Grote Amerikaanse familie met vader als politicus aan ontbijttafel, kind met regenboogshirt kijkt ongelukkig
Beeld van een ogenschijnlijk gelukkig gezin waar infrastructuur en gezinsvorm verweven raken met politieke overtuigingen

Wanneer pannenkoeken beleid worden – over de sluipende kolonisatie van het privéleven

4 minutes, 16 seconds Read

Wat gebeurt er als infrastructuur geen neutraal goed meer is, maar een beloningssysteem voor ideologisch gedrag? In het Amerika van 2025 is deze vraag minder hypothetisch dan het lijkt. Een voormalig realityster met negen kinderen gebruikt zijn politieke positie om gezinsleven te verheffen tot beleidsnorm—en wie daarvan afwijkt, merkt het in asfalt en subsidie.

Sean Duffy, ooit bekend als het MTV-gezicht van The Real World: Boston (1997), waar hij opviel door seksueel opdringerig gedrag tegenover vrouwelijke huisgenoten en seksuele toespelingen voor de camera, heeft zich later gepositioneerd als het toonbeeld van katholiek gezinsleven. De man die ooit een mentorbijeenkomst liet schieten voor een seksuele escapade, profileert zich inmiddels als vader van negen en minister van Transport onder Donald Trump. Zijn gezinsleven houdt hij niet buiten beeld—integendeel. Op Fox News serveert hij pannenkoeken aan zijn kinderen terwijl hij betoogt dat wie het goed voorheeft met Amerika, vooral veel kinderen moet krijgen. Zijn persoonlijke keuzes zijn getransformeerd tot moreel kompas en beleidsboodschap.’ Zijn persoonlijke leven is zijn campagne geworden.

Op 29 januari 2025 tekende Duffy een beleidsmemo waarin hij infrastructuursubsidies voorbehoudt aan regio’s met hoge geboortecijfers en huwelijksgraden. Tegelijkertijd straft datzelfde memo gebieden met vaccinatieverplichtingen of ruimhartige migratieprogramma’s. De reactie was voorspelbaar: beleidsmakers, academici en activisten noemden het sociale selectie onder het mom van wegenbouw. Maar het memo bleef van kracht. De minister van Transport blijkt zich bevoegd te achten om te bepalen wie er recht heeft op degelijke infrastructuur.

Vrijheid sneuvelt niet in één klap, maar stap voor stap

Duffy’s aanpak staat niet op zichzelf. Samen met ideologen als JD en Usha Vance maakt hij deel uit van een bredere beweging die fertiliteit tot morele plicht verheft. Achter dat streven gaan meerdere strategieën schuil: door geboortecijfers te verhogen binnen conservatieve gezinnen hoopt men demografische dominantie te behouden, culturele overdracht veilig te stellen en toekomstige stemmers ideologisch te vormen. Het gezin wordt zo niet alleen een privéproject, maar een instrument van structurele afhankelijkheid: hoe meer kinderen, hoe sterker de gevoeligheid voor beleid dat die levenswijze ondersteunt. Pronatalisme fungeert hier als een stille vorm van bevolkingspolitiek, verpakt als zorg en beleid.

Duffy’s eigen gezinsleven—een huwelijk met ex-MTV-collega Rachel Campos-Duffy, negen kinderen, christelijke opvoeding—wordt ondertussen opgevoerd als blauwdruk voor nationale wederopstanding. Zijn Instagramwaardige familietaferelen functioneren als visuele propaganda. In deze nieuwe realiteit is burgerschap geen universeel recht meer, maar een beloning voor wie zich conformeert. Voor wie zich niet herkent in dat plaatje—denk aan singles, LHBTQ+-personen, ongehuwden—wordt het publieke domein steeds minder zichtbaar en toegankelijk.

De vlag hangt ondersteboven – een imperium wankelt, de illusie van vrijheid rafelt.

Wat hier gebeurt is meer dan symboliek. Infrastructuur—ooit een neutraal middel om mobiliteit en verbinding te garanderen—wordt een instrument van gedragssturing. De vraag rijst: wie bepaalt eigenlijk welk leven ondersteund moet worden? En hoe verhoudt zich dat tot solidariteit als politiek uitgangspunt? Wat Duffy en co. presenteren als zorg om de samenleving, is in wezen een poging tot sociale kolonisatie: het publieke domein heringericht naar het beeld van het traditionele kerngezin.

Wat kunnen we hieruit leren? Allereerst dat een minister van Transport er niet is om gezinnen te keuren, maar om iedereen te verbinden. Vervolgens dat de esthetiek van gezinsleven—hoe idyllisch ook gepresenteerd—geen neutraal plaatje is, maar een uitsluitingsmechanisme. En ten slotte dat infrastructuur geen beloningssysteem mag zijn, maar een fundament van gelijkheid.

Duffy’s memo toont hoe makkelijk persoonlijke keuzes beleidsnormen worden. Het is een stille, maar diepgaande herinrichting van de samenleving, uitgevoerd niet via wetboeken, maar via asfalt. Achter de façade van het gezinsideaal schuilt een harde vraag: voor wie wordt de VS eigenlijk nog gebouwd?

De prijs van moederschap – structurele minachting in cijfers

In 2024 vroeg The New York Times duizenden vrouwen om hun ervaringen met het moederschap te delen. Wat naar voren kwam, was geen idyllisch verhaal over zwangerschap of kinderdromen, maar een rauwe opsomming van uitputting, financiële druk en structurele minachting. “Ik was niet voorbereid op hoe star werk zou zijn, hoe duur alles is, en hoezeer onze samenleving leunt op het onbetaalde werk van moeders,” zei een van hen. Ze bleek geen uitzondering.

De zogeheten motherhood penalty is geen abstract begrip – ze is voelbaar in elke loonstrook. Hoe meer kinderen een vrouw krijgt, hoe lager haar salaris en pensioenopbouw. Tegelijkertijd profiteren vaders – vooral binnen de hogere inkomensgroepen – van een fatherhood premium, oftewel een loonsverhoging. En wie ervoor kiest thuis te blijven, betaalt daar later dubbel voor via lagere sociale zekerheidsuitkeringen.

Omdat kinderopvang in veel Amerikaanse staten duurder is dan een gemiddelde hypotheek, maken vrouwen zelden vrije keuzes – het zijn financiële rekensommen in een systeem dat hen consequent benadeelt. De mentale tol is aanzienlijk. Uit een grootschalige studie blijkt dat de geestelijke gezondheid van Amerikaanse moeders de laatste jaren fors achteruit is gegaan, vooral bij alleenstaande, laagopgeleide en onverzekerde vrouwen.

En het is geen uniek Amerikaans probleem. In een VN-onderzoek uit 2025 gaven vrouwen in veertien verschillende landen dezelfde reden voor hun dalende geboortecijfers: geldzorgen. In Zuid-Korea, waar het geboortecijfer het laagst ter wereld is, wees 58% financiële onzekerheid aan als voornaamste obstakel om aan kinderen te beginnen.

Het komt neer op een wrange paradox: we leven in een wereld waarin kinderen als onmisbaar worden beschouwd, maar waarin moederschap systematisch wordt ondergewaardeerd, onderbetaald en overbelast.

Aanbevolen voor jou