De moord op Marcelo Pérez, een inheemse katholieke priester in Chiapas, werpt een hard licht op het diepgewortelde geweld en de systematische uitbuiting die de zuidelijke regio’s van Mexico teisteren. Dit gaat niet alleen over de moord op een priester, maar over de samenkomst van staat verwaarlozing, criminele straffeloosheid en de exploitatie van inheemse gronden en volkeren. Het weerspiegelt ook de voortdurende strijd tussen lokale weerstand en georganiseerde misdaad in een regio die door haar regering grotendeels in de steek is gelaten.
Marcelo Pérez was meer dan een religieuze figuur; hij was een symbool van inheemse weerstand, arbeidsactivisme en een uitgesproken criticus van de georganiseerde misdaad. Zijn moord is een afspiegeling van de bredere crisis in Chiapas, een staat met een lange geschiedenis van marginalisering. De moordcijfers zijn er enorm gestegen, met meer dan 500 moorden in de eerste acht maanden van 2023 alleen al. Dit geweld is niet willekeurig, maar nauw verweven met het sociaal-politieke weefsel van de regio: de gedwongen rekrutering van inheemse jongeren door criminele bendes, ontvoeringen, de plundering van het milieu en de smokkel van migranten.
Advertentie:
Pérez, een Tzotzil-inheemse man, werd niet alleen bekend vanwege zijn religieuze plichten, maar ook door zijn strijd tegen deze onrechtvaardigheden. Zijn inspanningen om conflicten over land te bemiddelen en zijn openlijke verzet tegen criminele groepen maakten hem tot een doelwit. Zijn moord past in een patroon dat overal in Mexico zichtbaar is, waar mensenrechtenverdedigers, met name degenen die strijden voor inheemse rechten of milieubescherming, steeds vaker bedreigd worden. Een rapport van Amnesty International uit 2023 wees erop dat Mexico een van de gevaarlijkste landen ter wereld is voor milieu- en landverdedigers, met wijdverbreid geweld en straffeloosheid.
Deze straffeloosheid is niet verrassend in Mexico, waar ongeveer 95% van alle moorden onopgelost blijft. De staat belooft gerechtigheid, zoals we zien in de uitspraken van de gouverneur van Chiapas, die de moord op Pérez veroordeelt. Maar deze beloften klinken vaak hol. Zelden worden de daders, die vaak banden hebben met machtige criminele organisaties of corrupte lokale functionarissen, voor de rechter gebracht. De moord op Pérez zou hetzelfde lot kunnen ondergaan, tenzij er aanzienlijke internationale druk komt.
“De moord op activisten zoals Pérez is niet alleen een aanval op het individu, maar op de gemeenschappen die zij verdedigen. Zolang machtige belangen ongestoord hun gang kunnen gaan, blijft gerechtigheid een verre belofte, en worden de kwetsbaarsten het zwaarst getroffen.”
Het geweld in Chiapas is een symptoom van bredere problemen die verder gaan dan de moord op individuele activisten. De regio wordt geteisterd door landconflicten, vaak verergerd door overheidsbeleid dat grondstoffenwinning boven inheemse landrechten stelt. Chiapas is rijk aan natuurlijke hulpbronnen, wat het tot een doelwit maakt voor zowel door de staat gesanctioneerde als illegale uitbuiting. Criminele groepen, gesterkt door het gebrek aan overheidstoezicht, exploiteren zowel mensen als land, door drugs, migranten en illegale mijnbouw en houtkap te smokkelen.
De moord op Pérez valt ook samen met bredere politieke verschuivingen in Mexico. De onlangs geïnstalleerde president Claudia Sheinbaum heeft de leiding over een land waar het geweld en de misdaad ongekende niveaus hebben bereikt. Haar voorgestelde viervoudige aanpak, die onder andere de sociaaleconomische oorzaken van misdaad wil aanpakken, is een stap in de juiste richting, maar staat voor enorme uitdagingen. Het structurele geweld in plaatsen zoals Chiapas is niet alleen het resultaat van armoede of ongelijkheid, maar van decennialang neoliberaal beleid dat winst boven mensen heeft geplaatst, waardoor omstandigheden zijn ontstaan waarin georganiseerde misdaad floreert.
“Zonder een fundamentele herziening van de politieke en economische prioriteiten zal elke poging tot hervorming slechts symptoombestrijding blijken. Het zijn niet alleen de wapens van de kartels die het land verscheuren, maar de structurele ongelijkheid en economische marginalisering die georganiseerde misdaad mogelijk maken en in stand houden.”
De moord op Pérez is een schrijnende herinnering aan hoe diepgeworteld het geweld is in de politieke en sociale orde van Mexico. Niet alleen de kartels of bendes zijn schuldig, maar ook de systemische krachten die hele regio’s hebben omgevormd tot slagvelden voor grondstoffen, macht en overleving. Voor de inheemse gemeenschappen van Chiapas is de moord op een leider als Pérez niet zomaar een geïsoleerde tragedie, maar onderdeel van een bredere oorlog tegen hun bestaan.
Terwijl we nadenken over het leven en de dood van Pérez, moeten we de dringende noodzaak van structurele verandering erkennen. Het aanpakken van de georganiseerde misdaad vereist meer dan alleen militaire of politiële maatregelen; het vergt een fundamentele herziening van de politieke en economische prioriteiten van Mexico. Als Sheinbaum serieus is over het terugdringen van geweld, moet ze de oorzaken aanpakken: de onteigening van inheemse gronden, de exploitatie van hulpbronnen en de marginalisering van hele gemeenschappen.
Uiteindelijk is de moord op Marcelo Pérez niet alleen een tragische gebeurtenis voor de mensen van Chiapas; het is een aanklacht tegen de Mexicaanse staat en haar onvermogen om haar meest kwetsbare burgers te beschermen. Voor echte vrede in Chiapas, en in heel Mexico, moet er afgerekend worden met de machtsstructuren die dit geweld in stand houden. De nalatenschap van vader Pérez is een oproep tot actie—voor gerechtigheid, voor inheemse rechten en voor de ontmanteling van de gewelddadige structuren die het Mexicaanse volk blijven onderdrukken.