Minister Schoof schudt de hand van Geert Wilders tijdens een debat in de Tweede Kamer, een symbolisch moment dat de onderlinge samenwerking en normalisering van extreemrechts in Nederland illustreert.
Minister Schoof en Geert Wilders wisselen een handdruk uit tijdens een debat in de Tweede Kamer, wat de acceptatie en normalisering van extreemrechts in het Nederlandse politieke landschap benadrukt.

Polderfascisme: Hoe Coalitiepolitiek Extreemrechts Salonfähig Maakt

3 minutes, 33 seconds Read

Jarenlang werd gedacht dat het Nederlandse poldermodel een dam opwierp tegen politieke extremen. De gedachtegang was simpel: coalities dwingen partijen tot compromissen, en compromissen dempen radicaliteit. Maar inmiddels lijkt die redenering haar houdbaarheid te hebben verloren. De opmars van extreemrechtse ideeën in de mainstream politiek laat zien dat samenwerking soms geen rem, maar juist een versneller is.

Socioloog Jacob Boersema is een van de stemmen die waarschuwt: de bereidheid om partijen als de PVV in de coalitie op te nemen werkt normaliserend. Volgens hem moeten we het kabinet-Schoof 1 onder ogen durven zien voor wat het is—een bestuur dat extreemrechtse en zelfs fascistoïde elementen bevat. En dat is geen loze beschuldiging.

Omvolkingsdenken in de Regeringsbankjes

Dat PVV-leider Geert Wilders en zijn partij prominente posities innemen in het kabinet is op zich al veelzeggend. Maar de ideologische bagage die sommigen meebrengen, roept pas echt alarmbellen op. Neem Kamervoorzitter Martin Bosma, een uitgesproken aanhanger van de zogeheten ‘omvolkingstheorie’—een complot dat beweert dat migratie bewust wordt ingezet om de oorspronkelijke bevolking te vervangen. Of Marjolein Faber, de kersverse minister van Asiel en Migratie, die in alle ernst stelt dat de Verenigde Naties een “agenda van antisemitisme, terrorisme en omvolking” nastreeft.

Vrijheid sneuvelt niet in één klap, maar stap voor stap

Boersema stelt dat door dit soort retoriek toe te staan—of zelfs te belonen met kabinetszetels—de politiek zélf racistische en antidemocratische ideeën legitimeert. VVD-leider Dilan Yesilgöz uitte daar nog kritiek op, maar toen puntje bij paaltje kwam, stemden coalitiegenoten als Pieter Omtzigt toch in met Fabers benoeming. Daarmee is een grens overschreden.

Van Drempel tot Doorgeefluik

Lang was er vertrouwen in het idee dat het Nederlandse kiesstelsel extremen zou temperen. Politicoloog Tom van der Meer noemde het stelsel zelfs de “eerste verdedigingslinie” van onze democratie. Maar inmiddels blijkt dat juist de noodzaak tot samenwerken extreemrechtse denkbeelden een zetje geeft richting acceptatie.

Wilders wist in de laatste campagne een gematigd imago aan te meten. Hij riep op tot compromissen, liet zijn radicale standpunten over de islam wat wegzakken, en oogde ineens als een politicus met verantwoordelijkheidsgevoel. Media en coalitiegenoten haakten gretig in en spraken van ‘matiging’. Maar volgens Boersema is dat een gevaarlijke vergissing: het opnemen van Wilders in de coalitie maakt zijn radicale agenda geen haar minder extreem—het maakt haar acceptabel.

PVV, Waar de markt heilig is en de migrant de zondebok. Geen haat, geen markt — maar solidariteit!

De Laffe Stilte rondom Fascistische Ideologieën

De publieke ongemakkelijkheid over de samenwerking met extreemrechts is tastbaar, maar effectief verzet blijft uit. Kritiek wordt vaak afgedaan als overdreven of polariserend. Bosma zelf waarschuwt dat wie het kabinet ‘extreemrechts’ noemt, zich schuldig maakt aan “nazi-vergelijkingen.” Zulke uitspraken schrikken af, maar ze doen meer: ze maken het onmogelijk om extreemrechtse ideeën nog bij naam te noemen.

Ook politici die zichzelf als gematigd profileren, dragen bij aan deze versluiering. Zo noemde PvdA’er Kim Putters het kabinet een ‘programkabinet’—een term die bewust de politieke lading probeert te neutraliseren. Boersema noemt dat vergoelijking: het verzacht de realiteit terwijl de fundamenten van onze rechtsstaat onder druk staan.

Waarom Woorden Ertoe Doen

Het publieke debat aarzelt om de PVV expliciet als extreemrechts te benoemen. Er wordt gesust: de partij onderschrijft toch de parlementaire democratie? Maar wie goed kijkt, ziet dat veel PVV-standpunten—zoals het beperken van godsdienstvrijheid en het uitsluiten van mensen met dubbele nationaliteit van stemrecht—rechtstreeks botsen met de kernbeginselen van diezelfde democratie.

Door die ideologische kern niet te benoemen, verliezen we taal om verzet te bieden. Journalisten die de PVV reduceren tot ‘radicaal-rechts’ zonder verdere context, maken het makkelijker voor zulke ideeën om wortel te schieten.

Wat Staat Er op het Spel?

Duidelijke taal is geen overdrijving, maar noodzaak. Onderzoek uit de VS toont aan dat kiezers gevoelig zijn voor ideologische etiketten wanneer het gaat om democratische bedreigingen. Als we extreemrechtse ideeën blijven normaliseren, maken we de weg vrij voor hun institutionalisering.

Boersema stelt het helder: zolang we doen alsof dit allemaal “binnen de lijnen van de democratie” valt, versnellen we de erosie van diezelfde democratie. De polder heeft gefaald als morele grenswachter. Nu is het aan links—en aan kritische burgers—om zich af te vragen: hoe ziet werkelijk verzet eruit?

Polderfascisme is geen abstract gevaar meer. Het zit aan tafel, schrijft wetten, en bepaalt beleid. De vraag is niet of we dat mogen zeggen—de vraag is waarom we het zo lang niet durfden.




Advertenties: Door op een van de advertenties te klikken, help je ons enorm—het kost jou niets, maar maakt een groot verschil voor ons!


Deel met vrienden, familie, collega’s en via je socials. Zo bouwen we samen aan een ander geluid.

Aanbevolen voor jou