De NAVO – de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie – nadert haar tachtigste verjaardag. Officieel werd het bondgenootschap in 1949 opgericht om de veiligheid van Europa te waarborgen. Toch speelt de NAVO nog altijd een centrale rol in wereldwijde conflicten. Zoals het Tricontinental Institute for Social Research1 overtuigend aantoont, is dit militaire verbond veel meer dan een collectief verdedigingsmechanisme: het is een instrument van imperialistische macht dat de belangen van het Westen stelt boven die van de rest van de wereld. Maar wat betekent dat concreet voor ons? En hoe sijpelt dit door in ons dagelijks leven?
Een Bondgenootschap met Dubbele Agenda’s
De NAVO zag het levenslicht in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog, zogenaamd als verdediger van vrijheid en democratie tegenover de dreiging van de Sovjetunie. Achter dit nobele masker ging echter een ander doel schuil. De NAVO was vanaf het begin een manier om de Amerikaanse overheersing in Europa te consolideren en de Europese landen klein en afhankelijk te houden. De befaamde NAVO-doctrine – de Amerikanen binnen, de Russen buiten, de Europeanen klein – was geen vrijblijvende leus, maar een doelbewuste strategie om militaire en economische macht te concentreren in Amerikaanse handen.
In plaats van louter een verdedigingsalliantie te zijn, fungeerde de NAVO als middel om Europese staten te beteugelen. Met Amerikaanse troepen gestationeerd op Europese bodem en een wapenindustrie die gretig nieuwe markten aanboorde, werden de Europese lidstaten gedwongen zich te schikken naar de belangen van Washington.
Van Koude Oorlog naar Wereldwijde Politieagent
Toen de Sovjetunie in 1991 uiteenviel, leek de NAVO haar bestaansrecht te verliezen. In plaats van zichzelf op te heffen, zocht het bondgenootschap echter naar nieuwe missies. Het transformeerde zich tot een wereldwijde politieagent, zogenaamd om orde en stabiliteit te brengen – altijd onder Amerikaanse regie.
Deze nieuwe rol vertaalde zich in een agressieve expansie richting Oost-Europa, die niet alleen spanningen met Rusland voedde, maar ook de wapenindustrie gigantische winsten opleverde. Elke nieuwe NAVO-uitbreiding betekende miljarden aan wapenverkopen, vooral voor Amerikaanse bedrijven. Terwijl Europese burgers moesten bezuinigen op zorg en onderwijs, vloeide publiek geld richting de militaire industrie.
De NAVO’s interventies buiten Europa maakten het plaatje nog somberder. De vernietiging van Joegoslavië2 in 1999, de uitzichtloze oorlog in Afghanistan3 vanaf 2001 en de verwoesting van Libië4 in 2011: stuk voor stuk lieten ze samenlevingen in puin achter, zonder dat er ooit echte ‘veiligheid’ of ‘democratie’ werd gebracht.
Een Schaduw over het Mondiale Zuiden
De NAVO beperkt haar invloed niet tot het noordelijk halfrond. Steeds vaker duikt ze op in Afrika, het Midden-Oosten en Azië, onder het mom van veiligheid en mensenrechten. Wie echter verder kijkt, ziet vooral een drang om Westerse economische en geopolitieke belangen te beschermen.
In Afrika, bijvoorbeeld, leidde de NAVO-interventie in Libië in 2011 tot chaos en burgeroorlog. Dit werd vervolgens aangegrepen om een groeiende Franse en Amerikaanse militaire aanwezigheid te legitimeren – niet om burgers te helpen, maar om de regio’s onder controle te houden. In het Midden-Oosten vinden programma’s als het Mediterranean Dialogue en het Istanbul Cooperation Initiative gretig gehoor, zogenaamd voor ‘antiterreurbeleid’, maar in werkelijkheid vaak om migratie te beheersen en Westerse toegang tot markten veilig te stellen. Zelfs Azië en de Pacific blijven niet buiten schot: onder Amerikaanse druk wordt China nu als ‘nieuwe bedreiging’ bestempeld, een retoriek die perfect past in het oude patroon van Westerse dominantie.
Het Mondiale Zuiden Sluit de Rijen
Tegelijkertijd groeit het verzet tegen deze militaire machtsstructuur. Steeds meer landen in Afrika, Azië en Latijns-Amerika weigeren de NAVO nog langer als beschermheer te zien. Ze doorzien de ware aard van het bondgenootschap als verlengstuk van Westerse overheersing.
Zo weigerde de premier van Namibië, Saara Kuugongelwa-Amadhila, zich te scharen achter de Westerse veroordelingen van Rusland in de oorlog in Oekraïne. “Wij willen vrede,” stelde ze eenvoudigweg, “niet meer wapens en oorlog.” In Mali, Burkina Faso en Niger klonk een luide oproep om buitenlandse troepen te vertrekken – ‘France, dégage!’ – een strijdkreet voor zelfbeschikking en tegen neokoloniale inmenging.
Veel landen zoeken ondertussen actief naar nieuwe vormen van samenwerking, buiten de NAVO om. Partnerschappen met China of de oprichting van alternatieve ontwikkelingsbanken5 zijn tekenen dat men het oude Westen-centrische model wil loslaten.
Wat Staat Europa te Wachten?
Het is duidelijk dat de NAVO geen onschuldige verdedigingsalliantie is. Ze is een drijvende kracht achter militaire expansie en economische ongelijkheid, zowel in Europa als ver daarbuiten. Voor Europa betekent dit een groeiende afhankelijkheid van Amerikaanse wapens en technologie, torenhoge defensiebudgetten die sociale voorzieningen wegdrukken, en een samenleving waarin ‘veiligheid’ steeds vaker als excuus dient om militaire uitgaven te rechtvaardigen.
Voor de rest van de wereld is de NAVO een obstakel voor een vreedzame, rechtvaardige wereldorde. Terwijl het Mondiale Zuiden steeds meer pleit voor partnerschap en gelijkwaardigheid, klampt de NAVO zich vast aan oude ideeën van suprematie en militaire macht.
De Keuze van Vandaag
Binnenkort viert de NAVO haar tachtigste verjaardag. Maar is er reden tot feest? De NAVO blijkt geen schild voor vrijheid, maar een molensteen die ontwikkeling en vrede verstikt. Ze verdedigt niet onze democratie, maar het machtsspel van een kleine Westerse elite.
De vraag is of wij in Europa blijven vasthouden aan dit oude bondgenootschap en de logica van wapenwedlopen en interventies, of dat we durven kiezen voor een wereld waarin solidariteit en rechtvaardigheid vooropstaan.
Die keuze ligt nu in onze handen.
Nieuwe inzichten, kritische verhalen
Op vrheid.nl schrijven we over vrijheid, gelijkheid, klimaat en LHBTQ+ rechten. Altijd scherp, altijd onafhankelijk. Blijf ons volgen en mis niets!
- Het Tricontinental Institute for Social Research is een wereldwijd onderzoekscentrum dat in 2018 werd opgericht om de stem van het Mondiale Zuiden te versterken in de analyse van geopolitieke, sociale en economische vraagstukken. Het instituut ontleent zijn naam aan de historische Tricontinental Conferentie van 1966 in Havana, waar landen uit Afrika, Azië en Latijns-Amerika bijeenkwamen om gezamenlijk verzet te organiseren tegen kolonialisme en imperialisme. Met vestigingen in India, Zuid-Afrika, Brazilië en Argentinië, publiceert het instituut rapporten, dossiers en analyses die zich richten op thema’s als economische uitbuiting, militaire interventies en de strijd voor zelfbeschikking. In het kader van dit essay verwijst het dossier van het Tricontinental Institute naar een van hun diepgaande studies over de NAVO. Deze studie plaatst de NAVO in een breder kader van structureel imperialisme en laat zien hoe militaire verdragen en veiligheidsretoriek vaak dienen als dekmantel voor Westerse belangen. Zo biedt het instituut een belangrijk tegenwicht tegen dominante Westerse narratieven en belicht het de stemmen en perspectieven van samenlevingen die doorgaans niet gehoord worden in het publieke debat. ↩︎
- Met de “vernietiging van Joegoslavië” wordt hier verwezen naar de NAVO-bombardementen op de Federale Republiek Joegoslavië in 1999, officieel gepresenteerd als een humanitaire interventie om de Kosovaarse Albanezen te beschermen. Deze luchtaanvallen duurden 78 dagen en werden uitgevoerd zonder mandaat van de VN-Veiligheidsraad, wat destijds tot veel internationaal protest leidde. Critici stellen dat deze interventie niet alleen humanitaire motieven diende, maar ook geopolitieke belangen van NAVO-lidstaten, zoals het versterken van de NAVO’s legitimiteit in het post-Koude Oorlog-tijdperk. De gevolgen waren ingrijpend: naast militaire schade werden duizenden burgerslachtoffers gemeld en werd de economische en sociale infrastructuur van Servië zwaar getroffen. In bredere zin markeerde deze campagne het begin van NAVO’s rol als wereldwijde politieagent buiten haar formele verdragsgebied. ↩︎
- De term “uitzichtloze oorlog in Afghanistan” verwijst naar het NAVO-geleide militaire ingrijpen dat begon in 2001, kort na de aanslagen van 11 september. Onder het vaandel van de ‘oorlog tegen terreur’ startte de NAVO in 2003 officieel haar missie via de International Security Assistance Force (ISAF). Aanvankelijk gepresenteerd als een operatie om terrorisme uit te roeien en democratie te vestigen, verzandde de oorlog al snel in een langdurig conflict. Ondanks jaren van militaire aanwezigheid en miljarden dollars aan hulp bleef de veiligheidssituatie wankel en de Afghaanse staat afhankelijk. De NAVO-missie, die officieel in 2021 eindigde met een chaotische terugtrekking, liet een samenleving achter die verscheurd werd door geweld, corruptie en instabiliteit. Deze afloop versterkte de kritiek dat de NAVO-operatie geen duurzame vrede of ontwikkeling bracht, maar vooral een verlenging van geopolitieke en economische belangen diende. ↩︎
- Met de “verwoesting van Libië” wordt de NAVO-interventie in 2011 bedoeld, die plaatsvond in het kader van de zogenoemde “Responsibility to Protect”-doctrine. In maart 2011 voerde de NAVO onder leiding van Frankrijk, het VK en de VS een grootschalige luchtoorlog tegen het regime van Muammar Gaddafi, met als officieel doel de Libische burgerbevolking te beschermen tegen geweld. Deze militaire interventie leidde tot de val en dood van Gaddafi, maar bracht het land in een diepe crisis. Sindsdien is Libië uiteengevallen in rivaliserende regeringen en milities, wat resulteerde in langdurige chaos, burgeroorlog en humanitaire rampspoed. Critici wijzen erop dat de NAVO-interventie geen duurzame stabiliteit of democratie heeft gebracht, maar juist bijdroeg aan de ineenstorting van de Libische staat en de wijdverspreide destabilisatie van de Sahelregio. ↩︎
- Met “alternatieve ontwikkelingsbanken” worden hier financiële instellingen bedoeld die door landen in het Mondiale Zuiden zijn opgericht als tegenwicht voor de traditionele instellingen zoals het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Wereldbank. Voorbeelden hiervan zijn de New Development Bank (NDB), opgericht in 2015 door de BRICS-landen (Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika), en de Asian Infrastructure Investment Bank (AIIB), opgericht in 2016 op initiatief van China. Deze banken beogen financiering te bieden voor ontwikkelingsprojecten in landen die vaak onder druk staan van Westerse voorwaarden bij leningen en hulp. Hun opkomst illustreert een groeiend verzet tegen het financiële en economische overwicht van Westerse instellingen, en een zoektocht naar meer gelijkwaardige en rechtvaardige vormen van samenwerking. ↩︎