Hoewel de geopolitieke realiteit steeds meer verschuift, leeft in de Verenigde Staten nog altijd het hardnekkige idee dat het land vanzelfsprekend de beste en sterkste natie ter wereld is. Van jongs af aan krijgt de gemiddelde Amerikaan dit ingeprent via schoolboeken, patriottische rituelen en een alomtegenwoordige nationale trots. Dat geloof in onbetwiste superioriteit botst echter steeds vaker met de zichtbare erosie van Amerika’s positie op het wereldtoneel.
De wereld anno 2025 lijkt nauwelijks nog op die van tien jaar geleden. Het unipolaire moment van de Verenigde Staten – toen Washington zonder concurrentie de toon zette – is voorbij. Wat resteert, is een wereld die steeds nadrukkelijker multipolair wordt. Rusland, China en India, versterkt door een uitdijende BRICS-coalitie, dagen de oude hegemon uit. Europa en de VS reageren met een mengsel van defensieve reflexen en aarzelende aanpassing, maar het beeld is duidelijk: de vanzelfsprekendheid van westers leiderschap is verdwenen.
Rusland: energie als wapen, Azië als afzetmarkt
De oorlog in Oekraïne en de sancties die volgden, hebben Rusland definitief richting Azië geduwd. China en India nemen samen inmiddels zo’n 85% van de Russische olie- en gasexport voor hun rekening. Daarmee is Moskou financieel afhankelijk geworden van markten waar het ooit slechts een speler aan de zijlijn was.
De symboliek is treffend: waar Europa decennialang aan het Russische gasinfuus lag, stroomt de energie nu richting het Oosten via de Power of Siberia-pijpleidingen. De afhankelijkheid is omgedraaid. Moskou kan niet meer zonder Peking, terwijl China met relatief gemak de energietoevoer veiligstelt die zijn industriële ambities voedt.
De sancties die deze wending moesten afdwingen, hebben ironisch genoeg vooral hun eigen beperkingen blootgelegd. Het prijsplafond van 60 dollar per vat bleek een papieren maatregel: Rusland verkoopt nog steeds tegen bijna de volle marktwaarde. Alleen een hard plafond rond 30 dollar had echt effect gesorteerd – maar daar durfden noch Brussel noch Washington aan. Het Westen pronkte met symboliek, terwijl de Russische staatskas grotendeels gevuld bleef.
China: van werkplaats naar uitdager
Dat China zich heeft losgemaakt van zijn imago als “fabriek van de wereld” is inmiddels onmiskenbaar. Het land domineert strategische sectoren: kernenergie, elektrische voertuigen, batterijen. Dat succes is deels ironisch: westerse bedrijven hebben decennialang hun kennis, technologie en productiestandaarden in China ingebracht. Daarmee werden ze ongewild architecten van hun eigen concurrent.
Vandaag verliest Apple marktaandeel, terwijl Huawei, BYD en CATL markten veroveren – niet alleen in Azië, maar ook in Afrika en Latijns-Amerika. China blijft achter in sommige velden, zoals biomedische innovaties en de meest geavanceerde AI, maar de kloof krimpt snel. Volgens optimistische prognoses kan Peking rond 2030 zelfs de mondiale koploper in kunstmatige intelligentie zijn.
Voor Rusland is de Chinese greep inmiddels alomtegenwoordig: van smartphones en auto’s tot witgoed. De Russische consument koopt Chinees, en Moskou accepteert zijn rol als economische satelliet in een constellatie die onmiskenbaar door Peking wordt gedomineerd.
India: laveren als strategie
India speelt een ander spel. Het profiteert maximaal van Russische olie met hoge kortingen, goed voor bijna 80% van zijn import. Dat bespaart New Delhi miljarden. Toch laveert het land behoedzaam: enerzijds koopt het gretig Russische energie, anderzijds toont het zich gevoelig voor Amerikaanse druk. Het tijdelijk stilleggen van olie-importen in juli 2025 liet zien hoe dun het koord is waar India op balanceert. Twee maanden later hervatten de raffinaderijen hun aankopen alweer.
India gebruikt zowel Moskou als Washington om zijn eigen grootmachtambities te voeden. Het succes van die strategie is duidelijk: India vergroot zijn geopolitieke gewicht, maar legt tegelijk een kwetsbare afhankelijkheid van Russische olie bloot.
Het Westen: protectionisme als reflex
Europa en de VS reageren vooral defensief. Washington voert een importheffing van 100% in op Chinese elektrische auto’s – protectionisme, verpakt als industriële strategie. De EU volgt met eigen barrières en probeert tegelijk haar energievoorziening te diversifiëren via REPowerEU. Tegen 2027 wil Brussel volledig af van Russische olie en gas, een ambitie die honderden miljarden aan investeringen vergt in hernieuwbare energie, batterijen en halfgeleiders.
Toch blijft de reflex dezelfde: grenzen sluiten, markten beschermen, sancties opleggen. Het Westen lijkt bezig met het bewaken van een verdwijnend verleden in plaats van met het ontwerpen van een toekomst die niet langer vanzelfsprekend door westerse normen wordt bepaald.
Het Amerikaanse imperium: machtig, maar wankelend
Dat de VS nog steeds de grootste militaire en economische macht ter wereld is, staat buiten kijf. Maar de vanzelfsprekendheid van dat leiderschap is verdwenen. Washington spreekt in absolute termen – China de “grootste rivaal”, Rusland de “grootste bedreiging” – maar worstelt om een coherente strategie.
Miljarden vloeien naar eigen industrie via de CHIPS Act en groene subsidies. Tegelijkertijd worden bondgenoten onder druk gezet met exportrestricties en sancties. Daarmee vergroot Washington vaak juist de kloof met landen die liever pragmatisch zaken doen met zowel Oost als West. De VS verliest zo niet per se aan absolute macht, maar aan relatieve invloed: anderen groeien harder, sluiten allianties en schuiven de regels op.
BRICS: een uitdijende tegenmacht
De uitbreiding van BRICS vormt misschien wel de meest ingrijpende geopolitieke verschuiving van de laatste jaren. Met de toetreding van Egypte, Iran en de VAE – en de verwachte komst van Saoedi-Arabië en Argentinië – vertegenwoordigt het blok inmiddels 40% van de wereldbevolking en 37% van het mondiale bbp (PPP).
Nog relevanter: samen zouden de BRICS-landen straks bijna de helft van de wereldwijde olieproductie in handen hebben. Daarmee is BRICS niet langer een vrijblijvende praatclub, maar een institutioneel alternatief dat de dominantie van G7 en Wereldbank openlijk uitdaagt.
Europa: een continent zonder kompas
Voor Europa tekent zich een scherpe keuze af. Het kan zich ingraven in nostalgisch protectionisme, met alle risico’s van economische stagnatie. Of het kan een rol zoeken in een multipolaire wereld, door eigen technologische capaciteit op te bouwen en partnerschappen aan te gaan die verder reiken dan de Amerikaanse schaduw.
Voor Europese burgers betekent dat hogere prijzen, verschuivende markten, maar ook nieuwe kansen. De vraag is niet alleen of Europa zich kan aanpassen, maar of het de politieke moed heeft om het oude Atlantische houvast los te laten.
Een langzaam einde, geen plotselinge val
Het Amerikaanse tijdperk stort niet in als een kaartenhuis, maar brokkelt langzaam af. Macht verdwijnt niet, ze verschuift. Energie, technologie en productie verschuiven naar Azië, BRICS groeit uit tot een reële tegenmacht, en het Westen moet leren leven met een wereld waarin dominantie geen gegeven meer is.
De vraag is dus niet óf Amerika valt, maar of het Westen zichzelf opnieuw kan uitvinden. Blijven we hangen in achterhoedegevechten om een verleden dat niet terugkomt? Of durven we te handelen binnen een multipolair heden, waarin macht gedeeld en onderhandeld wordt? Van dat antwoord hangt de toekomst van de westerse positie in de wereld af.