We slikken het al decennia: het idee dat Kapitalisme de enige optie is. Alsof het net zo vanzelfsprekend is als de zwaartekracht of het weer. Maar Kapitalisme is géén natuurkracht – het is een keuze, een gewoonte, een systeem dat draait op onze dagelijkse gehoorzaamheid. Terwijl de wereld brandt en ongelijkheid groeit, blijft een kleine elite leven van onze arbeid en bepaalt zij de spelregels van onze samenleving. Tijd om te stoppen met geloven dat dit ‘de enige weg’ is. Tijd om het beest bij de naam te noemen: zolang wij de winsthonger en machtsdrift van kapitalisten blijven voeden, blijven wij onze eigen harten en zielen uitverhuren.
Kapitalisme houdt niet op bij grenzen, wetten of gewoontes. Het sluipt overal naar binnen, verandert onze dagelijkse activiteiten in vervreemd werk, en maakt van onze arbeid de privébezit van een kleine groep eigenaren. Toch is Kapitalisme geen natuurkracht, geen onvermijdelijk noodlot. Het is een dagelijkse gewoonte – een structuur die alleen blijft bestaan omdat wij elke dag ons leven erin blijven weggeven.
Sinds de val van de Sovjet-Unie en de integratie van landen als China en Vietnam in de wereldeconomie, horen we vaak: “Socialisme heeft gefaald, Kapitalisme is de enige weg.” Maar klopt dat? Kapitalisme steunt op twee pijlers: winst en controle. De kapitalist strijkt de opbrengsten van arbeid op, en beslist in zijn eentje hoe de samenleving werkt – van de productielijn tot de ziekenhuisbedden, van de supermarkt tot het klaslokaal.
Elke arbeider herkent deze realiteit. Terwijl jij zwoegt, stapelen anderen hun rijkdom op. Terwijl jij je hoofd breekt over huur, boodschappen of zorg, genieten zij van privileges – betere zorg, betere voeding, meer vrije tijd. Kapitalisme haalt het hart uit onze economische handelingen en rukt de ziel uit onze cultuur.
Want het gaat niet alleen om geld. Het is de vernedering, de dagelijkse gehoorzaamheid aan bazen, managers en aandeelhouders. De ingenieur die een brug bouwt, de verpleegkundige die levens redt, de kunstenaar die onze verbeelding voedt – allemaal moeten ze dansen naar de pijpen van een leidinggevende die zelden iets begrijpt van hun vak. Macht die nergens op gebaseerd is, behalve op eigendomsrecht en sociale traditie.
Sociologen noemen dat ‘vervreemding’. En wij voelen het allemaal: in de apathie na het werk, in de vlucht naar goedkope consumptie, in de moeizame zoektocht naar betekenis buiten het kantoor of de fabriek. Kapitalisme krenkt onze waardigheid, en zolang de winsten blijven stromen naar de eigenaren van kapitaal, blijft deze uitbuiting voortduren.
Toch is dit systeem geen natuurwet. Het blijft bestaan omdat wij het blijven voeden. Neem de winst weg, en de kapitalist verliest zijn bestaansrecht. Geen profijt, geen kapitalisme. Geen bevelen die worden opgevolgd, geen controle. Maar verwacht niet dat zij vrijwillig afstand doen van hun positie. Net zoals vorsten ooit hun kroon bloedig verdedigden, zullen de kapitalisten alles doen om hun macht te behouden.
Sommigen zeggen: “Kapitalisme wordt menselijker, bedrijven worden netter.” Maar die regels, die procedures binnen grote bedrijven? Ze zijn niet bedoeld om ons te beschermen, maar om de winst te waarborgen. Zolang het fundament draait om winstmaximalisatie, blijven sociale en ecologische schade onvermijdelijke neveneffecten. Geen winst betekent geen bedrijf, zeggen ze. Maar wat betekent dat voor ons? Een derde van ons leven spenderen we op werkplekken waar we zelden medezeggenschap hebben, waar cultuur, solidariteit en creativiteit structureel onder druk staan.
De vraag is dus niet of Kapitalisme nog steeds exploiteert – dat is evident. De vraag is: wanneer gaan we ermee stoppen? De vorsten zijn gevallen, de dictatoriale regimes wankelden, en ook dit systeem zal niet eeuwig standhouden.
We hoeven niet te wachten op “een betere versie” van Kapitalisme. Macht geeft zichzelf niet vrijwillig op. Alleen wanneer wij collectief beslissen dat niemand meer mag leven van de arbeid van een ander, pas dan begraven we dit systeem.
De echte revolutie begint niet op de beursvloer of in de bestuurskamer. Ze begint in de harten en zielen van mensen die weigeren nog langer te leven als pionnen in het spel van andermans winsthonger.