Spreek jij al ABN? Wetenschappers hebben een opmerkelijke nieuwe taal ontdekt: Aantoonbare Bullshit Nederlands, kortweg ABN. Deze taal is ontstaan op het hoofdkantoor van een bekende Nederlandse bank en wordt slechts door een select groepje bestuurders vloeiend gesproken.
ABN staat officieel voor Aantoonbare Bullshit Nederlands, maar moet volgens taalwetenschappers absoluut niet worden verward met Algemeen Beschaafd Nederlands (ABN). In deze nieuwe taal hebben de meeste woorden namelijk precies de tegenovergestelde betekenis.
Voor liefhebbers van raadselachtige talen is er onlangs een handige gids verschenen, waarin de kernbegrippen van het ABN zijn vertaald naar Algemeen Beschaafd Nederlands.
Kernbegrippen (van ABN naar ABN)
Bonus (v, de): vast onderdeel van het salaris. Anders dan gewone bonussen is deze niet afhankelijk van prestaties of maatschappelijk rendement. Voorbeeldzin: “Elke bankmanager heeft, ongeacht of hij de economie bijna heeft geruïneerd of niet, recht op een bonus.”
Tijdelijke vaste vergoeding (v, de) (contradictio in terminis): bonus. Een juridisch vernuftige manier om de wet te omzeilen. Voorbeeldzin: “Toen de Europese Unie een bonusverbod instelde, besloot de Raad van Bestuur de vaste vergoeding tijdelijk te verhogen. De bank noemde dit een ‘Temporary Fixed Allowance’ en verhoogde deze met circa 17 procent.”
Verhoging (v, de): verlaging. “Willen jullie meer of minder salaris?” vroeg de topman aan zijn bestuur. “Minder! Minder! Minder!” scandeerde het bestuur. Voorbeeldzin: “Zalm: De salarissen van de top van ABN Amro gaan eigenlijk omlaag.”
Wet (v, de): maas (synoniem). Een legale manier om je niet aan de regels te houden. Voorbeeldzin: “We houden ons keurig aan de maas.” ‘We houden ons aan de maas,’ aldus topman Zalm in NRC Handelsblad. (Zie ook: verhoging van het vaste salaris)
Minister (m, de): stagiair. Ervaring op Financiën of Algemene Zaken is een pré. Voorbeeldzin: “Na zijn succesvolle stage op het ministerie van Financiën, verwelkomden wij de minister in ons bestuur.” (Zie ook: Gerrit Zalm (ABN), Wouter Bos (KPMG); Jan Peter Balkenende (Ernst&Young), Wim Kok (ING))
Bbp (afkorting, het): het door banken bepaalde product. Voorbeeldzin: “Na wat gegoochel met statistieken, bleek de bancaire sector ineens zeven keer zoveel aandeel in het bbp te hebben.” ‘Zo werden banken opeens zeven keer belangrijker voor de economie.’
Aansprakelijkheidsverzekering (v, de): staatssteun. Voorbeeldzin: “Sluit, voordat u gaat gokken met andermans geld, altijd een aansprakelijkheidsverzekering af bij uw lokale overheid.”
ROI (Engelse afkorting, de): Return on Illusions. Voorbeeldzin: “Met het nieuwe verzekeringsproduct steeg de Return on Illusions van de bank met bijna 100 procent.”
Kunnen (ww): willen. Voorbeeldzin: “Ik kan juridisch noch politiek iets doen aan de salarisverhoging,” aldus minister Dijsselbloem. (Zie ook: toekomstige baangarantie)
Zalm (m, de): aal. Grote vis in het bankwezen, bekend om zijn glibberigheid. Voorbeeldzin: “Nadat alle ophef weer van hem af was gegleden, kon men veilig concluderen: deze topman is zo glad als een zalm.”