Zwarte Piet, geworteld in de racistische denkbeelden van de 19e-eeuwse koloniale tijd, is geëvolueerd van een carnavaleske karikatuur naar een symbool van diepgewortelde verdeeldheid in Nederland. Wat ooit werd afgedaan als een onschuldig kinderfeest, is nu het middelpunt van een intens maatschappelijk debat over racisme en de erfenis van het kolonialisme.
De woede die wordt gericht tegen anti-Piet-demonstranten, en specifiek tegen zwarte publieke figuren zoals Sylvana Simons, legt de structurele ongelijkheid bloot waarmee Nederlanders van kleur dagelijks worden geconfronteerd. Dit wijst op een samenleving die zich verzet tegen het erkennen van haar koloniale verleden en de daaruit voortvloeiende machtsongelijkheid.
Hoewel onderzoeken aantonen dat ongeveer 70% van de bevolking openstaat voor een aangepaste versie van Zwarte Piet, blijft er een harde kern die vasthoudt aan het behoud van deze racistische traditie. Deze ogenschijnlijke bereidheid tot verandering is vaak oppervlakkig, zoals blijkt uit de haat en het geweld gericht tegen voorstanders van aanpassing. Het debat rond Zwarte Piet is daarmee symptomatisch voor een samenleving waarin tolerantie dun is, en racistische structuren diepgeworteld zijn.
Priester Mpho Tutu van Furth, dochter van Desmond Tutu, verwoordt het treffend: “Raciale vooroordelen bestaan overal, maar wanneer je racisme definieert als vooroordeel plus macht, is Zwarte Piet een perfect voorbeeld. Het is een traditie die witte suprematie in stand houdt, ondanks de pijn die het veroorzaakt.” Het zogenaamde onschuldige karakter van Zwarte Piet verhult een fundamenteel probleem: de weigering van de witte meerderheid om te erkennen dat hun tradities raciale ongelijkheid versterken.
Een dieper begrip van de historische wortels van racisme is cruciaal om deze discussie te doorgronden. Het boek De zwarte bladzijde van Jan Nederveen Pietersen is hierbij een belangrijk werk. Nederveen Pietersen laat zien hoe kolonialisme en raciale stereotypen zijn ingebed in culturele tradities, zoals Zwarte Piet. Deze kennis stelt ons in staat om te reflecteren op de impact van zulke praktijken en om stappen te zetten richting een meer inclusieve samenleving.
De verandering van Zwarte Piet is een noodzakelijke stap, maar het is slechts het begin. Het symboliseert een breder probleem van raciale ongelijkheid dat diep in de Nederlandse samenleving verankerd ligt. Als we echt willen streven naar een cultuur waarin iedereen wordt gerespecteerd en gewaardeerd, moeten we niet alleen schadelijke tradities herzien, maar ook de machtsstructuren die ze in stand houden. Tradities die anderen schaden, zijn als versleten kleren: hoe nostalgisch we er ook naar kijken, ze moeten worden aangepast aan de eisen van de tijd.