We willen benadrukken hoe essentieel eerlijke en evenwichtige informatie is. In een tijd waarin media steeds vaker onder vuur liggen, lijkt dat vanzelfsprekend, maar de geschiedenis laat zien dat vrije en betrouwbare verslaggeving nooit vanzelf kwam. Wij kijken terug op het verhaal van The Alarm, dat laat zien hoe nieuws ooit letterlijk een wapen kon zijn: een instrument in de strijd om waarheid, representatie en macht. We willen hiermee duidelijk maken dat de zoektocht naar eerlijke informatie geen nieuw ideaal is, maar een voortdurende maatschappelijke strijd.
In oktober 1884 rolde in Chicago een nieuw blad van de pers. Tussen advertenties voor vleesverwerking en machinereclames lag plots een dun pamflet dat zichzelf The Alarm noemde. Geen advertenties, geen fraaie typografie—slechts eenvoudige kolommen tekst, bedoeld voor maar één doel: de omverwerping van het kapitalisme.
In zijn prospectus verklaarden de uitgevers dat er in Chicago geen enkele Engelstalige krant bestond die werkelijk de arbeiders vertegenwoordigde. “Het gehele perswezen,” schreven ze, “is gewijd aan de belangen van de kapitalistische klasse.” The Alarm wilde dat monopolie doorbreken en beloofde een blad te zijn “uitgegeven door en voor loon-slaven.” Het zou de stem worden van de International Working People’s Association (IWPA), een anarcho-syndicalistische federatie van arbeidersorganisaties die destijds de gevreesde “wetenschap van dynamiet1” omarmde.
Chicago als kruitvat
In de jaren 1880 was Chicago een stad op drift: een smeltkroes van industrie, migratie en ongelijkheid. De vleesverwerking, spoorwegen en staalfabrieken trokken tienduizenden immigranten uit Europa en het Amerikaanse zuiden aan. Arbeiders maakten werkdagen van tien tot twaalf uur, zes dagen per week; in sommige sectoren liep dat op tot wel 120 uur. De crisis van 1873 en de daaropvolgende recessies hadden bovendien een leger van werklozen achtergelaten.
Toen in 1886 de eis van de achturige werkdag opkwam, stroomden de spanningen over. Op 1 mei gingen meer dan 80.000 arbeiders in Chicago in staking. Twee dagen later openden Pinkerton-bewakers het vuur op stakers bij McCormick Reaper Works. Uit woede riepen anarchistische leiders op tot een meeting op Haymarket Square, op 4 mei 1886. Wat als een vreedzame bijeenkomst begon, eindigde in chaos toen er een bom ontplofte: acht politieagenten en demonstranten kwamen om.
De gebeurtenis, later bekend als de Haymarket-affaire, leidde tot een showproces waarin acht anarchisten—onder wie The Alarm-redacteur Albert Parsons—ter dood werden veroordeeld. Parsons, die sinds 1884 hoofdredacteur was, werd na de bomaanslag gearresteerd en later in 1887 geëxecuteerd. Zijn rol in de krant en zijn invloed op de Engelstalige arbeidersbeweging waren cruciaal voor de verspreiding van anarchistische ideeën. Het proces ademde klassenhaat; de schuld was bij voorbaat vastgesteld.
In dat klimaat kreeg het anarchisme in razend tempo aanhang. Terwijl Duitstalige arbeiders hun informatie vonden in de Arbeiter-Zeitung, zochten Engelstalige arbeiders naar hun eigen spreekbuis. De IWPA, ongeduldig met de trage parlementaire koers van de Socialist Labor Party, pleitte voor directe actie—en, niet zelden, voor bewapening. Explosieven werden beschouwd als een “democratisch wapen”: volgens Parsons was hun kracht “de verspreiding van macht” en maakte ze “iedereen gelijk.” The Alarm werd de Engelstalige drager van dat gedachtegoed.
Een krant als wapen
De prospectus van The Alarm stelde dat het blad er was “voor de loon-slaven van dit land” en riep arbeiders op zich te verenigen onder het motto Vrijheid, Broederschap en Gelijkheid. De ondertitel wisselde van A Socialistic Weeklynaar A Socialist Paper, maar de boodschap bleef onveranderd radicaal.
Albert Parsons leidde de redactie samen met zijn vrouw Lucy Parsons—hun interraciale huwelijk was in Texas destijds verboden en trok veel aandacht. Zij werden bijgestaan door onder anderen May Huntley, Lizzie Swank en Dyer Lum. De inhoud varieerde van verslagen over stakingen en internationale correspondentie tot vertalingen van Duitse en Franse anarchistische teksten. Er waren ingezonden brieven, oproepen tot solidariteit en felle redactionele commentaren. Het blad schreef over de massameetings voor de achturendag, de Hocking-Valley-mijnwerkersstaking en de McCormick-staking.
Explosieven als symbool van gelijkheid
Wat The Alarm bijzonder maakte, was niet enkel de boodschap, maar vooral de toon. Artikelen droegen titels als “Explosives: A Practical Lesson in Popular Chemistry” en legden, soms tot in detail, uit hoe men dynamiet en bommen kon maken. De krant prees deze kennis als het enige middel waartegen legers machteloos stonden.
Een overgenomen pamflet verkondigde zelfs dat “één pond dynamiet beter is dan een bushel2 vol stembiljetten” en riep op om de achturendagseis te stellen “met wapens in de hand.” Lucy Parsons publiceerde de beruchte brief “A Word to Tramps”, waarin zij de tienduizenden werklozen in Chicago opriep niet langer te wachten op een ‘goede baas’. “Leer het gebruik van explosieven!” schreef ze—een oproep die door de autoriteiten later letterlijk werd genomen.
Albert Parsons zelf speelde met vergelijkbare retoriek. In zijn artikel “Equal Rights” ontmaskerde hij de Amerikaanse droom als leugen: de belofte dat “de weg naar rijkdom voor iedereen open ligt” was niets meer dan een mythe. Hij concludeerde spottend dat “een beetje explosief” wellicht meer gelijkheid kon brengen dan duizend stembiljetten.
Socialisme in verhaalvorm
Toch was The Alarm niet uitsluitend een handleiding voor revolutie. Tussen de chemische recepten en de oproepen tot opstand verschenen ook essays, verhalen en poëzie. In stukken als “The Socialist” werd benadrukt dat socialisten geen bloeddorstigen waren, maar idealisten die een vreedzame omwenteling voor ogen hadden—al werd erbij gezegd dat kennis van explosieven de overgang wellicht zou bespoedigen.
Het blad schreef over kinderarbeid, raciale ongelijkheid en internationale solidariteit. De vormgeving bleef sober: smalle kolommen, nauwelijks illustraties, en taal die eerder direct dan sierlijk was. Die eenvoud maakte het blad makkelijk te kopiëren en te verspreiden. De toon varieerde van vurig tot ironisch; één redacteur merkte op dat “wie respect wil afdwingen beter twee kilo springstof in zijn zak kan dragen dan een pistool.”
Politieke impact en repressie
Met een oplage van slechts drieduizend exemplaren was The Alarm geen massamedium, maar zijn invloed was onevenredig groot. Het bracht Engelstalige arbeiders in contact met Duitse en Tsjechische activisten en sloeg zo bruggen tussen verschillende gemeenschappen. Samen met de Arbeiter-Zeitung fulmineerde het tegen de luxe van zakenlieden terwijl arbeiders honger leden en riep het op tot strijd voor de achturendag.
In de aanloop naar 1 mei 1886 publiceerde The Alarm vlugschriften, editorials en oproepen tot staking. Parsons en zijn redactie spraken op meetings en verspreidden het idee dat arbeiders zich moesten bewapenen.
Na de Haymarket-bom werd het blad zelf bewijsstuk. De politie doorzocht de drukkerij, nam exemplaren in beslag en citeerde fragmenten in het proces tegen Parsons en zijn medebeklaagden. Passages waarin stond dat “één bom een regiment kon vernietigen” werden als directe opruiing beschouwd, ook al waren ze vaak ingezonden stukken of overgenomen teksten. In mei 1886 werd The Alarm definitief verboden; de laatste editie onder Parsons verscheen op 24 april.
De repressie trof de hele IWPA: redacteuren werden geëxecuteerd, gedeporteerd of doken onder.
Nalatenschap en voortzetting
Na de executies probeerde Dyer Lum het blad nieuw leven in te blazen. Hij verhuisde de redactie naar New York en hield The Alarm tot 1889 in leven, al met een bescheiden lezerskring. Later richtte Lum zich op de vakbondsbeweging en schreef hij voor de American Federation of Labor, waarin hij de vrijwillige associatie als kern van een rechtvaardige samenleving zag.
Ondanks zijn korte bestaan bleef The Alarm een symbool van de oorspronkelijke radicale energie van de Amerikaanse arbeidersbeweging. Zijn teksten werden herdrukt door latere generaties activisten. Lucy Parsons, die de vervolging overleefde, bleef tot op hoge leeftijd een krachtige stem voor arbeids- en burgerrechten.
Relevantie vandaag
Wat kan een anarchistisch blad van bijna anderhalve eeuw oud ons vandaag nog leren? Misschien dit: dat radicale pers een onmisbare rol speelt in het verbinden van mensen en het uitdagen van gevestigde machten. The Alarm gaf stem aan wie geen stem had, verbond gemeenschappen over taal- en cultuurgrenzen heen en toonde dat ideeën op zichzelf al subversief kunnen zijn.
Maar de geschiedenis waarschuwt ook. De vurige retoriek van het blad werd door de autoriteiten gebruikt om een hele beweging te criminaliseren. Activisten van nu kunnen daaruit een dubbele les trekken: verkiezingen en petities zijn niet altijd voldoende om onrecht te keren—maar ook dat woorden machtig genoeg zijn om angst te zaaien bij wie macht heeft.
De achturendag, ooit een revolutionaire eis, is nu vanzelfsprekend. En toch blijft de vraag die The Alarm stelde actueel: in een wereld waar arbeid precair is en rijkdom ongelijk verdeeld, welke alarmbellen laten we vandaag rinkelen?
- De uitdrukking ‘wetenschap van dynamiet’ verwees in de jaren 1880 naar de fascinatie van anarchisten voor explosieven als symbolen van machtsevenwicht. Dynamiet werd gezien als een middel waarmee gewone arbeiders zich konden verzetten tegen de overmacht van staat en kapitaal; kennis daarover gold als een vorm van democratische macht. ↩︎
- Een bushel is een oude Engelse maateenheid voor volume, gebruikt voor droge goederen zoals graan. Eén bushel komt overeen met ongeveer 35 liter. In deze context symboliseert het een overvloed aan stembiljetten, tegenover de kracht van een kleine hoeveelheid explosieven. ↩︎