Het is stil in de straten van Santo Domingo. Griezelig stil. Normaal gesproken bruisen de straten van het leven, vol met straatverkopers die je van alle kanten benaderen met hun koopwaar: kleding, ijs, worst op een stok, en flesjes water. Deze informele handel wordt voornamelijk gedomineerd door Haïtianen, die tot de jaren tachtig in de suikerindustrie werkten en daarna gedwongen werden om op andere manieren hun brood te verdienen in de Dominicaanse Republiek.
Maar vandaag is er stilte. De Haïtianen zijn bang, doodsbang, omdat de Dominicaanse overheid heeft gedreigd hen op te pakken. Uit angst blijven ze binnen, en sommigen zijn zelfs al teruggekeerd naar Haïti om de vernedering van deportatie te ontlopen. Door nieuwe wetgeving worden alle Haïtianen gedwongen om nieuwe verblijfsvergunningen aan te vragen, maar de bureaucratie maakt dit bijna onmogelijk. Het hele vergunningensysteem lijkt ontworpen om te falen.
De extreem-rechtse media speelt een grote rol in het aanwakkeren van deze onrust met hun pro-deportatie retoriek, waarbij ze elke Dominicaan wijzen op zijn ‘patriottische plicht’. Dit is een bekende tactiek, bedoeld om xenofobie en nationalisme aan te wakkeren door een minderheidsgroep, in dit geval de Haïtianen, als zondebok te gebruiken. Door hen te beschuldigen van het afnemen van banen en het bedreigen van de ‘nationale identiteit’, wordt de aandacht afgeleid van de echte, complexere oorzaken van economische en sociale problemen, zoals corruptie, slecht beleid en economische ongelijkheid.
Wanneer economische en sociale problemen te complex worden om direct aan te pakken, wordt het zaaien van angst en haat tegen een kwetsbare minderheid een verleidelijk wapen. In plaats van echte oplossingen, bieden populisten eenvoudige zondebokken.
Deze retoriek heeft de Dominicanen ertoe aangezet om de Haïtianen te zien als een directe bedreiging, wat heeft geleid tot een explosie van racistisch geweld. Sinds de invoering van de nieuwe wetgeving is dit geweld fors toegenomen; migranten worden gelyncht, verbrand of publiekelijk vernederd door Dominicanen. Dit patroon van haat en geweld roept duistere herinneringen op aan 1937, toen de Dominicaanse regering massaal Haïtiaanse arbeiders het land uit joeg, waarbij 30.000 Haïtianen werden vermoord.