Straat in Nederland met meerdere beveiligingscamera’s en voorbijlopende mensen met vervaagde gezichten
Beveiligingscamera’s houden een Nederlandse straat in de gaten terwijl voorbijgangers ongemerkt passeren.

Politiesurveillance en privacy in Nederland en Europa: vrijheid onder druk

4 minutes, 34 seconds Read

Veel mensen reageren op het thema surveillance met een achteloos: “Ik heb toch niets te verbergen?” Daarmee wordt gesuggereerd dat privacy alleen waardevol is voor wie iets illegaals doet. Maar dit is een misvatting. Privacy gaat niet over het verbergen van schuld, maar over het behouden van autonomie en zeggenschap over je eigen leven. Zonder privacy ontstaat een samenleving waarin burgers voortdurend gemonitord en beoordeeld worden, en waarin het onderscheid tussen verdachte en onschuldige vervaagt.

Wat ooit als dystopische fictie klonk, is inmiddels dagelijkse realiteit: politieorganisaties in Nederland en de rest van Europa leggen gigantische databanken aan met informatie over burgers. Het voorbeeld van de NYPD, waar vrijwel ongecontroleerde datacollectie en analyse gemeengoed zijn, heeft Europese varianten gekregen. Technologie schrijdt vooruit, terwijl wetgeving, toezicht en maatschappelijk debat achterblijven. De prangende vraag is dus: hoe ver mag een overheid gaan in het verzamelen van gegevens over mensen die niets misdaan hebben?

Nederland: van kentekens tot gezichten

In eigen land is de politie al jaren afhankelijk van slimme surveillance. Automatische kentekenherkenning (ANPR) registreert dagelijks miljoenen voertuigen, drones en bodycams worden ingezet bij protesten, en ook mobiele surveillancewagens verschijnen steeds vaker in het straatbeeld. Daarbovenop bouwde de politie zelf het gezichtsherkenningssysteem CATCH – waarmee zelfs burgers die onschuldig bleken tóch in een databank terechtkwamen. Pas in 2021 werden meer dan 200.000 onrechtmatig opgeslagen foto’s verwijderd.

Blijf op de hoogte van radicale stemmen en kritische publicaties – volg vrheid.nl op Substack.

Het experiment met de beruchte software Clearview AI – een Amerikaans systeem dat miljarden foto’s van sociale media en websites schraapte om gezichten wereldwijd te herkennen – laat zien hoe de politie de grenzen van wet en politiek aftast. Zonder transparantie of maatschappelijk debat, maar wel met ingrijpende gevolgen voor de privacy van gewone burgers. De Autoriteit Persoonsgegevens waarschuwt dat de politie structureel veel te veel, te brede en vaak ongecontroleerde data bewaart.

Daar komt bij dat de politie al sinds 2011 gebruikmaakt van de omstreden software van Palantir, een Amerikaans bedrijf dat nauwe banden heeft met defensie en veiligheidsdiensten. Dit contract werd afgesloten in de periode dat Dick Schoof directeur‑generaal Politie was. Volgens vrijgegeven WOO‑documenten is de exacte omvang van het gebruik jarenlang verborgen gehouden en zijn grote delen van de contracten zwartgelakt. Hierdoor is onduidelijk in hoeverre de Tweede Kamer destijds volledig geïnformeerd was, wat de discussie voedt over gebrek aan parlementaire controle. Het roept de vraag op of zulke ingrijpende surveillance‑instrumenten wel zonder breed democratisch debat mogen worden ingevoerd.

De maatschappelijke tol: leven onder een vergrootglas

Het gaat hier niet alleen om juridische kaders, maar om de dagelijkse ervaring van burgers. Surveillance treft mensen niet gelijk. Statistieken maken duidelijk dat jongeren met een migratieachtergrond vaker worden gecontroleerd. Zo wordt een derde van jonge Nederlands-Marokkaanse mannen jaarlijks staande gehouden, tegenover één op de vijf van hun leeftijdsgenoten zonder migratieachtergrond. Amnesty International en andere waakhonden benadrukken dat algoritmische systemen dit soort profilering juist versterken.

Het resultaat is meer dan een irritante controle. Wie zich constant bekeken voelt, gaat zich anders gedragen. Het vertrouwen in de overheid brokkelt af, en er ontstaat een zogenoemd chilling effect: mensen denken twee keer na voordat ze demonstreren, hun mening uiten of zich vrij bewegen in de publieke ruimte.

Europa: principes versus praktijk

Op papier is privacy in Europa stevig beschermd. De AVG, de richtlijn voor politie en justitie, en het EU-Handvest schrijven voor dat gegevens alleen worden verzameld wanneer dat echt noodzakelijk is. Toch schuiven politiediensten en overheden in de praktijk steeds tegen de grenzen van die regels aan.

De nieuwe AI-verordening (2024) verbiedt bijvoorbeeld grootschalige gezichtsherkenning, maar maakt uitzonderingen mogelijk voor terrorismebestrijding en zware criminaliteit. Een redelijke nuance, zo lijkt het, maar burgerrechtenorganisaties waarschuwen dat dit de sluiproute vormt naar permanente massasurveillance.

Politiek krachtenveld in Nederland

Het debat in Den Haag is scherp verdeeld. De VVD ziet in camera’s, drones en databanken vooral een middel om veiligheid te vergroten en vindt dat privacywetgeving daarvoor mag wijken. Partijen als D66 en GroenLinks–PvdA trekken juist aan de noodrem en pleiten voor begrenzing van politiebevoegdheden.

Burgerrechtenorganisaties zoals Amnesty, Bits of Freedom en Privacy First dringen aan op een verbod op live-gezichtsherkenning bij demonstraties. De Autoriteit Persoonsgegevens steunt dat geluid en wijst erop dat uitbreiding van bevoegdheden onverantwoord is zolang de politie de huidige regels al structureel schendt.

TECHNOLOGIE ALS WAPEN  
SURVEILLANCE = MACHT  
STAAT + BIG TECH = GEEN DEMOCRATIE  
✊ RADICAAL VERZET NU

Een Europees patroon

Nederland staat hierin niet alleen. In Frankrijk toont onderzoek van La Quadrature du Net aan hoe predictive policing in steden als Parijs en Marseille vooral arme wijken en etnische minderheden treft. In België en het VK woedt een fel debat over gezichtsherkenning – met in Londen inmiddels een verbod op live-surveillance. Steeds weer zien we hetzelfde patroon: technologische mogelijkheden rukken op, en burgers en activisten proberen de sluizen gesloten te houden.

Wie houdt de macht in toom?

De kernvraag blijft: mag de overheid enorme hoeveelheden data opslaan “voor het geval dat”, zonder concrete verdenking? En wie corrigeert haar wanneer ze die macht te ver doordrijft?

Voorlopig bepaalt de politie vaak zelf hoe lang gegevens bewaard blijven en hoe breed surveillancemiddelen worden ingezet. Toezicht en wetgeving lopen achter de feiten aan. Als dat zo doorgaat, ondermijnt het vertrouwen in de democratische rechtsstaat.

Wie vrijheid en privacy serieus wil beschermen, moet zorgen voor toezicht dat vooraf ingrijpt, niet pas achteraf. Niet vrijblijvend, maar vastgelegd in wet en praktijk. Amnesty en Bits of Freedom hebben gelijk: zonder heldere grenzen verandert een vrije samenleving langzaam maar zeker in een surveillancestaat.

De keuze is aan ons: accepteren we dat veiligheid een excuus wordt om grondrechten te ondermijnen, of eisen we dat de staat de macht begrenst en burgers hun vrijheid behouden?

Help ons groeien - deel dit bericht

Aanbevolen voor jou