Activisme kent vele vormen—soms zichtbaar en luidruchtig, soms subtiel en cultureel verweven. Het kan zich uiten in massale protesten, in kunst die marginale stemmen centraal zet, of simpelweg in het bestaan van mensen die weigeren onzichtbaar te zijn. Hedendaagse LGBTQ-activisten bouwen voort op de fundamenten die zijn gelegd door pioniers die hun leven riskeerden om de wereld te dwingen hen te zien. Eén van die pioniers was Marsha P. Johnson—een naam die niet altijd in schoolboeken verschijnt, maar die niettemin een onuitwisbare indruk heeft achtergelaten op de geschiedenis van de LGBTQ+-beweging.
Geboren als Malcolm Michaels Jr. op 24 augustus 1945 in Elizabeth, New Jersey, groeide Johnson op in een samenleving waarin queer en gender-nonconforme mensen nauwelijks bestaansrecht kregen. Desondanks vond zij haar stem, en sterker nog: ze maakte die stem onvergetelijk. Haar levensverhaal is er een van moed, compassie en radicale zichtbaarheid.
In een memorabel moment uit de jaren ’60 vroeg een rechter haar naar de betekenis van de “P” in haar naam. Johnson antwoordde luchtig: “Pay it no mind.” Met die simpele, spottende opmerking maakte ze haar punt duidelijk: haar identiteit was geen zaak van de rechtbank, en zeker geen onderwerp van discussie. Deze uitspraak groeide uit tot haar motto, haar wapen, en haar erfenis.
Hoewel het begrip “transgender” in haar tijd nog nauwelijks bekendheid genoot, identificeerde Johnson zich als dragqueen en gebruikte zij vrouwelijke voornaamwoorden. “Ik was niemand, niks, uit een uithoek van de wereld, totdat ik dragqueen werd,” zei ze ooit in een interview. Die uitspraak verraadt niet alleen haar gevoel voor drama, maar ook de kracht die zij vond in expressie en zelfdefinitie.
Marsha’s ervaringen als sekswerker en als persoon die periodes van dakloosheid kende, brachten haar in direct contact met de meest gemarginaliseerde leden van de LGBTQ+-gemeenschap. In samenwerking met haar dierbare vriendin en mede-activist Sylvia Rivera richtte ze de Street Transvestite Action Revolutionaries (S.T.A.R.) op—een revolutionaire organisatie die opvang bood aan dakloze queer jongeren, een groep die destijds vrijwel volledig over het hoofd werd gezien. S.T.A.R. was niet alleen een plek om te slapen; het was een thuis, een gemeenschap, een daad van verzet tegen onverschilligheid.
Johnson’s naam werd onlosmakelijk verbonden met de Stonewall-rellen van 1969, een serie confrontaties tussen LGBTQ-personen en de politie in New York die wordt beschouwd als het startschot voor de moderne homorechtenbeweging. De Stonewall-opstand bracht woede, frustratie en hoop samen in een explosie van verzet—en Johnson stond in de frontlinie, herkenbaar aan haar bloemenkroon en onverschrokkenheid. Haar aanwezigheid was zowel een krachtig visueel statement als een daad van politieke moed.
Naast haar activisme was Johnson ook een veelgevraagd performer bij de draggroep Hot Peaches. Via haar kunst voerde ze strijd—tegen stigma, tegen onzichtbaarheid, tegen haat. Haar optredens waren flamboyant, emotioneel, ontwapenend, en altijd politiek geladen. Daarmee hielp ze een cultuur vorm te geven waarin queer expressie niet slechts werd getolereerd, maar gevierd.
Tot aan haar tragische en nog altijd omstreden dood in 1992 bleef Johnson zich inzetten voor gerechtigheid. Op 6 juli van dat jaar werd haar lichaam gevonden in de Hudson River. De politie sprak aanvankelijk van zelfmoord, maar die lezing wordt door velen betwijfeld. In de LGBTQ-gemeenschap leeft sterk het vermoeden dat zij slachtoffer werd van geweld, een idee dat verder werd onderzocht in de indrukwekkende Netflix-documentaire The Death and Life of Marsha P. Johnson uit 2017. De onopgeloste aard van haar dood benadrukt pijnlijk hoe kwetsbaar activisten als zij zijn—zelfs na alles wat ze voor de gemeenschap betekenen.
Meer dan twintig jaar na haar dood leeft Johnson’s nalatenschap voort. Haar gezicht, haar woorden, haar moed blijven een bron van inspiratie voor activisten wereldwijd. In 2019 kondigde New York City aan een monument voor Marsha P. Johnson en Sylvia Rivera te bouwen—een erkenning die lang op zich liet wachten. Het monument, dat op 30 juni 2021 werd onthuld in Christopher Park tegenover de Stonewall Inn, dient als tastbare herinnering aan hun strijd, hun liefde, en hun onuitwisbare bijdrage aan de geschiedenis.
Johnson’s leven toont aan dat echte verandering vaak begint bij mensen die weigeren zich te verbergen. Door haar werk, haar bestaan en haar strijd heeft zij mee vormgegeven aan een wereld waarin meer mensen durven zijn wie ze zijn. Haar verhaal herinnert ons eraan: gelijkheid is geen gegeven, maar een voortdurend gevecht. En het is aan ons om die strijd voort te zetten.

De kleurrijke en expressieve afbeelding bovenaan dit artikel is het werk van Jayson ten Velde, een jonge queer grafisch vormgever uit Amsterdam. Jayson’s werk staat bekend om zijn levendige paletten, activistisch karakter en de manier waarop hij queer geschiedenis in beeld brengt met een eigentijdse twist. Met deze digitale collage eert hij Marsha P. Johnson en andere iconen die de LGBTQ+-gemeenschap zichtbaar en veerkrachtig hebben gemaakt.