Demonstranten tijdens de guarimbas in Caracas, met een man die in brand staat.
Orlando Figuera werd in 2017 levend verbrand tijdens de gewelddadige guarimbas, aangewakkerd door de Venezolaanse oppositie.

Een klap in het gezicht van echte vredesstrijders

4 minutes, 55 seconds Read

In een wereld waarin de begrippen ‘vrede’ en ‘democratie’ steeds vaker door de machtigen worden toegeëigend, voelt de toekenning van de Nobelprijs voor de Vrede aan María Corina Machado als een politiek statement. Vanuit Nederland — een koninkrijk met de ABC-eilanden voor de kust van Venezuela, waar de koloniale erfenis nog altijd voelbaar is — is het moeilijk die keuze los te zien van bredere machtsverhoudingen.

De Caraïben vormen niet alleen de geografische achtertuin van Venezuela, maar ook een spiegel van eeuwenlange uitbuiting en neokoloniale invloed. Tegen die achtergrond roept de bekroning van Machado vragen op over wie er bepaalt wat ‘vrede’ betekent, en in wiens belang dat woord wordt gebruikt.

Een “vredeskampioen” met een schaduwverleden

De Noorse Nobelcommissie bekroonde in 2025 de Venezolaanse oppositieleider María Corina Machado met de Nobelprijs voor de Vrede. Ze werd geprezen als “een dappere kampioen van de democratie” die “de fakkel van vrijheid brandend houdt te midden van duisternis.” Mooie woorden — maar voor wie haar loopbaan kent, klinken ze als een wrange grap.

Blijf op de hoogte van radicale stemmen en kritische publicaties – volg vrheid.nl op Substack.

Achter het zorgvuldig opgebouwde imago van een vrijheidsicoon schuilt een geschiedenis van staatsgrepen, oproepen tot buitenlandse inmenging, voornamelijk vanuit de Verenigde Staten en andere Amerikaanse invloedssferen en een openlijk bondgenootschap met figuren aan de uiterste rechterflank. Als dít nu doorgaat voor vrede, dan is de Nobelprijs verworden tot wat hij ooit niet mocht zijn: een pronkstuk van macht, niet van moed.

De architect van chaos

In de internationale pers wordt Machado vaak neergezet als de “ijzeren dame van Venezuela” — moedig, onverzettelijk, een vrouw die standhoudt tegen de tirannie van Nicolás Maduro. Maar achter dat heldenverhaal gaat een donkerder waarheid schuil.

2002: De coup tegen Chávez
In april 2002 steunde Machado actief de staatsgreep tegen president Hugo Chávez. Ze ondertekende het beruchte Carmona-decreet dat de grondwet buiten werking stelde, het parlement ontbond en de gekozen regering ontmantelde. De staatsgreep hield amper twee dagen stand; massale volksprotesten dwongen de coupplegers tot terugtrekking.

Dat iemand die toen aan de zijde van de oligarchie stond zich nu als “democrate” profileert, blijft een pijnlijke ironie. Wie ooit een verkozen regering omverwierp, heeft weinig recht om zich met een vredesprijs te tooien.

Oproep tot buitenlandse inmenging

De coup was geen uitzondering. Jaren later riep Machado opnieuw op tot internationale militaire druk. In 2019 verklaarde ze dat enkel “de dreiging van internationaal militair ingrijpen” het regime zou doen wijken. Ze zocht openlijk steun bij buitenlandse leiders — onder wie de door velen van oorlogsmisdaden beschuldigde Benjamin Netanyahu. Daarbij moedigde ze militaire steun of interventie door bevriende staten, waaronder Israël, aan in wat ze “de bevrijding van Venezuela” noemde.

Bij de toekenning van de Nobelprijs, droeg ze die op aan niemand minder dan Donald Trump, de man die openlijk met een militaire interventie dreigde. Een “vredeslaureaat” die haar trofee opdraagt aan de architect van migrantenkooien en sanctieoorlogen — de ironie grenst aan het groteske.

De dodelijke prijs van sancties

Machado verdedigde jarenlang de Amerikaanse sancties tegen Venezuela. Maatregelen die de economie verwoestten, voedsel onbetaalbaar maakten en miljoenen Venezolanen in armoede stortten. Volgens de Verenigde Naties en studies in The Lancet eisen unilaterale sancties wereldwijd honderdduizenden vermijdbare doden per jaar.

Ze wist dat. In interviews noemde ze de sancties “hard maar noodzakelijk” — een “prijs voor vrijheid”. In werkelijkheid bedoelde ze: de armen betalen de prijs, zodat de elite haar macht kan herwinnen.

Geweld in naam van “verzet”

Onder haar leiding radicaliseerde de oppositie. De campagne La Salida uit 2014 — letterlijk “de uitweg” — mondde uit in straatgevechten, brandstichtingen en lynchpartijen van vermeende chavistas.

Het lot van Orlando Figuera, de jonge arbeider die in 2017 levend werd verbrand omdat hij socialist zou zijn, blijft een litteken in het collectieve geheugen. Zulke daden ontstaan niet in een vacuüm: ze groeien uit een discours dat politieke tegenstanders ontmenselijkt, een taal die Machado zelf jarenlang hanteerde.

Na de verkiezingen van 2024 herhaalde het patroon zich. Maduro won met 51 procent van de stemmen — volgens internationale waarnemers “overwegend eerlijk” — maar de oppositie riep meteen fraude. De protesten die volgden kostten tientallen mensen het leven. Weer chaos, weer bloed, weer een land dat uiteenvalt.

De hypocrisie van het Westen

Dat juist zij deze prijs ontvangt, is geen vergissing maar een keuze. Voor Washington en Brussel belichaamt Machado de hoop op een “herstel van democratie” — lees: de terugkeer van neoliberale stabiliteit.

De hypocrisie is schrijnend. Westerse regeringen die sancties opleggen die voedsel en medicijnen blokkeren, prijzen nu een politica die diezelfde strategie verdedigt. In Spanje noemde Pablo Iglesias de beslissing van het Nobelcomité “moreel pervers”, en de Amerikaanse organisatie CAIR wees op haar banden met Netanyahu’s Likud-partij en islamofobe congressen in Europa.

Dat juist zo iemand als “kampioen van vrede” wordt gevierd, zegt veel over de staat van ons moreel kompas.

Echte vrede groeit van onderop

Terwijl Machado in Oslo haar gouden medaille omhooghoudt, werken elders mensen in stilte aan iets dat wél vrede genoemd mag worden. Palestijnse artsen die opereren onder bombardementen. Inheemse gemeenschappen in het Amazonegebied die hun bossen verdedigen tegen roofbouw. Venezolaanse moeders die voedsel verdelen in coöperaties terwijl de sancties de winkels leegmaken.

Zij bouwen vrede zonder lofredes, zonder prijzen, zonder macht.
Vrede is geen diplomatiek project, maar een menselijke daad — geboren uit solidariteit, uit zorg, uit verzet tegen onrecht.

Een wake-up call

De bekroning van Machado is geen toevalstreffer. Ze past in een bredere trend waarin “mensenrechten” worden gebruikt als geopolitiek instrument. Door figuren als haar te vieren, bevestigen westerse elites het oude koloniale narratief: dat bevrijding alleen van buitenaf kan komen.

Maar vrede die niet in rechtvaardigheid geworteld is, blijft een leugen.
Zolang de machtigen bepalen wie “vrede” mag belichamen, zullen we onze eigen onderscheidingen moeten uitreiken — niet in Oslo, maar in de wijken, de dorpen en de ziekenhuizen waar echte moed leeft.

Vrede is geen wapen van de elite. Ze behoort toe aan het volk.
En zolang die waarheid wordt genegeerd, blijft elke Nobelprijs voor de Vrede een echo in een lege zaal.

Help ons groeien - deel dit bericht

Aanbevolen voor jou