Protest tegen ICE in Los Angeles met brandende zelfrijdende taxi’s en demonstranten met Mexicaanse vlaggen
Protest in Los Angeles tegen surveillance en deportaties

Brandende taxi’s en rollende camera’s: waarom protest soms vuur vat

2 minutes, 41 seconds Read

Tijdens protesten tegen ICE, de Amerikaanse immigratiedienst, werden in Los Angeles meerdere zelfrijdende taxi’s van Whimo in brand gestoken. Krantenkoppen spraken van zinloos vandalisme en brute agressie. Maar wie wat beter kijkt, ziet dat hier iets veel diepers aan de hand is. Deze voertuigen zijn geen onschuldige technologische snufjes. Ze zijn symbolen geworden van een groeiend probleem: een maatschappij waarin het publieke domein langzaam verandert in een gecontroleerde zone.

Wat maakt die taxi’s zo omstreden?

Whimo, een dochter van Google, rijdt met autonome taxi’s door steden als Phoenix, San Francisco en sinds kort ook Los Angeles. Ze zijn efficiënt, goedkoop, en rijden zonder menselijke chauffeur – ideaal in een stad waar openbaar vervoer achterloopt. Maar elk van deze voertuigen is tegelijk een rijdende sensorhub. Ze filmen alles om zich heen, registreren gezichten, lezen kentekens, slaan data op. Niet toevallig werkt de politie in sommige steden al samen met Whimo en gebruikt beelden van de voertuigen voor opsporing. De grens tussen vervoer en surveillance vervaagt razendsnel.

Waarom dat vuur?

Voor veel mensen zijn deze auto’s geen neutrale technologie meer, maar wagens die meekijken, meeluisteren, en mogelijk doorgeven aan instanties. Zeker bij protesten – waar anonimiteit en bewegingsvrijheid cruciaal zijn – voelen de auto’s als indringers. Niet zomaar machines, maar bewakingscamera’s op wielen. En in een tijd waarin demonstreren al snel wordt geframed als ordeverstoring, voelt het alsof zelfs de straat niet meer vrij is.

Vrijheid sneuvelt niet in één klap, maar stap voor stap

Het in brand steken van de voertuigen was dan ook geen willekeurige uiting van woede. Volgens ooggetuigen werden de auto’s bewust besteld en op een vooraf bepaalde plek tot stilstand gebracht. Voor sommigen is dit een directe actie tegen een systeem waarin technologie steeds vaker boven mensen wordt geplaatst – en waarin het recht op verzet onder druk staat.

Wat staat er echt op het spel?

De kwestie reikt veel verder dan Whimo alleen. In steeds meer steden verschijnen slimme camera’s, gezichtsherkenning, sensoren in lantaarnpalen, en apps die alles van onze locatie tot ons gedrag in kaart brengen. De gegevens verdwijnen niet in een zwart gat – ze worden gedeeld met overheden, verkocht aan datamakelaars, en ingezet tegen mensen die al onder druk staan: migranten, activisten, lage inkomensgroepen.


Het is een systeem dat niet met één wet of één apparaat begint, maar met een cultuur waarin controle wordt verkocht als gemak, en waarin technologie niet in dienst staat van vrijheid, maar van voorspelbaarheid.

Wat nu?

Misschien is het tijd om opnieuw te bepalen wat we normaal vinden. Waarom accepteren we dat publieke ruimte volgehangen wordt met apparaten die ons observeren? Waarom mogen bedrijven data verzamelen die ze later kunnen delen met instanties zonder dat wij daar ooit toestemming voor gaven?

Dit vraagt geen blind technofobie – maar wel kritische vragen. Wat voor soort samenleving willen we? Eentje waarin je je vrij kunt bewegen, protesteren, bestaan – zonder dat elke stap wordt geregistreerd? Of een waarin elke actie, hoe klein ook, onder toezicht staat?

De vlammen in Los Angeles zijn geen doel op zich. Ze zijn een signaal. Misschien zelfs een laatste poging om aandacht te vragen voor iets wat we dreigen kwijt te raken: de vrijheid om te verdwijnen in de massa, om zonder sporen achter te laten, een stem te laten horen.



Aanbevolen voor jou