In een tijd waarin politieke leiderschap steeds vaker tekortschiet, groeit wereldwijd de roep om verandering van onderop. Deze tekst onderzoekt hoe het Trump-tijdperk niet enkel een waarschuwing is, maar ook een spiegel die ons dwingt na te denken over de fundamenten van onze samenleving. Wat als vernieuwing niet van boven komt, maar juist van de gemeenschappen die zelf het heft in handen nemen? Van onderwijs tot zorg, van wonen tot media — overal ontstaan voorbeelden van een andere toekomst. Dit is geen pleidooi voor betere leiders. Dit is een uitnodiging om samen te bouwen.
Trump was geen toevalstreffer, geen bizarre oprisping in een verder stabiel systeem. Hij kwam voort uit iets wat al lang aan het broeien was: een sluipende, structurele aftakeling van de fundamenten waarop onze samenleving rust. Noam Chomsky1 hamert er keer op keer op: de juiste vraag is niet “hoe kon dit gebeuren?”, maar “waarom lieten we het gebeuren?” Trumps opkomst is geen persoonlijke zege, maar een symptoom van een dieperliggend falen — van onze economie, onze politiek, ons onderwijs, zelfs van ons waarheidsbegrip. Wie denkt dat zijn vertrek alles weer normaliseert, kijkt weg. Trump is geen beginpunt van chaos, hij is de spiegel waarin we de aftakeling van binnenuit zien. Pijnlijk, maar nodig. Want pas in die leegte groeit de kiem van iets nieuws.
Dit is geen pleidooi voor betere leiders of slimmere plannen. Het is een uitnodiging om onze hoop niet langer op ‘bovenaf’ te richten. Wat als we de representatieve macht loslaten en ons richten op echte democratische vernieuwing van onderop? Geen dromerige utopie, maar een strategisch noodzakelijke wending. Zoals Chomsky stelt: elke systeemcrisis biedt ook een opening — niet om te repareren wat ons onderdrukt, maar om opnieuw te beginnen.
Neem het onderwijs. Wat ooit draaide om denken en ontwikkeling, is steeds meer een fabriek geworden voor gehoorzaamheid en competitie. Jonge mensen worden klaargestoomd voor de arbeidsmarkt, niet voor burgerschap. Maar er zijn alternatieven. Geïnspireerd door Paulo Freire2 ontstaan plekken waar kinderen leren door te ontdekken en samen te werken. Vrije scholen, autonome leercollectieven — ouders, leraren en leerlingen die zelf beslissen wat belangrijk is. Onderwijs als bevrijding, niet als voorbereiding op onderwerping.
In de zorg is het verhaal niet minder schrijnend dan op andere fronten. Mensen worden vaak niet meer gezien als unieke individuen, maar als kostenposten. Wat telt, is de efficiëntie op papier, niet de relatie tussen zorgverlener en patiënt. Marktdenken heeft de menselijke maat langzaam verdrongen — en dat voel je. Maar er zijn lichtpunten. Kijk naar Buurtzorg Nederland, waar het fundamenteel anders gebeurt. Geen managers, geen bureaucratie — gewoon kleine teams van wijkverpleegkundigen die zelf bepalen hoe ze hun werk organiseren. Ze combineren medische én sociale zorg, op basis van vertrouwen en zelfsturing. En het werkt: cliënten zijn tevredener, verpleegkundigen ook, en de kosten dalen. Minder verspilling, meer tijd voor echte aandacht.
Ook buiten Nederland ontstaan hoopvolle voorbeelden. In Latijns-Amerika zetten feministische gezondheidscentra iets unieks neer: zorg die vertrekt vanuit solidariteit, niet winst. Deze initiatieven, vaak opgericht door lokale bewegingen, bieden betaalbare of gratis zorg, met specifieke aandacht voor vrouwenrechten, reproductieve gezondheid en de complexe realiteit van ongelijkheid. Denk aan Pro Mujer3 — actief in landen als Bolivia en Mexico — waar gezondheidszorg hand in hand gaat met educatie en economische steun. Het zijn plekken waar gemeenschappen zélf bepalen wat zorg betekent, en hoe die eruitziet.
Wat deze initiatieven laten zien, is simpel maar krachtig: zorg hoeft niet onpersoonlijk of winstgedreven te zijn. Het kan anders. Het móét anders. Waar vertrouwen, gelijkwaardigheid en autonomie de basis vormen, ontstaat ruimte voor echte zorg — zorg die niet alleen beter voelt, maar vaak ook beter werkt.

De wooncrisis legt de fundamenten van het falende systeem pijnlijk bloot. Wonen is handelswaar geworden, terwijl het een basisrecht zou moeten zijn. En juist daar, midden in het probleem, groeit verzet. Bewoners bundelen zich in wooncoöperaties. In Duitsland haalt het Mietshäuser Syndikat4 huizen structureel uit de markt. In Nederland pioniert De Nieuwe Meent5 met solidariteit en duurzaamheid. Geen alternatieven, maar voorproefjes van een andere manier van samenleven.
Op de werkvloer zien we hetzelfde patroon. De klassieke vakbond heeft vaak geen antwoord op de onzekerheid van nu. Maar nieuwe, horizontale vormen van organisatie ontstaan — grassroots vakbonden, platformcoöperaties. Schoonmakers, bezorgers, horecamedewerkers eisen zeggenschap, niet alleen loon. Hun strijd gaat over meer dan geld: het draait om waardigheid, eigenaarschap en rechtvaardigheid.
En dan de media. Zonder eerlijke en kritische verslaggeving blijven machtsstructuren onzichtbaar. Traditionele media versterken vaak de macht in plaats van haar te controleren. Daarom zijn onafhankelijke initiatieven als Democracy Now!, The Intercept of het Transnational Institute zo cruciaal. Met minimale middelen doen zij wat nodig is: machtsmisbruik blootleggen. Chomsky’s propaganda-model blijft actueel: media functioneren volgens vijf ‘filters’ — zoals commercieel eigendom, reclame-afhankelijkheid en bevoordeelde bronnen — waardoor ze eerder macht versterken dan uitdagen. Dus: eigen media bouwen is geen luxe, het is noodzaak.
De ecologische crisis spant de kroon. Trump ontkende klimaatverandering, draaide milieuwetten terug, brak internationale akkoorden. Maar ook dat is geen toeval. In een systeem dat alles onderwerpt aan winst, is het logisch dat de aarde wordt opgeofferd. Toch ontstaan ook hier hoopvolle initiatieven: van de ZAD in Frankrijk tot Aardehuizen in Olst, tot energiecoöperaties in Amsterdam. Ze laten zien: duurzame energie en gedeeld grondbeheer zijn haalbaar — en onmisbaar.
Misschien het krachtigste voorbeeld van zelforganisatie komt uit politieke structuren die hiërarchie weigeren. In Rojava bepalen gemeenteraden met rotaties en quota het beleid. In Chiapas leven de Zapatistas buiten staatscontrole in een samenleving gebaseerd op hulp, collectiviteit en antikapitalisme. Ze bewijzen dat gemeenschappen zichzelf kunnen besturen — niet ondanks het ontbreken van een centrale staat, maar dankzij.
Deze voorbeelden zijn geen voetnoten. Ze zijn voorlopers. Wat het Trump-tijdperk ons leert, is dat redding niet van boven komt. Geen leider zal ons verlossen. Alleen gezamenlijke organisatie — in buurten, scholen, werkplekken, op het land — kan werkelijk iets kantelen. We hoeven het wiel niet opnieuw uit te vinden. Het gebeurt al. We hoeven het alleen te herkennen, en mee te doen.
De echte vraag is niet of we durven dromen. De vraag is of we durven bouwen. Want hoop is geen stil verlangen. Het is actieve moed, geworteld in het besef dat alles wat bestaat, ontworpen is — en dus ook anders kan. Door ons.
- Noam Chomsky (1928) is een Amerikaanse taalkundige, filosoof en politiek criticus. Hij is medeontwikkelaar van het propaganda-model, dat stelt dat grote media door commerciële en ideologische belangen eerder bestaande macht bevestigen dan die bekritiseren. ↩︎
- Paulo Freire (1921–1997) was een Braziliaanse pedagoog en denker, bekend om zijn concept van “kritisch bewustzijn”. In zijn pedagogiek draait het om onderwijs als bevrijding, waarbij leerlingen geen passieve ontvangers zijn, maar actieve deelnemers in hun eigen leerproces. ↩︎
- Pro Mujer is een Latijns-Amerikaanse non-profitorganisatie die vrouwen versterkt via microfinanciering, gezondheidszorg en educatie. Ze opereren in landen als Bolivia, Peru en Nicaragua, met een focus op zelfredzaamheid en gemeenschapsgerichte ontwikkeling. ↩︎
- Het Mietshäuser Syndikat is een Duits netwerk van woonprojecten dat eigendom van woningen structureel onttrekt aan de markt. Elk project is juridisch autonoom maar verbonden via gedeeld eigenaarschap, waardoor speculatie en verkoop onmogelijk worden. ↩︎
- De Nieuwe Meent is een Amsterdamse wooncoöperatie die collectief wonen combineert met ecologische duurzaamheid en democratische besluitvorming. Het project wil een structureel alternatief bieden voor de speculatieve woningmarkt in Nederland. ↩︎