Elke zomer kleurt Amsterdam in regenboogtinten. De grachten bruisen van muziek, glitters, dans en ontblote schouders. Voor sommigen is Pride een feestje. Voor anderen een moment van thuiskomen. Maar wie beter kijkt – echt kijkt – ziet meer dan confetti. Pride is geen evenement. Het is een herinnering. Een daad van verzet. Een luid en zichtbaar ‘wij zijn hier’, in een wereld die sommigen liever onzichtbaar houdt.
Pride begon niet als een feestje
Stonewall, 1969. Een zwarte trans vrouw die een steen gooit – niet voor de lol, maar uit woede. Tegen vernedering, uitsluiting, politiegeweld. Het was geen feestje, het was een opstand. En die geest – die woede, die kracht – leeft nog steeds. Ook in Amsterdam. Maar we raken het weleens kwijt tussen de boten met sponsoren, VIP-decks en marketingcampagnes met regenbooglogo’s.
Zichtbaarheid redt levens. Maar het vraagt alles.
Zichtbaarheid redt levens. Het biedt herkenning, geeft kracht, en laat mensen weten dat ze niet alleen zijn. Maar zichtbaarheid vraagt ook moed. Want wie zichzelf toont, stelt zich bloot — aan afwijzing, uitsluiting, en soms zelfs geweld. Zichtbaarheid geeft kracht, maar maakt je ook kwetsbaar. En toch is het onmisbaar. Zonder zichtbaarheid blijven onze verhalen ongehoord, onze noden genegeerd, onze levens ontkend.
En ja, soms roept iemand dan: “Maar er is toch ook geen hetero pride?”
Het antwoord is eenvoudig: die is er niet nodig. Hetero’s hoeven zich nooit te verantwoorden voor wie ze liefhebben, nooit ‘uit de kast’ te komen, worden zelden gepest of uitgesloten om hun geaardheid. Hetero-zijn is de norm — overal zichtbaar en sociaal geaccepteerd. Die vanzelfsprekendheid is precies waarom Pride nog steeds nodig is. Het is geen vraag om meer rechten, maar om gelijke zichtbaarheid en bestaansrecht.
Juist daarom zijn de protestmarsen zoals de Pride Walk en de Pride March zo belangrijk. De Pride Walk, die op 20 juli werd gelopen van de Dam naar het Homomonument, bracht duizenden mensen samen voor mondiale LGBTQIA+-rechten. Deze Walk is ontstaan vanuit activistische queerbewegingen en wordt gedragen door intersectioneel denken: verzet tegen álle vormen van onderdrukking — ook racisme, seksisme en kolonialisme.
De week erna, op 26 juli, vindt de Pride March plaats. Deze mars, georganiseerd door Pride Amsterdam, richt zich op zichtbaarheid en acceptatie, en eindigt in het Vondelpark tijdens Pride Park. Beide marsen bestaan naast elkaar, juist door verdeeldheid tussen organisaties over wat Pride zou moeten zijn: feest of protest, marketing of emancipatie. Die verdeeldheid is geen zwakte, maar een spiegel: zolang niet iedereen zich thuis voelt in het huidige systeem, blijft verzet nodig.
Ook organisatorisch weerspiegelt dat verzet zich. Na jaren van kritiek op de commercialisering van Pride en het uitsluiten van gemarginaliseerde groepen, heeft de gemeente geprobeerd Pride inclusiever te maken. Dat leidde tot een verdeelde organisatie met verschillende weken, stijlen en stemmen. Vanaf 2025 komt er weer één hoofdorganisator, maar kleinere, onafhankelijke initiatieven blijven gelukkig bestaan — omdat Pride niet alleen in de grote parades leeft, maar juist in de veelstemmigheid.
Amsterdam: regenboogstad of regenboogdecor?
De stad noemt zich trots een plek voor iedereen. En eerlijk is eerlijk: er is hier veel gewonnen. Maar onder die progressieve glans ligt een andere realiteit. Queer vluchtelingen worden afgewezen. Trans mensen wachten eindeloos op zorg. Jonge mensen worden thuis op straat gezet. En nog steeds is jezelf zijn geen vanzelfsprekendheid – niet op school, niet op werk, niet in het weekend op weg naar huis.
Bedrijven lopen mee in de parade, maar passen hun beleid niet aan. De gemeente hijst de vlag, maar bezuinigt op veilige plekken. En dus blijft Pride nodig. Niet als versiering, maar als confrontatie.
Waarom Pride politiek is – en moet blijven
Pride stelt een simpele, maar fundamentele vraag: wie mag er zijn?
Wie krijgt ruimte? Wie wordt beschermd? Wie wordt gehoord?
Zolang de norm hetero en cis is, blijft Pride een verstoring. En dat moet ook. Zolang queer mensen wereldwijd worden vervolgd, gemarginaliseerd of geassimileerd, is Pride een daad van internationale solidariteit. En zolang commerciële belangen proberen de scherpe randjes eraf te vijlen, is zichtbaarheid pure rebellie.

Pride als gedeelde strijd
Queer strijd staat niet los van andere vormen van onderdrukking. Je kunt niet opkomen voor queer rechten zonder ook racisme, seksisme, klassenongelijkheid en koloniale structuren te erkennen. Vrijheid is ondeelbaar. We zijn pas vrij als we allemaal vrij zijn.
Pride is geen eindpunt. Het is een kruispunt.
Maak van Pride een belofte
Herinner wat Pride was – en nog steeds is. Niet alleen een festival, maar een ruimte van verzet, verbinding en belofte. Laten we de leuzen opnieuw vullen met betekenis. De straten weer opeisen. De regenboog niet als marketingtool, maar als symbool van strijd – gedragen door mensen die weigeren te verdwijnen.
Want zichtbaarheid is verzet. En verzet, dat is liefde.