Groep mensen loopt hand in hand tegen de stroom in door een stad met surveillance-drones en uniformiteit
Een groep mensen loopt samen tegen de stroom in onder streng toezicht

Wees op je hoede voor paramilitairen

3 minutes, 59 seconds Read

Gewapende groepen, fakkels, uniformen en charismatische leiders — zodra die elementen samengaan met staatsgezag, begint de democratie af te brokkelen. Dat klinkt misschien als een waarschuwing uit een dystopische roman, maar de geschiedenis laat zien dat het een terugkerend patroon is. Denk aan nazi-Duitsland: de SS begon als partijmilitie, maar groeide uit tot een eigen staatsmacht die met kille efficiëntie terreur organiseerde. Zoals historicus Timothy Snyder stelt: autocratie heeft geen tanks nodig die door de straten rollen. Het sluipt binnen, via symbolen, loyaliteit, en geweld dat wordt verkocht als ‘orde’.

De Verenigde Staten geven al jaren zorgwekkende signalen af. In 2017 marcheerden witte nationalisten met fakkels door Charlottesville, roepend: “Jews will not replace us.” Dit gebeurde bij een protest tegen het verwijderen van een standbeeld van Robert E. Lee, generaal van de zuidelijke slavenstaten. Wat begon als een cultureel debat eindigde in openlijk haatvertoon. De wereld keek mee. En president Trump? Die koos voor dubbelzinnigheid: “Aan beide kanten waren goede mensen.” Daarmee kreeg extreemrechts geweld plots een plek in het publieke debat.

Sindsdien is de normalisering van gewelddadige symboliek niet gestopt. Januari 2021: de bestorming van het Capitool. Gewapende burgers, sommigen met insignia van milities als de Oath Keepers en Proud Boys, trokken samen op met Trump- en Confederatievlaggen. Dit was geen protest meer, maar een poging tot staatsgreep — georganiseerd, doelbewust, met actieve steun van ex-militairen en agenten. En nog verontrustender: met politieke figuren die het geweld eerder hadden aangemoedigd en nu hun mond hielden.

Vrijheid sneuvelt niet in één klap, maar stap voor stap

Snyder wijst erop: het gevaar komt niet alleen van boven. Autocratie wortelt juist daar waar burgers met wapens de rol van ordedienst mogen aannemen. Die grens is de laatste jaren steeds verder vervaagd. Tijdens zijn tweede termijn in 2025 liet Trump weten “sympathie” te hebben voor gewapende patriotengroepen die “het land beschermen tegen interne vijanden.” Tegelijkertijd werd vervolging van Capitool-bestormers teruggeschroefd, en werd amnestie openlijk bepleit. Zo ontstaat een nieuwe logica: trouw aan de leider maakt je onaantastbaar.

We hebben dit eerder gezien. In de jaren dertig gaven Europese democratieën hun instituties uit handen aan knokploegen. Het begon met uniformen, liederen, vlaggen. Het eindigde in concentratiekampen en oorlog. Wat Snyder glashelder maakt: het kantelpunt is niet het geweld zelf, maar het moment dat dit geweld steun krijgt van de staat. Als politie niet ingrijpt, als het leger zwijgt, als politici toekijken of zelfs meedoen — dan is de liberale democratie al voorbij.

De denkfout van veel democratieën? Geloven dat de instituties zichzelf wel redden. Maar het zijn mensen binnen die instellingen — rechters, generaals, agenten — die beslissen of de democratische orde overeind blijft. In 2020 weigerden Amerikaanse generaals om mee te werken aan een coup. Ze kozen niet voor de president, maar voor hun beroepsethiek. Dat hield het systeem overeind.

En nu? Nu patrouilleren gewapende burgers bij stembureaus, zogenaamd om verkiezingsfraude tegen te gaan. In staten als Arizona en Texas liggen wetsvoorstellen klaar die lokale milities meer bevoegdheden geven. Tegelijkertijd worden demonstranten hard aangepakt. In steden als Los Angeles en San Francisco zijn inmiddels meer dan honderd mensen gearresteerd tijdens protesten tegen overheidsbeleid. De Australische journalist Lauren Tomasi werd in haar been geraakt door een rubber kogel terwijl ze live verslag deed. Ook andere verslaggevers werden getroffen, ondanks zichtbare persbadges — een verontrustende ontwikkeling die zelfs internationale kritiek oproept. De lijn tussen burger en soldaat, tussen recht en repressie, vervaagt steeds verder. En zolang deze gewapende groeperingen weten dat ze rugdekking krijgen van een president die hen openlijk prijst, blijft het risico groeien.

We zijn niet machteloos. Maar we moeten wél alert zijn. We moeten durven zeggen wat we zien. Want niet alles in uniform beschermt de rechtsorde. Soms bedreigt het haar. Tirannie begint zelden met een klap. Ze sluipt naar binnen — via symbolen, via lafheid, via het collectieve zwijgen.


Wie vandaag nog denkt dat het wel losloopt, heeft gisteren al verloren.

Grensbewaking of racistische eigenrichting?

Actueel nieuws: In juni 2025 is een 54-jarige man uit Emmen, vermoedelijk Jan Huzen, aangehouden voor het op eigen houtje uitvoeren van grenscontroles nabij Ter Apel en Sellingen. Samen met een groep burgers hield hij voertuigen aan op zoek naar asielzoekers of mensen met een ‘donker’ uiterlijk.

Huzen wordt verdacht van poging tot ambtsdwang, een strafbaar feit, omdat grenscontrole uitsluitend is voorbehouden aan de Koninklijke Marechaussee. Volgens de politie is er “geen ruimte voor eigenrichting.”

De actievoerders riepen op sociale media openlijk op tot het controleren van auto’s en verspreidden racistische en opruiende berichten. Justitie onderzoekt verdere betrokkenen. De lokale autoriteiten hebben dit gedrag scherp veroordeeld.

Analyse: Dit is geen ‘burgerinitiatief’ — het is georganiseerde intimidatie, geworteld in racistische denkbeelden. Wie de grenzen bewaakt zonder mandaat, tast de rechtsstaat aan en herintroduceert middeleeuwse vormen van volksjustitie.

De staat faalt wanneer ze extreemrechts para-legalisme tolereert onder druk van populistische partijen.

🔗 Bron: NOS – Politie houdt verdachte aan voor illegale controles bij Ter Apel (20 juni 2025)



Aanbevolen voor jou