De BBB (BoerBurgerBeweging) profileert zich steeds meer als een belangenbehartiger van niet alleen Big Agro, maar ook van Big Tobacco. Deze week keerde de partij zich fel tegen de recente accijnsverhoging op tabaksproducten, ondanks het feit dat deze maatregel heeft bijgedragen aan een significante daling van het aantal rokers in Nederland—ongeveer één op de tien rokers is gestopt sinds de invoering ervan.
De accijnsverhoging is onderdeel van een bredere strategie om roken te ontmoedigen, met als doel een rookvrije generatie in 2040. Jaarlijks sterven 20.000 Nederlanders aan de gevolgen van roken, en 30 procent van de kankerpatiënten heeft zijn ziekte te danken aan tabaksgebruik. Ondanks deze verontrustende cijfers blijft de BBB zich verzetten tegen maatregelen die het roken duurder maken.
Dat de accijnsverhoging succesvol is, blijkt uit recent onderzoek van het RIVM: sinds de prijsstijging van april 2023 is 10 procent van de Nederlandse rokers gestopt. Daarnaast heeft bijna 20 procent aangegeven minder te zijn gaan roken. Maar tegelijkertijd groeit het aantal mensen dat zijn tabak in het buitenland koopt, wat zorgt voor een serieuze tegenvaller voor de schatkist. De Nederlandse overheid had gerekend op een stijging van de accijnsinkomsten, maar door de dalende verkoop en het grenseffect kunnen de opbrengsten nu juist honderden miljoenen euro’s lager uitvallen.
De ironie is schrijnend: terwijl de accijnsverhoging rokers helpt te stoppen, zet BBB zich in om tabak betaalbaar te houden, zelfs als dat betekent dat de schatkist leegloopt en de volksgezondheid op het spel staat.
De reactie van BBB-leider Caroline van der Plas hierop is veelzeggend. Ze pleit voor het terugdraaien van de accijnsverhoging, onder het mom van bescherming van de schatkist. Opmerkelijk is dat ze haar eigen sigaretten al langer in het buitenland koopt, zoals ze openhartig toegaf in een interview. Haar rookwaar haalt ze uit Tsjechië, waar de prijzen veel lager liggen. “Ik ben ook gewoon een Nederlander,” zei ze, refererend aan de pakjes die daar slechts vijf euro kosten.
Ondertussen blijft het aantal rokende jongeren toenemen, ondanks de accijnsverhogingen. Dit lijkt haaks te staan op de claim van de overheid om een rookvrije generatie te willen creëren. Terwijl jongeren vaker gaan roken, lijkt het beleid vooral volwassenen te raken die het financieel moeilijker krijgen door de hogere prijzen. De realiteit is echter dat roken verre van een ‘vrije keuze’ is; verslaving begint vaak op jonge leeftijd, en de meeste rokers willen eigenlijk stoppen maar hebben hier moeite mee.
Terwijl accijnzen volwassen rokers raken, blijft de tabaksindustrie ongestoord jongeren verleiden. Dit brengt niet alleen de geloofwaardigheid van het overheidsbeleid in gevaar, maar vraagt om een fundamentele herziening van onze wetgeving tegen deze destructieve industrie.
De discussie over accijnzen op tabak raakt dan ook aan diepere vragen over gezondheid, economische belangen, en de rol van de staat. De tabaksindustrie heeft decennialang producten op de markt gebracht die dodelijk zijn en verslaving in de hand werken. Toch blijft de industrie juridisch ongrijpbaar, en blijft de verkoop van sigaretten, onverminderd doorgaan. Dit roept de vraag op: moeten we onze wetten niet herzien om deze dodelijke industrie eindelijk aan banden te leggen?
De houding van de BBB in deze discussie is verontrustend. Door te pleiten voor lagere tabaksprijzen zet de partij de economische belangen van de industrie boven de gezondheid van de bevolking. Het is een keuze die de onderlinge solidariteit ondermijnt en bijdraagt aan de normalisering van een verslaving die elk jaar duizenden levens kost. In plaats van rokers te beschermen tegen hun eigen verslaving, lijkt de BBB hen juist vast te willen houden in een destructief patroon. Dit is niet alleen kortzichtig, maar ook diep immoreel.
Ondanks het verzet van partijen als de BBB, is het essentieel dat Nederland doorgaat met het opvoeren van maatregelen tegen roken. De gezondheidswinst is evident, en elke roker die stopt is een stap dichter bij een gezondere samenleving. We mogen ons niet laten gijzelen door de kortetermijnbelangen van de tabaksindustrie en haar politieke bondgenoten. Het is tijd om de tabaksindustrie serieus aan te pakken en onze wetgeving daarop af te stemmen. Dat is niet alleen een kwestie van volksgezondheid, maar ook van sociale rechtvaardigheid.