Pete Hegseth spreekt fel met marcherende militairen op de achtergrond
Pete Hegseth spreekt krachtig terwijl militairen marcheren op de achtergrond, symbool voor de spanning tussen politiek en leger.

Vrijheid en democratie boven persoonlijk gezag

6 minutes, 0 seconds Read

In tijden waarin politieke emoties hoog oplopen, verschuiven de grenzen tussen gezag, overtuiging en gehoorzaamheid. Wat gebeurt er wanneer bestuurders en militairen niet langer slechts instrumenten van beleid zijn, maar dragers van ideologische strijd? De vraag naar loyaliteit – aan wie of wat we werkelijk dienen – is dan geen abstract debat, maar een toetssteen voor de gezondheid van de democratische rechtsstaat.

Tijdens een door minister van Defensie Pete Hegseth georganiseerde bijeenkomst in Quantico, waar hoge militairen uit de hele wereld op bevel waren samengebracht en waar Donald Trump en generaal Dan Caine spraken, ging een schokgolf door het Amerikaanse leger. Niet omdat er nieuwe strategieën werden aangekondigd, maar omdat de toespraken iets anders suggereerden: dat loyaliteit aan de president zwaarder zou wegen dan trouw aan de grondwet.

Voor veel Amerikaanse militairen roept dat een ongemakkelijke vraag op. Wat betekent hun eed dan nog? Kun je trouw zweren aan de grondwet én aan een leider die haar ondermijnt? Zulke twijfels lijken typisch Amerikaans, maar ze raken aan een universele spanning: wat gebeurt er als politiek het uniform binnendringt?

Blijf op de hoogte van radicale stemmen en kritische publicaties – volg vrheid.nl op Substack.

De Nederlandse geschiedenis kent haar eigen waarschuwingen

1903 – De spoorwegstaking en de “worgwetten”
Toen spoorwegpersoneel in 1903 het werk neerlegde voor betere arbeidsvoorwaarden, reageerde de regering met antistakingswetten. Toen de staking hervatte, zette de staat het leger in om spoorlijnen te bewaken en stakende arbeiders te intimideren. Soldaten werden ingezet tegen landgenoten – een huiveringwekkend beeld dat liet zien hoe snel militaire macht kan worden misbruikt om sociale conflicten te smoren. Het was een vroege waarschuwing voor de gevaren van militarisering van binnenlandse politiek.

1934 – Het Jordaanoproer
Tijdens de crisisjaren braken in de Amsterdamse Jordaan hevige rellen uit nadat uitkeringen waren verlaagd. Politie en leger grepen hard in; er vielen doden en gewonden. De nasleep leidde tot centralisatie van de ordehandhaving – bedoeld om militair ingrijpen beter te reguleren, maar tegelijk een teken dat de grens tussen burgerlijk bestuur en militair gezag dun wordt zodra sociale spanningen oplopen.

Na de oorlog – Duidelijkheid in de wet
Sinds de grondwetswijziging van 2000 – tot stand gekomen onder het tweede kabinet-Kok (PvdA, VVD en D66) – is de binnenlandse rol van de krijgsmacht helder afgebakend. Artikel 97 noemt drie hoofdtaken: verdediging, internationale rechtsorde, en ondersteuning van civiele autoriteiten. De Politiewet en de Wet veiligheidsregio’s schrijven voor dat die bijstand altijd onder civiel gezag plaatsvindt – om te voorkomen dat militairen autonoom of op politiek bevel macht uitoefenen binnenlands.

Toch blijft de spanning voelbaar. Tijdens de coronarellen van 2021 riepen politici als Geert Wilders en sommige burgemeesters op om het leger in te zetten tegen relschoppers. Defensiedeskundigen waarschuwden terecht dat soldaten niet zijn opgeleid voor ordehandhaving. Dankzij de wettelijke kaders bleef hun inzet beperkt tot logistieke steun. Maar het incident liet zien hoe snel de roep om militair ingrijpen klinkt zodra de politie tekortschiet.

Ambtelijke loyaliteit en activisme

Na de verkiezingen van 2023, toen de PVV de grootste partij werd, verzamelden ambtenaren zich bij de Dokwerker in Amsterdam. Ze verklaarden trouw aan de Grondwet en beloofden niet mee te werken aan illegale opdrachten. Dat symbolische gebaar verwees rechtstreeks naar het verleden – naar de ambtenaren die tijdens de Tweede Wereldoorlog meewerkten aan deportaties.

Het protest riep discussie op. Mag een ambtenaar demonstreren? Staatssecretaris Van Huffelen (D66) vond van wel, zolang het buiten werktijd gebeurt. Wetenschappers waarschuwden echter dat als ambtenaren zich te actief mengen in het publieke debat of openlijk partij kiezen, dit de indruk kan wekken dat het ambtenarenapparaat niet meer neutraal is. Daardoor kunnen nieuwe regeringen het vertrouwen verliezen in die neutraliteit en geneigd raken om ambtenaren te vervangen of te ‘zuiveren’ van vermeende tegenstanders. De balans tussen moreel geweten en institutionele neutraliteit blijft fragiel – maar essentieel voor een gezonde democratie.

Daarom wordt de ambtseed vernieuwd: niet om politieke voorkeuren te beteugelen, maar om te herbevestigen dat ambtenaren trouw zweren aan de Grondwet, niet aan een leider.

Wat er gebeurt als die grens wél vervaagt

De wereldgeschiedenis laat keer op keer zien wat er gebeurt wanneer de grens tussen militaire en politieke macht vervaagt. Zodra bevelstructuren worden verward met persoonlijke trouw, verandert het uniform van een symbool van bescherming in een instrument van overheersing.

  • Chili 1973: Generaal Pinochet greep met steun van delen van het leger de macht, zette president Allende af en ontbond het parlement. Onder het mom van orde en nationale redding verdwenen duizenden burgers in gevangenissen en martelcentra.
  • Egypte 2013: Generaal El-Sisi gebruikte de volkswoede tegen de zittende regering als rechtvaardiging voor een militaire staatsgreep. De democratische hoop van de Arabische Lente werd ingeruild voor een nieuw autoritair regime, met een leger dat zichzelf boven het volk stelde.
  • Myanmar 2021: Het leger herriep verkiezingen, arresteerde politici en opende het vuur op demonstranten. In de jaren erna volgden burgeroorlog, censuur en een verwoeste economie.

In al deze gevallen beschouwden militaire leiders zichzelf als de ‘hoeders van de natie’, zogenaamd neutraal en boven de politiek. In werkelijkheid grepen ze de macht juist ín de politiek. De overgang van trouw aan instituties en wet naar persoonlijke loyaliteit aan een leider betekende telkens het begin van het einde voor de democratie.

Filosofie van loyaliteit

Socioloog Max Weber maakte onderscheid tussen drie vormen van gezag: traditioneel, charismatisch en legaal-rationeel. Democratieën rusten op dat laatste: gezag dat uitgaat van wetten, niet van personen. Wanneer leiders – zoals Trump in Quantico – persoonlijke trouw eisen, verschuift de legitimiteit van legaal naar charismatisch gezag. Dan wordt het systeem afhankelijk van één mens in plaats van van regels en waarden. En dat is altijd een voorbode van kwetsbaarheid.

Waakzaamheid in Nederland

Nederland beschikt over stevige waarborgen die moeten voorkomen dat de krijgsmacht wordt ingezet als politiek instrument. Ministeriële verantwoordelijkheid en parlementaire controle waarborgen dat militaire beslissingen altijd onder democratisch toezicht vallen. Daarnaast waken een onafhankelijke rechterlijke macht en de Raad van State ervoor dat politieke zuiveringen of willekeur geen vat krijgen op het ambtelijk apparaat. De Grondwet bepaalt dat militaire bijstand uitsluitend mag plaatsvinden onder civiel gezag, en de ambtseed onderstreept dat iedere dienaar van de staat trouw is aan de rechtsstaat, niet aan een persoon of partij.

Toch zijn er scheurtjes zichtbaar in die bescherming. De militarisering van taal – politici die spreken over een “oorlog tegen de elite” of een “strijd tegen woke” – schept een vijandbeeld waarin politieke tegenstanders niet langer worden gezien als medeburgers, maar als tegenstanders die bestreden moeten worden. En telkens wanneer er stemmen opgaan om soldaten in te zetten tegen burgers, hoe tijdelijk of symbolisch ook bedoeld, verschuift de grens tussen civiel en militair een stukje verder. Waakzaamheid is daarom geen luxe, maar een noodzakelijke houding om de democratische rechtsorde levend te houden.

‘Voor wie dienen wij?’

Wanneer politiek het uniform binnendringt, vervaagt het onderscheid tussen bescherming en onderdrukking. De Nederlandse geschiedenis – van de spoorwegstaking tot het Jordaanoproer – laat zien hoe militair geweld tegen burgers het weefsel van vertrouwen verscheurt. De voorbeelden uit Chili, Egypte en Myanmar tonen hoe snel een leger dat zichzelf als redder ziet, een democratie kan vernietigen.

De vraag die Amerikaanse militairen na Quantico stelden, geldt ook hier:
Voor wie dienen wij?

Zolang het antwoord luidt: voor de Grondwet, voor het recht, voor de samenleving als geheel – en niet voor een leider of partij – blijft de democratie overeind.

De neutraliteit van uniformen is geen technische kwestie, maar de ruggengraat van onze vrijheid.

Help ons groeien - deel dit bericht

Aanbevolen voor jou