Team van jonge mannen toont enthousiasme en vastberadenheid in een werkruimte.
Een krachtig team dat samenkomt om te vechten voor zeggenschap op de werkvloer.

Wie beslist er op de werkvloer?

4 minutes, 9 seconds Read

De strijd om zeggenschap over ons eigen werk – In 1976 vond in Zwitserland een belangrijk referendum plaats. Er lag een voorstel om werknemers medezeggenschap te geven over bedrijfsbesluiten. Ze zouden kunnen meebeslissen over investeringen en andere belangrijke kwesties. Maar het voorstel werd met een overweldigende meerderheid afgewezen.

Waarom stemden zoveel mensen tegen? Niet alleen werkgevers en de middenklasse voerden felle campagnes, ook veel werknemers lieten hun stem liggen of stemden zelfs tegen. Betekent dit dat zij helemaal geen inspraak willen? Dat lijkt onwaarschijnlijk. Waarschijnlijk konden velen zich er weinig bij voorstellen. Generaties lang is ons ingeprent dat de baas beslist en wij uitvoeren. Zelf verantwoordelijkheid nemen kan eng zijn – het is veiliger om de schuld bij de werkgever te leggen dan zelf aan het roer te staan.

Migranten drukken je lonen niet; je baas wel

Deze discussie is niet alleen historisch interessant, maar nog altijd actueel. In Zwitserland vinden regelmatig referenda plaats over bedrijfsvoering en werknemersrechten. Denk bijvoorbeeld aan het ‘Minder-initiatief’ uit 2013, waarbij de Zwitsers wél stemden voor een beperking van buitensporige salarissen voor topbestuurders. Dit laat zien dat er wel degelijk een behoefte is aan eerlijkere bedrijfsstructuren, maar de stap naar directe werknemerszeggenschap blijft groot.

Vrijheid sneuvelt niet in één klap, maar stap voor stap

Wat betekent medezeggenschap eigenlijk?

Medezeggenschap houdt in dat werknemers een stem hebben in hoe hun bedrijf wordt geleid. In Nederland kennen we de ondernemingsraad, die advies mag geven over belangrijke besluiten, maar in de praktijk vaak beperkte invloed heeft. In sommige landen, zoals Zweden, is werknemersinspraak wettelijk verankerd en hebben werknemers een stevige stem in het bestuur van bedrijven.

Maar is medezeggenschap genoeg? Historisch gezien richtten arbeidersbewegingen zich vooral op politieke rechten en hogere lonen, niet zozeer op directe zeggenschap in bedrijven. Pas de laatste decennia groeit het besef dat werknemers niet alleen betere arbeidsvoorwaarden moeten eisen, maar ook controle over hun werk en productie. Wat ooit als ‘utopisch’ werd gezien, is in feite een logische stap naar sociale rechtvaardigheid.

Nederlandse voorbeelden van zeggenschap en zelfbestuur

Er zijn in Nederland inspirerende voorbeelden van bedrijven waar werknemers wel degelijk de touwtjes in handen hebben. Zo is er Amsterdam Energie1, een Amsterdams energiebedrijf dat collectief wordt beheerd door leden. In de zorgsector laat Buurtzorg2 zien dat efficiënter en menselijker werken zonder hiërarchische managers mogelijk is. Ook coöperaties van fietsenmakers, bakkerijen en ambachtelijke bedrijven laten zien dat collectief eigenaarschap kan werken.

Toch blijven dit uitzonderingen. In de meeste bedrijven hebben werknemers nauwelijks iets te zeggen over belangrijke beslissingen. De macht ligt bij aandeelhouders en directies, die vooral winstmaximalisatie nastreven.

Van medezeggenschap naar zelfbestuur

Echte zeggenschap gaat verder dan medezeggenschap. Tijdens de Spaanse Revolutie van 1936 namen arbeiders bedrijven over en runden ze deze collectief. In Israël ontstonden kibboetsen en coöperaties waarin mensen samen produceerden, zonder bazen. Dichter bij huis waren er in de jaren ’70 pogingen tot arbeiderszelfbestuur, zoals bij scheepswerf De Vooruitgang in Friesland. Daar probeerden werknemers vergeefs de failliete werf over te nemen en als coöperatie voort te zetten.

Deze initiatieven laten zien dat een economie zonder kapitalistische uitbuiting wél mogelijk is. Maar een revolutie ontketenen is geen simpele oplossing. De overgang naar zelfbestuur vraagt voorbereiding, kennis en een sterke sociale beweging. Medezeggenschap kan daarom een eerste opstap zijn naar echte democratische controle over de economie.

Wat kunnen we nu doen?

Wie echte zeggenschap op de werkvloer wil, moet op meerdere fronten tegelijk in actie komen. Vakbonden en werknemersorganisaties kunnen niet langer alleen focussen op loon en werktijden, maar moeten zich ook inzetten voor structurele verandering: zeggenschap en zelfbestuur. Bedrijven kunnen hierop inspelen door over te stappen op coöperatieve modellen, waarin werknemers niet alleen een stem hebben, maar ook mede-eigenaar zijn en actief meebeslissen over het beleid.

Ook de overheid speelt een belangrijke rol. Wetgeving kan worden aangepast zodat werknemers bij overnames en faillissementen meer rechten krijgen. Zo kunnen bedrijven eerder in handen komen van de mensen die er werken, in plaats van van externe investeerders die enkel op winst uit zijn. Dit is extra urgent nu private equity-fondsen bedrijven opkopen, schulden op hen afwentelen en ze vervolgens leegplukken voor kortetermijnwinsten. Dat leidt vaak tot massaontslagen, lagere lonen en faillissementen – terwijl aandeelhouders met miljoenen vertrekken. Werknemers zijn geen pionnen in het spel van speculanten; ze moeten de macht krijgen om hun bedrijven te beschermen en zelf te besturen.

Maar echte verandering begint bij de werknemers zelf. Een ondernemingsraad kan een eerste stap zijn, maar zonder collectieve actie en organisatie blijft echte invloed een illusie. Hoe langer we afwachten, hoe meer bedrijven worden leeggeroofd door private equity – met alle gevolgen van dien voor werkgelegenheid en arbeidsvoorwaarden. Werknemers moeten zich organiseren en het eigenaarschap opeisen, niet alleen om hun banen te beschermen, maar om een fundamenteel andere economie te bouwen.

Democratie moet ook op de werkvloer gelden

Echte democratie stopt niet bij het stemhokje. Als we een rechtvaardige samenleving willen, moeten we ook de werkvloer democratiseren. Medezeggenschap is een stap in de goede richting, maar het einddoel moet zelfbestuur zijn: een economie waarin werknemers samen bepalen hoe en waarvoor ze werken. Dat is geen utopie, maar een haalbare en noodzakelijke verandering.

  1. Amsterdam Energie is een lokale energiecoöperatie die zich inzet voor de productie en levering van 100% groene, lokaal opgewekte stroom. De coöperatie wordt beheerd door en voor Amsterdammers, waarbij leden gezamenlijk beslissen over investeringen en projecten. Sinds de oprichting heeft Amsterdam Energie diverse zonne-energieprojecten gerealiseerd, waaronder installaties op metrostation Reigersbos en het Student Hotel in Oost. Daarnaast werkt de coöperatie samen met Amsterdam Wind aan de ontwikkeling van windmolens bij de Noorder IJplas en het Cornelis Douwesterrein in Amsterdam-Noord. 

    Om zonne-energie toegankelijker te maken voor bewoners zonder geschikt eigen dak, heeft Amsterdam Energie samen met Zonnefabriek de coöperatie Onze Zon Amsterdam opgericht. Deze organisatie faciliteert collectieve zonnedakprojecten, waarbij deelnemers kunnen investeren in zonnepanelen op gedeelde daken en profiteren van de opgewekte duurzame energie. 

    Voor meer informatie over de initiatieven en projecten van Amsterdam Energie kun je terecht op hun officiële website: amsterdamenergie.nl/  ↩︎
  2. Buurtzorg Nederland is een thuiszorgorganisatie die in 2006 werd opgericht door wijkverpleegkundige Jos de Blok en een klein team van professionals. Zij wilden een alternatief bieden voor de toenemende bureaucratie en fragmentatie in de zorg. Het uitgangspunt was eenvoudig maar krachtig: geef professionals hun vak terug en zet de cliënt werkelijk centraal. Dit betekende afscheid nemen van het traditionele managementdenken en het invoeren van zelfsturende teams van maximaal twaalf (wijk)verpleegkundigen en wijkziekenverzorgenden. Deze teams zijn verantwoordelijk voor de volledige zorgverlening, van intake tot planning en uitvoering, en worden ondersteund door een klein landelijk hoofdkantoor in Almelo. 

    Het model van Buurtzorg heeft geleid tot hoge cliënttevredenheid en aanzienlijke kostenbesparingen. Een studie van KPMG uit 2012 toonde aan dat Buurtzorg 40% goedkoper is dan traditionele thuiszorgorganisaties, zonder in te boeten op kwaliteit.  De organisatie is inmiddels uitgegroeid tot een netwerk van meer dan 950 teams met ongeveer 15.000 medewerkers en is actief in 24 landen. 

    Buurtzorg wordt internationaal erkend als een voorbeeld van succesvolle zorginnovatie en zelforganisatie. Het model heeft wereldwijd aandacht getrokken en dient als inspiratie voor andere sectoren die streven naar meer autonomie en mensgerichte dienstverlening. 

    Meer informatie is te vinden op de officiële website: buurtzorgnederland.com ↩︎

Aanbevolen voor jou