De macht van Hollywood – Sinds de oprichting van Israël in 1948 is de wereld niet alleen getuige geweest van een militair conflict in het Midden-Oosten, maar ook van een zorgvuldig geregisseerde mediacampagne die het imago van Israël diepgaand heeft beïnvloed. Israël presenteert zich graag als een democratisch bolwerk, een natie die voortdurend bedreigd wordt door zogenaamd ‘barbaarse’ vijanden. Maar deze beeldvorming is geen toevallige ontwikkeling. Ze is zorgvuldig geconstrueerd met behulp van een van de machtigste culturele apparaten ter wereld: Hollywood.
Hollywood speelt al decennialang een cruciale rol in het creëren van de mythe dat Israël een rechtvaardige, vredelievende staat is, omringd door vijandige krachten die haar vernietiging nastreven. Deze framing heeft enorme gevolgen voor hoe het Westen het Israëlisch-Palestijnse conflict bekijkt en hoe Palestijnen zelf worden afgeschilderd—meestal niet als slachtoffers van kolonialisme, maar als agressors. Deze beeldvorming is het resultaat van een diepgewortelde samenwerking tussen de Israëlische staat, de Amerikaanse regering en de filmindustrie.
De opkomst van een mythe
Een van de meest iconische films die bijdroeg aan de Israëlische mythevorming in het Westen is Exodus (1960), geregisseerd door Otto Preminger en gebaseerd op het gelijknamige boek van Leon Uris. Exodus vertelt het verhaal van de oprichting van Israël door de ogen van heldhaftige, blanke westerlingen, zoals vertolkt door Paul Newman. In de film worden de Joden voorgesteld als moedige pioniers die na de Holocaust proberen een thuis te vinden in een zogenaamd ‘leeg’ Palestina. De Palestijnse Nakba—de verdrijving van meer dan 700.000 Palestijnen in 1948—wordt volledig genegeerd of verdraaid. Palestijnen worden vaak gereduceerd tot gewelddadige karikaturen, zonder enige aandacht voor hun lijden of historische context.
Films zoals Exodus herschrijven niet alleen de geschiedenis, ze bepalen wie er recht heeft op medeleven en wie wordt uitgesloten van menselijkheid. Ze transformeren complexe realiteiten in simplistische mythen die de machtige beschermen en de onderdrukten verzwijgen.
Deze film was veel meer dan entertainment; het was pure propaganda. Het doel was om de sympathie van het westerse publiek te winnen en Israël te positioneren als een kwetsbare, moreel superieure natie. Door deze framing wist Israël onvoorwaardelijke steun te krijgen, vooral in de Verenigde Staten, waar de film diep doordrong in het collectieve bewustzijn. Terwijl Israël werd voorgesteld als een baken van vrijheid en democratie, werd de militaire bezetting en het apartheidssysteem dat zich ontwikkelde in de bezette Palestijnse gebieden genegeerd.
Soft power en de rol van Hollywood
Wat we hier zien, is een duidelijk voorbeeld van “soft power”. Dit concept verwijst naar de manier waarop landen hun invloed uitoefenen via cultuur, waarden en media, in plaats van door middel van militaire of economische middelen. Hollywood is een essentieel instrument van Amerikaanse soft power, en door middel van films en tv-shows verspreidt het niet alleen de Amerikaanse ideologie wereldwijd, maar ook steun voor bondgenoten zoals Israël. Films zoals Exodus, maar ook populaire tv-series als Homeland en Fauda, presenteren Israël vaak als een liberaal-democratische staat die constant wordt bedreigd door radicale vijanden. Deze framing maakt het moeilijk om Israël te bekritiseren zonder het risico te lopen beschuldigd te worden van antisemitisme—een beschuldiging die systematisch wordt gebruikt om kritiek op het Israëlische beleid te onderdrukken.
Een ander treffend voorbeeld hiervan is de film Bruno (2009), geregisseerd door Sacha Baron Cohen. Hoewel de film in eerste instantie lijkt te gaan over homofobie, laat het ook zien hoe de Israëlische staat en de CIA betrokken zijn bij de totstandkoming van verhaallijnen in Hollywoodfilms. Cohen beweerde tijdens een optreden op Letterman dat hij voor zijn film een “echte terrorist” had gevonden met hulp van de CIA. Deze ‘terrorist’ bleek echter een Palestijnse NGO-medewerker te zijn, die onterecht als terrorist werd afgeschilderd. Dit beschadigde zijn persoonlijke en professionele leven enorm. Dit voorbeeld illustreert hoe nauw overheidspropaganda en culturele productie met elkaar verweven zijn, en hoe deze narratieven worden gebruikt om Israël te steunen en de Palestijnse zaak te marginaliseren.
De systematische uitsluiting van Palestijnse stemmen
Hollywoods steun aan Israël gaat verder dan directe propaganda in films. Op persoonlijk vlak zijn er talloze voorbeelden van prominente figuren in de entertainmentindustrie wier carrières zijn geschaad door hun openlijke steun aan de Palestijnse zaak. Actrice Susan Sarandon werd bijvoorbeeld door haar agentschap gedropt vanwege haar pro-Palestijnse uitspraken, en Melissa Barrera werd ontslagen uit de populaire Scream filmreeks na haar kritiek op de Israëlische acties in Gaza. Deze incidenten tonen aan hoe diepgeworteld de politieke correctheid in de Amerikaanse entertainmentindustrie is, waarbij openlijke steun voor Palestina vaak wordt gezien als een carrièrekiller.
De prijs voor het uitspreken van solidariteit met Palestina in de Amerikaanse entertainmentindustrie is hoog: steun aan gerechtigheid wordt vaak beantwoord met publieke schande en professionele isolatie, een duidelijke waarschuwing voor anderen om te zwijgen
Ondertussen worden Palestijnse verhalen zelden gehoord in de mainstream media, en wanneer ze dat wel worden, is het vaak door de lens van “terrorisme”. Palestijnen worden afgeschilderd als irrationele geweldplegers, wat het gemakkelijker maakt om hun lijden te negeren en hun verzet tegen de Israëlische bezetting te delegitimeren. Deze systematische demonisering van Palestijnen draagt bij aan het handhaven van de status quo, zowel in Israël als in het Westen.
Een groeiende scheur in de façade
Toch begint de hechte relatie tussen Hollywood en Israël barsten te vertonen. De opkomst van de BDS-beweging (Boycott, Divestment, Sanctions) en de groeiende bewustwording over de Israëlische apartheid, geholpen door onafhankelijke journalistiek en sociale media, beginnen het onvoorwaardelijke steunbetoon aan Israël te ondermijnen. Nieuwe generaties activisten, inclusief Joodse dissidenten, spreken zich steeds meer uit tegen de gruweldaden van de Israëlische staat en eisen een einde aan de bezetting.
Hoewel het verzet tegen Israëlische propaganda in Hollywood langzaam gaat, is de aanhoudende druk van grassroots bewegingen niet zonder effect. De daden van moedige activisten en artiesten die weigeren te zwijgen, beginnen steeds meer weerklank te vinden, zowel binnen als buiten de entertainmentindustrie. De recente steunbetuigingen voor Palestijnse rechten door prominente figuren laten zien dat het mogelijk is om een verschil te maken, zelfs in een industrie die zo nauw verweven is met politieke macht.
De strijd voortzetten
De nauwe band tussen Hollywood en Israël is geen louter cultureel fenomeen; het is een politieke alliantie die de perceptie van een hele natie vormgeeft, terwijl het lijden van een ander volk wordt verdoezeld. Dit zorgvuldig opgebouwde narratief begint nu doorbroken te worden door daden van moedige activisten en artiesten die weigeren te zwijgen.
De weg naar rechtvaardigheid voor Palestina is lang en hobbelig, maar de scheuren in de façade van de Israëlische propaganda geven hoop. Door ons te blijven uitspreken, door boycots te steunen, en door Palestijnse stemmen te versterken, kunnen we bijdragen aan een toekomst waarin vrijheid en gelijkheid voor alle mensen in de regio mogelijk wordt. De waarheid moet verteld worden—Palestijnse verhalen verdienen gehoord te worden, ook al proberen machtige krachten ze het zwijgen op te leggen.
Het is tijd om de wereld te laten zien dat Palestina bestaat, en dat hun strijd voor rechtvaardigheid gehoord moet worden. Hollywood mag niet langer fungeren als de propagandamachine van een bezettingsmacht.