Op een muur bij een rotonde in Roermond is het logo van de Socialistische Partij (SP) beklad door de neonazistische groepering Wolvenrad. Naast het logo werden een extreemrechts symbool en teksten aangebracht die verwijzen naar de omvolkingstheorie, een racistische complottheorie die de vervanging van bevolkingen door migranten suggereert. Het incident vond plaats in Limburg, een provincie waar volgens gouverneur Emile Roemer de concentratie van extreemrechtse groepen zoals Wolvenrad hoger is dan elders in Nederland.
Roemer noemt het voorval een symptoom van de groeiende zichtbaarheid en invloed van deze bewegingen. De SP heeft de bekladding scherp veroordeeld en ziet het als een aanval op de waarden van gelijkheid en solidariteit. Wolvenrad, een groep die zichzelf openlijk nationaalsocialistisch noemt, wordt in verband gebracht met meerdere provocerende en haatdragende acties in de regio.
Advertentie:
Dit incident is echter meer dan een daad van vandalisme; het is een symbolische aanval op de principes van een inclusieve samenleving. Het markeert een bredere, zorgwekkende trend waarin extreemrechtse groeperingen niet alleen in aantal groeien, maar ook steeds brutaler opereren. In een politiek klimaat waarin de omvolkingstheorie opnieuw terrein wint en een verschuiving naar rechts steeds normaler wordt, voelen groepen als Wolvenrad zich gesterkt en legitiem om hun haatdragende ideologieën uit te dragen.
De huidige Nederlandse regering, bestaande uit de PVV, VVD, NSC en BBB, heeft een klimaat gecreëerd waarin nationalistische retoriek niet alleen wordt getolereerd, maar soms impliciet wordt genormaliseerd. Hoewel de coalitie officieel afstand neemt van extremisme, heeft haar focus op het hardvochtig beperken van migratie en het afwijzen van progressieve waarden een gevaarlijke bijwerking: het legitimeert een bredere cultuur waarin xenofobe en racistische denkbeelden weerklank vinden. Extreemrechts, dat lange tijd in de marge opereerde, ziet dit politieke klimaat als een signaal om naar buiten te treden.
De activiteiten van Wolvenrad, zoals vlagverbrandingen, trainingen in de bossen en het vieren van Adolf Hitlers verjaardag, laten zien dat dit geen geïsoleerde of amateuristische beweging is. Het is een goed georganiseerde groep die gericht is op het opbouwen van een “parallelle samenleving” – een strategie die zich deels afwendt van directe confrontaties en zich richt op het versterken van interne netwerken. Het feit dat ze in Limburg actief zijn, een provincie waar volgens gouverneur Emile Roemer nergens in Nederland zo’n concentratie van extreemrechtse groeperingen voorkomt, toont hoe een combinatie van sociale fragmentatie en economische onzekerheid deze bewegingen voedt.
Het gebruik van expliciete haat tegen de LGBTQ+-gemeenschap, antisemitisme en racisme in de propaganda van groepen zoals Wolvenrad en White Lives Matter maakt duidelijk dat hun agenda verder gaat dan retoriek. Deze groeperingen omarmen geweld – zij het fysiek of symbolisch – als middel om hun ideologie te verspreiden. Dit is een patroon dat ook internationaal herkenbaar is: extreemrechtse bewegingen voeden zich met dezelfde online complottheorieën en ideologische blauwdrukken.
Het is daarom essentieel dat er een krachtige respons komt, zowel op lokaal als nationaal niveau. Politieke partijen moeten een onmiskenbare lijn trekken tegen haatzaaiende retoriek, en dat betekent ook dat partijen in de huidige regering verantwoordelijkheid moeten nemen voor het effect van hun eigen woorden en beleid. Hoewel het lidmaatschap van dergelijke organisaties vaak niet strafbaar is, kunnen haatdragende en gewelddadige acties wel degelijk worden aangepakt.
Onderwijs en sociale programma’s zijn onmisbare elementen in de strijd tegen extremisme. Jongeren die zich buitengesloten voelen, zijn vaak het doelwit van radicaliserende groepen. Scholen, maatschappelijke organisaties en gemeenten moeten daarom samenwerken om inclusie en kritisch denken te bevorderen en de aantrekkingskracht van extremistische propaganda tegen te gaan.
Links-progressieve bewegingen, zoals de SP, kunnen en moeten dit soort incidenten aangrijpen om een offensieve campagne te voeren. Dit is niet het moment voor defensief verzet; dit is het moment om zichtbaar te maken wat de bedreigingen zijn van extreemrechts en tegelijkertijd een krachtig alternatief te bieden. Dit betekent niet alleen reageren op provocaties zoals de bekladding in Roermond, maar ook het actief uitdragen van een visie op een samenleving die geworteld is in solidariteit en gelijkwaardigheid.
De groei van extreemrechtse groeperingen in Nederland kan niet los worden gezien van het bredere politieke klimaat, waarin nationalistische en polariserende retoriek steeds meer wordt genormaliseerd. Het falen om deze groepen en hun ideologieën te bestrijden zal niet alleen leiden tot verdere radicalisering, maar ook de fundamenten van onze democratische waarden ondermijnen. Dit is een strijd om de ideeën, en die strijd kan alleen gewonnen worden door een brede coalitie van politiek, samenleving en activistische bewegingen die haat en verdeeldheid actief tegengaan. Nederland mag geen ruimte geven aan een toekomst waarin racisme en fascisme weer openlijk aan de oppervlakte komen.