijheid in eigen hand: zij vochten, organiseerden en bouwden nieuwe vormen van collectieve macht, waarmee ze de fundamenten van emancipatie en solidariteit ingrijpend herdefinieerden.
Charismatisch advocaat, dichter en activist Pietro Gori verwerkte idealen van vrijheid, solidariteit en gerechtigheid in zijn lezingen, liederen en pleidooien — zijn stem resoneerde onder arbeiders in Europa en Amerika, zelfs tijdens ballingschap.
Radicaal-syndicalistische vakbonden tussen 1913–1923 bouwden internationale samenwerking zonder staat, partij of hiërarchie. Hun ideeën vinden navolging vandaag in autonome vakbondswerk, solidariteit van onderop en initiatieven zoals Vrije Bond in Nederland.
 
                        Unamuno’s filosofie onthult een existentiële strijd tussen rede en geloof, geworteld in persoonlijke en maatschappelijke crises. Zijn literaire werk, gekenmerkt door introspectie en twijfel, fungeert als een spiegel voor de Spaanse identiteit en roept op tot authentiek denken en handelen.
Pío Baroja’s romans tonen een maatschappij in verval, met hoofdpersonages die weigeren zich te conformeren. Zijn scepticisme en libertaire individualisme roepen vragen op over engagement, klassenbewustzijn en de grenzen van afzijdigheid. Zijn werk blijft provocerend actueel.
Een voormalige politieman onderzoekt de mysterieuze dood van Buenaventura Durruti tijdens de Spaanse Burgeroorlog. Door tegenstrijdige getuigenissen en politieke intriges ontvouwt zich een meeslepend verhaal dat de lezer confronteert met de complexiteit van waarheid en herinnering.
Azorín verkent de diepte van tijd en geheugen via verstilde beschrijvingen, maar zijn esthetiek roept ethische vragen op. Als beschouwer binnen een dictatuur confronteert hij ons met de kracht én de gevaren van stilte in tijden van ideologisch geweld.
Etta Federn belichaamt ongehoorzame hoop en compromisloze solidariteit. Haar leven, gewijd aan zelfbeschikking en gelijkwaardigheid, biedt een krachtige herinnering dat ware vrijheid geen voorwaarden kent en dat echte verandering begint bij collectieve, moedige weigering tegen onderdrukking.

 
                         
                         
                         
                         
                         
                         
                         
                        