Zwarte man in hoodie voor graffitiwand kijkt indringend in de camera
Portret van een man die dagelijks geconfronteerd wordt met raciale profilering

De Grens van Gezag: Wat de Franse Staat Niet Leert van Zijn Eigen Geweld

3 minutes, 12 seconds Read

Hoeveel geweld kan een democratie verdragen voordat ze haar naam verliest? – In Frankrijk, waar politiegeweld steeds vaker gericht is op burgers met een migratieachtergrond, wordt die vraag pijnlijk actueel. Wat ooit incidenten leken, vormen nu een patroon—en het vertrouwen in gezag wankelt.

Opnieuw heeft een rechtbank hardop uitgesproken wat op straat al lang geen geheim meer is—in Besançon, Parijs, Marseille: de Franse politie discrimineert. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens bevestigde onlangs dat agenten zich in 2011 schuldig maakten aan etnisch profileren. Zonder aanleiding, zonder verantwoording, maar met de vanzelfsprekendheid van een apparaat dat zichzelf onaantastbaar acht.

Karim Touil was het slachtoffer. Binnen tien dagen werd hij drie keer aangehouden. Geen strafblad, geen verdenking. Alleen een gezicht dat volgens de agenten ‘niet paste’. Zichtbaar Noord-Afrikaans zijn, in een Franse stad, bleek genoeg. Niet in een afgelegen hoek van een dictatuur, maar middenin een land dat zich nog altijd een rechtstaat durft te noemen.

Vrijheid sneuvelt niet in één klap, maar stap voor stap

Het schrijnende? Nationale rechters wilden hun vingers er niet aan branden. Pas op Europees niveau, ver weg van de dagelijkse nabijheid van politie, politiek en publieke druk, werd eindelijk uitgesproken wat het eigenlijk is: racisme. Niet een foutje. Geen uitschuiver. Maar een patroon.

De Franse staat—zoals zoveel moderne staten die zich als hoeder van orde presenteren—toont zich doof voor kritiek. Waar berouw zou moeten zijn, komt verharding. Sinds 2017 is het aantal dodelijke politiekogels zes keer zo hoog. De wet die dat mogelijk maakte zou terrorisme bestrijden. In de praktijk raken de kogels geen terroristen, maar jongens als Nahel. Jongeren met een migratieachtergrond. Mensen die te vaak als risico worden gezien in plaats van als mens.

De politie is allang niet meer alleen ‘in dienst van de samenleving’. Voor wie in de banlieues woont, zwart is, bruin is, arm is, voelt de agent als bedreiging. De ‘orde’ die wordt gehandhaafd, lijkt minder op publieke rust en meer op het afdwingen van een sociaal-hiërarchisch status quo—waar gehoorzaamheid zwaarder weegt dan rechtvaardigheid.

En dit probleem houdt niet op bij de Franse grens. Ook in Nederland meldt de politie tegenwoordig openlijker interne meldingen van racisme—dertig in zes maanden. Maar waarom klinkt dat als vooruitgang, en niet als een alarmsignaal? Hoeveel ervaringen blijven ongezien, weggemoffeld, afgedaan als incident?

We moeten stoppen met doen alsof dit een probleem is van een paar rotte appels. De hele boom is aangetast. En de grond waarin hij staat—macht zonder tegenmacht, geweld zonder controle—is evenzo verdacht. Wat daaruit groeit, is altijd hetzelfde: uitsluiting, onderdrukking, verlies van menselijke waardigheid.

Werkelijke verandering vraagt meer dan trainingen en excuuscampagnes. De ongemakkelijke vraag dringt zich op: wat als het geweld niet per ongeluk plaatsvindt, maar ingebakken zit in het systeem? Wat als de politie niet faalt, maar juist functioneert zoals bedoeld—namelijk als bewaker van de bestaande machtsverhoudingen, ongeacht wie daaronder lijdt?

De staat betaalde Touil 3.000 euro als ‘compensatie voor morele schade’. Alsof de schaamte, de angst, het vernederende besef van machteloosheid, in cijfers te vangen is. Alsof gerechtigheid iets is dat je kunt storten op een rekening.

Wat nodig is, is geen schadevergoeding. Wat nodig is, is een fundamenteel andere kijk op veiligheid, gezag en samenleving. Misschien—en dit is geen lichte gedachte—is het tijd om serieus te onderzoeken hoe we samenleven zonder deze instituties. Zonder repressie. Zonder structureel racisme. Zonder de dreiging van een wapen gedragen in naam van de wet.

Als de wet geweld legitimeert—wie beschermt ons dan nog tegen de wet? Misschien ligt de hoop niet in hervorming van bovenaf, maar in iets fundamentelers: een samenleving die haar bescherming organiseert zonder dwang, zonder uniform, zonder het eeuwige beroep op autoriteit. Waar veiligheid voortkomt uit zorg, en gezag uit vertrouwen—niet uit wapens of wetten. Misschien is het tijd om niet te vragen om betere macht, maar om een andere manier van samenleven.

Aanbevolen voor jou