Op 15 mei herdenken Palestijnen wereldwijd de Nakba (Catastrofe), een van de meest gedenkwaardige en tragische gebeurtenissen in de moderne geschiedenis van het Midden-Oosten. Deze dag markeert de verdrijving van meer dan 750.000 inheemse Palestijnen uit hun huizen en land in 1948, het jaar waarin de staat Israël werd opgericht. Voor de Palestijnen staat Nakba symbool voor verlies, onrecht en een voortdurende strijd voor hun rechten en erkenning als volk. Hoewel het een historische gebeurtenis betreft, echoot de Nakba tot op de dag van vandaag door in het leven van miljoenen Palestijnen wereldwijd.
Wat is de Nakba?
De term Nakba verwijst naar de massale ontheemding van Palestijnen in de nasleep van de oprichting van de staat Israël op 14 mei 1948. Het zionistische project, dat gericht was op het creëren van een Joodse staat, leidde tot een gewelddadige militaire campagne tegen de Palestijnse bevolking. Veel Palestijnen werden gedwongen hun huizen te ontvluchten, niet alleen vanwege de dreiging van geweld, maar ook als gevolg van directe militaire operaties. Ongeveer 750.000 mensen werden ontheemd en verspreid over vluchtelingenkampen in Gaza, de Westelijke Jordaanoever en omliggende Arabische landen zoals Jordanië, Libanon en Syrië.
Palestijnse dorpen en steden werden vernietigd of ontvolkt, waarbij hun land vaak in beslag werd genomen en aan Joodse immigranten werd gegeven. Veel van deze vluchtelingen en hun nakomelingen leven nog steeds in kampen, onder zware omstandigheden, en wachten al meer dan zeven decennia op het recht om terug te keren naar hun land, zoals vastgelegd in internationale resoluties zoals VN-resolutie 194.
De Historische Context van 1948
De Nakba is niet los te zien van de bredere context van de Israëlisch-Palestijnse strijd. Voorafgaand aan 1948 was Palestina een regio onder Brits mandaat, waar zowel Joden als Arabieren woonden. De spanning nam echter toe door zionistische kolonisatie, het antisemitisme in Europa, en het groeiende Joodse verlangen naar een onafhankelijke staat. De spanning bereikte zijn hoogtepunt met de VN-partitieresolutie van 1947, die een tweestatenoplossing voorstelde, waarbij het land werd verdeeld in een Joodse en een Arabische staat. Hoewel de Joodse gemeenschap dit plan accepteerde, werd het door de Palestijnen en andere Arabische naties verworpen, wat leidde tot oorlog en de daaropvolgende Nakba.
Een Voortdurende Catastrofe
De Nakba mag dan begonnen zijn in 1948, maar voor veel Palestijnen is deze tragedie nooit geëindigd. Israël blijft Palestijns land bezetten, met name op de Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem, en bouwt voortdurend nederzettingen in gebieden die internationaal als Palestijns worden erkend. Palestijnen leven onder militaire bezetting, met beperkte bewegingsvrijheid en voortdurende bedreigingen van geweld en huisuitzettingen.
De situatie in Gaza is bijzonder schrijnend. Sinds de blokkade door Israël in 2007, die volgde op de machtsovername door Hamas, is de regio grotendeels geïsoleerd. Deze blokkade, ondersteund door Egypte, heeft geleid tot een zware humanitaire crisis. Een groot deel van de Palestijnse bevolking leeft in armoede, afhankelijk van internationale hulp, en heeft slechts beperkte toegang tot essentiële middelen zoals schoon drinkwater, medische zorg en elektriciteit, die vaak maar enkele uren per dag beschikbaar is. Herhaalde militaire confrontaties tussen Israël en Palestijnse facties, waaronder zware bombardementen, hebben duizenden levens geëist, waaronder veel burgers, en hebben de reeds precaire situatie in Gaza verder verslechterd. De beperkte toegang tot wederopbouwmaterialen door de blokkade maakt het bovendien moeilijk om de schade te herstellen.
Internationaal Recht en Het Recht Op Terugkeer
Een kernpunt van de Palestijnse strijd is het recht op terugkeer. Volgens internationale verdragen en VN-resoluties, met name Resolutie 194, hebben Palestijnse vluchtelingen het recht om terug te keren naar hun huizen en land. Dit recht wordt echter door Israël niet erkend, en elke vorm van terugkeer wordt door de Israëlische regering beschouwd als een bedreiging voor de Joodse demografische meerderheid in de staat. Deze kwestie blijft een van de meest omstreden punten in de vredesonderhandelingen tussen Israël en de Palestijnen.
Ondanks het feit dat internationale wetgeving duidelijk het recht op terugkeer van vluchtelingen ondersteunt, heeft de Palestijnse bevolking in de afgelopen 75 jaar weinig vooruitgang geboekt op dit gebied. Palestijnse vluchtelingen blijven in een juridisch en politiek vacuüm leven, met weinig hoop op hervestiging of compensatie.
Herdenking en Strijd
Voor de Palestijnen is Nakba Day een dag van rouw, maar ook van verzet. Door middel van protesten, lezingen, kunst en andere vormen van culturele expressie, houden Palestijnen de herinnering aan hun verloren land en rechten levend. De herdenking van de Nakba is ook een belangrijk onderdeel van de bredere Palestijnse identiteit, die sterk geworteld is in hun geschiedenis van verzet tegen kolonisatie en onderdrukking.
In de afgelopen decennia is de internationale steun en erkenning voor Palestina aanzienlijk gegroeid. Meer dan 130 van de 193 VN-lidstaten erkennen Palestina als staat, met Barbados dat in 2023 formeel diplomatieke betrekkingen heeft aangehaald. Desondanks blijft de weg naar vrede en gerechtigheid onduidelijk. De internationale pogingen tot een tweestatenoplossing, zoals de Oslo-akkoorden in de jaren ’90, zijn steeds vastgelopen, mede door de uitbreiding van Israëlische nederzettingen in de Westelijke Jordaanoever, interne verdeeldheid onder Palestijnen en aanhoudende spanningen. Palestijnen leven nog steeds onder een langdurige Israëlische militaire bezetting, zonder concreet vooruitzicht op een rechtvaardige en duurzame oplossing.
Nakba Day is meer dan een herdenking van een historische gebeurtenis; het is een herinnering aan de voortdurende strijd van de Palestijnen voor erkenning, vrijheid en het recht op terugkeer. De impact van de Nakba is tot op de dag van vandaag voelbaar, en blijft een symbool voor het onrecht dat een volk is aangedaan. Terwijl de wereld steeds meer oog krijgt voor de menselijke kosten van het conflict, blijft de vraag openstaan of de internationale gemeenschap bereid is de Palestijnen te ondersteunen in hun rechtmatige strijd voor gerechtigheid en zelfbeschikking.