Kapitalisme draait zelden om welzijn of waardigheid; het draait om winst. Wie de huidige arbeidsmarkt aandachtig bekijkt, ziet een systeem waarin multinationals haast onaantastbare macht bezitten en slim gebruikmaken van juridische mazen om werknemers uit te persen. Arbeidsmigranten in distributiecentra, schijnzelfstandigen bij Uber, pakketbezorgers die voor PostNL de stad door razen – dit zijn geen toevallige misstappen. Het zijn uitwassen die diep in de logica van het systeem zelf zitten.
Toch leert de geschiedenis ons iets essentieels: macht verschuift nooit vanzelf. Alleen collectieve actie kan de balans kantelen. Vakbonden zijn daarin onmisbaar geweest, van de vroegste fabrieksarbeiders tot de schoonmakers en zorgmedewerkers van vandaag.
Historische strijd: van fabriekshal tot havenstaking
Tijdens de industriële revolutie leefden arbeiders in erbarmelijke omstandigheden. Lange dagen in de fabriek, hongerlonen en nauwelijks rechten waren het dagelijkse lot. In Amsterdam concentreerden de armste gezinnen zich in wijken als de Jordaan en de Oostelijke Eilanden, waar overvolle arbeiderswoningen vaak zonder riolering of ventilatie werden bewoond. Deze krottenwijken stonden symbool voor de uitzichtloosheid waarin velen verkeerden. De eerste vakbonden kwamen dan ook niet voort uit luxe of idealisme, maar uit pure noodzaak.
Na de erbarmelijke leefomstandigheden van de negentiende-eeuwse arbeiders in steden als Amsterdam volgden in de twintigste eeuw nieuwe golven van strijd. Een later en iconisch voorbeeld is de Rotterdamse havenstaking van 1970. Duizenden havenarbeiders legden wekenlang het werk neer tegen de macht van de koppelbazen. Hun leus – “75 gulden netto per week!” – was eenvoudig, maar krachtig. Het ging niet alleen om geld, maar om waardigheid. En ze wonnen. De loonsverhoging en extra uitkering bewezen dat zelfs de machtigste werkgevers moesten inbinden zodra arbeiders hun krachten bundelden.
Het laat zien dat vooruitgang nooit uit de lucht komt vallen. Elke verbetering – hoe klein ook – is bevochten.
Moderne uitdagingen: flexibilisering en platformkapitalisme
De afgelopen decennia zijn de spelregels opnieuw herschreven. Neoliberale hervormingen, gepresenteerd als modernisering en vooruitgang, bleken in werkelijkheid vooral een sluiproute naar onzekerheid. Flexibilisering, de opkomst van platformbedrijven en de macht van corporate lobby’s zijn daarbij de drie pijlers geweest. Sinds de jaren ’90 is het aantal tijdelijke contracten geëxplodeerd. Opeenvolgende kabinetten en politici – van Kok, ooit vakbondsleider maar later architect van neoliberaal beleid, tot Rutte – spraken graag over keuzevrijheid. In werkelijkheid werd werk steeds onzekerder en werden werknemers tegen elkaar uitgespeeld.
In de jaren 2000 en 2010 verschoof de strijd naar een nieuw domein. Bedrijven als Uber en Deliveroo presenteerden hun mensen als zelfstandigen om cao’s en sociale zekerheid te omzeilen. Rechters hebben dat beeld dankzij juridische acties – vaak gesteund door vakbonden – inmiddels weten te doorbreken.
Tegelijkertijd steken multinationals miljoenen in lobbywerk. Amnesty waarschuwt al jaren dat vooral arbeidsmigranten hiervan de dupe zijn. Toch blijft flexibiliteit een mantra in Den Haag: van Rutte die sprak over een “dynamische arbeidsmarkt” tot ministers die pleiten voor meer contractvrijheid, ongeacht de sociale schade.
Het resultaat is zichtbaar: een generatie werkenden die leeft met structurele onzekerheid, alsof bestaanszekerheid een luxe is in plaats van een recht.
Actuele strijd: schoonmakers en zorgmedewerkers
In september 2024 vond de eerste landelijke schoonmakersstaking in tien jaar plaats. Hun belangrijkste eis was een blijvende zware-werkregeling, zodat wie fysiek slopend werk verricht eerder met pensioen kan. Dat juist deze vaak onzichtbare groep zo krachtig naar voren trad, maakt duidelijk hoe noodzakelijk solidariteit is.
Ook in de zorg klinkt het verzet luider dan ooit. In 2023 en 2024 voerden ziekenhuispersoneel, thuiszorgmedewerkers en verpleegkundigen gezamenlijk actie. De behaalde loonsverhogingen – 7,5% tot 8% – kwamen er pas toen ziekenhuizen daadwerkelijk gesloten werden. Zonder druk beweegt er niets.
De les is helder: werkgevers luisteren pas wanneer werknemers samen hun rug rechten.
Nieuwe generaties in opstand
Het cliché dat jongeren apathisch zouden zijn, houdt geen stand. FNV’s Young & United bewees het tegendeel toen zij het minimumjeugdloon van tafel veegden met massale campagnes en handtekeningenacties. Ook jonge NS-medewerkers boekten in 2022 winst: een loonsverhoging, het einde van jeugdschalen en een minimumuurloon van €14.
Deze nieuwe generatie accepteert niet langer het idee dat zij “minder waard” zouden zijn. Ze tonen aan dat actievoeren loont – ook in een tijd waarin kapitaal globaler en machtiger is dan ooit.
Oproep tot actie: breek de macht van kapitaal
De rode draad door de geschiedenis is onmiskenbaar: rechten worden nooit geschonken, ze worden bevochten. De collectieve strijd van arbeiders vormt de enige echte tegenmacht.
Wat kun jij doen?
- Word lid van een vakbond. Dat is de basis voor het opbouwen van macht.
- Toon solidariteit. Steun stakers, ga naar manifestaties en maak zichtbaar dat hun strijd óók jouw strijd is.
- Spreek misstanden aan. Deel verhalen, steun campagnes zoals #Voor14 en #GeenJeugdloon, en laat politici weten dat werkenden een stem hebben die niet genegeerd kan worden.
Alleen door samen te strijden kunnen we de winsthonger van bedrijven temmen en de waarde van werk veiligstellen. De keuze is uiteindelijk simpel: óf we laten kapitaal regeren, óf we organiseren ons en eisen een samenleving waarin waardigheid, zekerheid en rechtvaardigheid de norm zijn.